Laatste nieuws
interview

Komt een man of een vrouw bij de dokter…

Handboek over de talrijke genderverschillen in de spreekkamer

Plaats een reactie
Marcel Krijgsman | Links: Toine Lagro-Janssen: ‘Auto-immuunziekten, reumatische aandoeningen, schildklieraandoeningen of glutenovergevoeligheid komen meer voor bij vrouwen dan bij mannen.’ | Rechts: Doreth Teunissen: ‘Welke verschillen door sekse worden verklaard en welke door gender, dat kun je in de geneeskunde lang niet altijd goed uit elkaar houden.’
Marcel Krijgsman | Links: Toine Lagro-Janssen: ‘Auto-immuunziekten, reumatische aandoeningen, schildklieraandoeningen of glutenovergevoeligheid komen meer voor bij vrouwen dan bij mannen.’ | Rechts: Doreth Teunissen: ‘Welke verschillen door sekse worden verklaard en welke door gender, dat kun je in de geneeskunde lang niet altijd goed uit elkaar houden.’

Huisartsen Toine Lagro-Janssen en Doreth Teunissen zijn de initiatief­nemers van een handboek over gendersensitieve zorg, afgestemd op de eerste lijn. ‘Je moet je steeds bedenken of het voor de gepresenteerde klachten uitmaakt of er een man of een vrouw voor je zit.’

Ze beginnen met een verbazing: bij het onderzoek naar effectieve vaccins tegen Sars-CoV-2 is helaas onvoldoende rekening gehouden met verschillen tussen mannen en vrouwen. Terwijl wetenschappers onderhand toch beter zouden moeten weten, vinden Toine Lagro-Janssen en Doreth Teunissen. Pas later bleek immers dat de belangrijkste, zij het zeld­zame, bijwerking van het AstraZeneca-vaccin – trombosevorming – vooral bij (jonge) vrouwen optreedt. Teunissen: ‘Dat was mogelijk al eerder aan het licht gekomen als daar in de opzet van het onderzoek rekening mee was gehouden.’

Toine Lagro-Janssen, tot 2013 huisarts, is emeritus hoogleraar vrouwenstudies medische wetenschappen aan het Radboudumc; Doreth Teunissen is huisarts, docent aan het Radboud­umc, en hoofd van het Kenniscentrum Sekse en diversiteit in medisch onderwijs (SDMO), dat onderwijsmateriaal ontwikkelt en documenteert op dit terrein.

Het verhaal, liever de klacht, is bekend: gezondheidsklachten en ziekten manifesteren zich verschillend bij mannen en vrouwen. Toch neemt de geneeskunde vooral het mannenlichaam als de standaard waarop diagnose en behandeling worden gebaseerd. En dat terwijl medisch-weten­schappelijk onderzoek en ervaringsver­halen al sinds jaar en dag uitwijzen dat optimale zorg voor vrouwen niet hetzelfde is als optimale zorg voor mannen. ‘Goede gendersensitieve zorg betekent dat je als arts steeds bedenkt of het voor de gepresenteerde klachten uitmaakt of er een man of een vrouw voor je zit’, zegt Teunissen.

Veel onderzoek nodig

Teunissen en Lagro-Janssen redigeerden samen Gendersensitieve huisartsgeneeskunde. Een handboek voor de praktijk, bedoeld om de kennis onder huisartsen over man-vrouwverschillen te vergroten. Die verschillen hebben al geruime tijd de aandacht, mede dankzij het pionierswerk van Lagro-Janssen zelf, en in dat opzicht is het handboek dan ook niet nieuw. Maar, zeggen beiden ook: we zijn er nog lang niet en er kan nog veel verbeterd worden – in de diagnostiek, de behandeling en het medisch onderwijs. Bovendien is er nog veel onderzoek nodig, terwijl de bestaande kennis vaak nog onvoldoende bekend is.

Het belang van het onderwerp dringt inmiddels ook door tot de politiek. September vorig jaar kwam PvdA-Kamerlid Lilianne Ploumen met een doorwrochte initiatiefnota waarin ze er onder meer voor pleit dat alle aankomend artsen onderwezen worden over de verschillen tussen mannen en vrouwen en dat farmaceuten meer onderzoek gaan doen en een fonds oprichten om de verschillen in behandeling, bijwerkingen, en doseringen van medicijnen te onderzoeken.

Sekse en gender

Goede medische zorg aan vrouwen en mannen vraagt, stellen Lagro-Janssen en Teunissen, om een brede kennis van biopsychosociale factoren van ziekte en gezondheid, ‘waarbij kwetsbaar­heden in de levensloop van vrouwen niet los gezien kunnen worden van kwetsbaarheden in de levensloop van mannen’. De manier waarop vrouwen en mannen in een cultuur worden grootgebracht speelt in het ontstaan van ziekten bij beide geslachten een belangrijke rol.

Mannen neigen meer naar negeren, bagatelliseren en ontkennen

Kijk opnieuw naar recente debatten rond de over­lijdensrisico’s door covid-19. Een stortvloed aan onderzoek probeert te ontrafelen waarom mannen wat vaker sterven aan de ziekte dan vrouwen. Sommige onderzoekers beweren dat sekse­specifieke verschillen in immuunparameters zoals T-cellen of cytokinen een rol spelen. Alleen: gaat het hier om een puur biologische factor, of is het ingewikkelder? Het feit dat iets biologisch lijkt, betekent immers nog niet dat het biologisch, dat wil zeggen aangeboren, is. Misschien zijn er andere factoren in het spel die meevariëren met de geslachten. Doreth Teunissen: ‘Welke verschillen door sekse worden verklaard en welke door gender, dat kun je in de geneeskunde lang niet altijd goed uit elkaar houden.’

Lichaamsbewustzijn

Lagro-Janssen benadrukt dat veel sekseverschillen dankzij betrouwbare registratiesystemen niettemin heel goed gedocumenteerd zijn. Het nieuwe handboek wemelt dan ook van de voorbeelden. Lagro-Janssen: ‘Auto-immuunziekten, reumatische aandoeningen, schildklieraandoeningen of glutenovergevoeligheid komen bijvoorbeeld meer voor bij vrouwen dan bij mannen. Dat geldt ook voor allerlei pijnsyndromen, zoals hoofdpijn en fybromyalgie. Vrouwen met diabetes hebben een groter risico om hart- en vaatziekten te krijgen. En ook in de ggz zie je verschillen: depressies komen vaker voor bij vrouwen, verslavingen vaker bij mannen.’

Volgens Lagro-Janssen zijn vrouwen zich meer bewust van hun lichaam en lichamelijke sensaties dan mannen: hun lichaamsbewustzijn is beter ontwikkeld. ‘Aangenomen wordt dat dit komt omdat het lichaam van vrouwen – door hormonale veranderingen tijdens de menstruele cyclus, zwangerschap en lactatie, en de overgang – dynamischer is dan het vrij onveranderlijke mannelijke lichaam. Vrouwen vangen lichaamssignalen eerder en intenser op dan mannen, hun symptoomperceptie is hoger, en ze besteden aan die signalen ook meer aandacht. Het is begrijpelijk vanuit hun genderrol dat ze zich niet alleen verantwoordelijk voelen voor hun eigen gezondheid maar ook voor die van hun gezin. Vrouwen zijn meer met ziekte en gezondheid bezig en weten er ook meer van.’

Vrouwen hebben de neiging de oorzaak van ziekte bij zichzelf te zoeken

Daar komt volgens haar bij dat vrouwen eerder dan mannen geneigd zijn om die lichamelijke sensaties toe te schrijven aan een ziekte. ‘Ze associëren het lichaamssignaal met ziekte en catastroferen meer. Met andere woorden, ze hebben wat meer dan mannen de neiging om te denken dat er misschien iets ernstigs aan de hand is.’ Het is dan ook geen wonder, betogen Lagro-Janssen en Teunissen in hun handboek, dat vrouwen meer dan mannen last ondervinden van aanhoudende lichamelijke klachten (SOLK).

Omgaan met klachten

Een vrouwelijke manier van omgaan met klachten is om er aandacht aan te geven en sociale steun in de omgeving en het eigen netwerk te zoeken. Door erover te praten, zelf iets te kopen bij de drogist of een afspraak met de dokter te maken, krijgt het probleem een centrale plaats in het leven van alledag. Mannen neigen meer naar negeren, bagatelliseren en ontkennen. Bij tegenvallers zoeken ze afleiding in harder werken, sport of vluchten in alcohol­gebruik. Vrouwen gebruiken vaker kalmerende middelen. Ze uiten ook vaker hun klachten bij de huisarts en lopen zo meer kans om een recept voorgeschreven te krijgen. Een vrouwelijke manier van omgaan met ziekte en problemen is de neiging de oorzaak bij zichzelf te zoeken, mannen schrijven hun klachten eerder toe aan externe invloeden. In hun boek schrijven beide huisartsen: ‘De keer­zijde van de vrouwelijke manier van coping is dat de patiënt te veel blijft piekeren en verstrikt raakt in schuldgevoelens. De keerzijde van de mannelijke manier van coping is dat er snel naar oplossingen wordt gezocht zonder stil te staan bij wat de klacht of het probleem voor de patiënt betekent.’

Uiteraard gaat het hier om generalisaties en zijn er individuele verschillen. Maar dit algemene beeld geldt, aldus Lagro-Janssen, wel voor bijna alle samenlevingen. ‘Andere diversiteits­aspecten mediëren deze processen, daarmee bedoel ik: ze maken het groter of kleiner. Als het gaat over socialisatie, over rollen en dus over gender kun je stellen dat de meeste niet-westerse culturen de genderverschillen nog een slagje groter maken.’

‘Als een man en een vrouw met dezelfde klacht komen, kan de differentiaaldiagnose alleen al anders zijn doordat de presentatie van de klacht verschilt’, gaat Teunissen verder. ‘Achter een alcoholverslaving gaat bij mannen niet zelden een depressie schuil, bijvoorbeeld. Bij mannen is een depressie vaak minder duidelijk, zoals dat in het geval van hartklachten bij vrouwen het geval is.’

In Gendersensitieve huisartsgenees­kunde. Een handboek voor de praktijk gaan ruim veertig auteurs aan de hand van veelvoorkomende klachten in de huisartsen­praktijk na wat er bekend is over verschillen tussen mannen en vrouwen. Denk aan onder meer pijn, aanhoudende lichamelijke klachten, PDS, ziekte van Parkinson, artrose, osteoporose en fracturen, pijn op de borst, diabetes mellitus, schildklieraandoeningen, infecties, psoriasis, problematisch alcoholgebruik, stoppen met roken, stress, partnergeweld, en farma­cotherapie.

Op 25 november vindt over dezelfde thematiek het congres Gender in de spreekkamer plaats.

Gendersensitieve huisarts­geneeskunde. Een handboek voor de praktijk, Toine Lagro-Janssen en Doreth Teunissen (red.), Bohn Stafleu van Loghum, 488 blz., 49,50 euro.

Blinde vlekken

In hoeverre maakt het uit of de geconsulteerde arts een man of een vrouw is? Lagro-Janssen, lachend: ‘Wat denkt u zelf? Ja, dat maakt uit. Maar er is helaas nog te weinig onderzoek naar gedaan. Onderzoek onder huisartsen in opleiding laat zien dat de mannen onder hen hun consult beter structureren, en dat de vrouwen beter aansluiten bij datgene wat de patiënt communiceert. Een belangrijk gegeven dat je juist in de huisartsenopleiding goed kunt gebruiken. Je wilt de artsen in opleiding immers wijzen op hun blinde vlekken. Recent onderzoek laat opnieuw zien dat maar weinig mannelijke patiënten een duidelijke voorkeur hebben voor het geslacht van de huisarts, en dat vrouwelijke patiënten vaker een voorkeur hebben voor een vrouwelijke huisarts, vooral als ze intieme zaken, waarbij schaamte een rol speelt, willen bespreken. Opmerkelijk is dat het daarbij vooral gaat om jongere vrouwen.’

De wijze waarop de arts als persoon verweven is met het professioneel handelen, speelt in de benadering van patiënten een grote rol, stellen Teunissen en Lagro-Janssen. Dat een arts zich bewust is van haar/zijn eigen socialisatie tot vrouw of man is daarom belangrijk, zeker als het in de spreekkamer gaat om persoonlijke en intieme zaken. ‘Bekend is dat een patiëntgerichte communicatiestijl samenhangt met een grotere patiënttevredenheid en dit laatste weer met een grotere therapietrouw.’

Inmiddels – het handboek kan het bewijzen – is er voldoende kennis om gendersensitieve zorg in de geneeskundeopleidingen te implementeren. ‘Dat lukt bij de ene opleiding beter dan bij de andere’, zegt Doreth Teunissen. ‘Je bent bijvoorbeeld afhankelijk van het feit of er net een curriculum­herziening op het programma staat. En vergeet ook niet: docenten en opleiders moeten al zoveel nieuwe dingen doen. Twee keer per jaar organiseren we bijeenkomsten met gendersensitieve docenten die we up-to-date brengen met kennis over sekse en gendergeneeskunde.’

Feit is wel, constateert Toine Lagro-Janssen tevreden, dat sekse- en genderaspecten in de landelijke opleidingsplannen van vijf vervolg­opleidingen – cardiologie, psychiatrie, interne geneeskunde, maatschappij + gezondheid en huisartsgeneeskunde – verankerd zijn, zoals ook in het Raamplan basiscurriculum. 

De verovering van een mannenbolwerk - De feminisering van de medische beroepen

Tijdens de Domus Dag op 11 december zal Toine Lagro-Janssen spreken over de ontwikkeling van een sekse- en gendersensitieve geneeskunde.

Meld u aan op medischcontactlive.nl

5 punten ABAN

Lees meer

interview gender
  • Henk Maassen

    Henk Maassen is journalist bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.