KNMG ontraadt motie kindermishandeling
Plaats een reactieArtsenfederatie KNMG is fel gekant tegen een wettelijke meldplicht voor kindermishandeling. PVV-kamerlid Dille diende daarover vorige week een motie in.
De PVV wil de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling omzetten in een wettelijke meldplicht. In de meldcode die nu wordt gehanteerd is het voor zorgverleners geen plicht om een vermoeden van kindermishandeling te melden. Wel geldt er een ‘ja, tenzij’-beleid; er moeten zwaarwegende redenen zijn om niet te melden.
In een brief aan de Tweede Kamer stelt de KNMG dat een professional volgens de meldcode een vermoeden van kindermishandeling nader moet onderzoeken. Hij is daarbij verplicht om een deskundige in te schakelen. Als een kind thuis niet veilig blijkt, moet de zorgverlener ook volgens de geldende code melden.
Invoering van een meldplicht zou contraproductief zijn, vreest de KNMG. Ouders die hun kinderen mishandelen zouden dan nog vaker zorg mijden. Ook bestaat het gevaar dat er een stuwmeer aan meldingen ontstaat, waarvan er vele onterecht zullen zijn. Tot slot is de KNMG bang dat zorgverleners zich na een melding ontslagen voelen van verdere bemoeienis en dat is volgens de artsenfederatie ook niet de bedoeling.
Robert Crommentuyn
Lees de brief van de KNMG: Geen wettelijke meldplicht kindermishandeling
Zie ook:
MCtv Nascholing Meldcode Kindermishandeling
- Meer nieuws
-
Robert Crommentuyn
Robert Crommentuyn is sinds 1998 verbonden aan Medisch Contact. Tot 2011 was hij werkzaam in de functie van journalist, waarbij hij zich specialiseerde in reportages, interviews en achtergrondverhalen op de aandachtsgebieden ‘Werk en inkomen’ en ‘Bekostiging van de zorg’.<br><br> Sinds juni 2011 is Crommentuyn adjunct-hoofdredacteur en in die functie verantwoordelijk voor de totstandkoming van het weekblad Medisch Contact, de bijlagenreeks Thema, het lifestylemagazine Geniet en het studentenmagazine Arts in Spe.<br><br> Crommentuyn was eerder actief als freelance journalist en studeerde Algemene Letteren aan de Universiteit van Utrecht.
- Er zijn nog geen reacties