KNMG: Meldplicht terreurplannen schiet doel voorbij

Nederland kent geen meldplicht voor terreurplannen en als het aan de KNMG ligt, blijft dat zo. De artsenfederatie laat dat vandaag weten in een reactie op plannen van de Duitse minister van Binnenlandse zaken en naar aanleiding van toegenomen vragen van artsen aan de Artseninfolijn.

De Duitse minister van Binnenlandse Zaken, Thomas de Maizière, pleitte voor het oprekken van het beroepsgeheim zodat artsen het melden als hun patiënt terreurplannen lijkt te hebben. Het plan is onderdeel van een pakket maatregelen tegen terroristische aanslagen. De Maizière wil criminele buitenlanders uitzetten, Syriëgangers hun paspoort ontnemen en meer geld voor politie- en opsporingsinstanties. De wapenwet moet worden aangepast om aankoop van wapens via internet lastiger te maken. Om radicalisering van vluchtelingen tegen te gaan, wordt geïnvesteerd in de steun die asielzoekers krijgen om te integreren. In Duitsland werden in juli vijf aanslagen gepleegd. Hierbij vielen vijftien doden en tientallen gewonden.

De voorzitter van de Duitse Bundesärztekammer, Frank Ulrich Montgomery, sprak zich direct uit tegen de meldplicht voor terreurplannen. Ook de KNMG laat vandaag weten dat niet te zien zitten en noemt het van belang dat een patiënt alles met een arts kan bespreken, waaronder angsten, woedes, frustraties en intimiteiten en gepleegde strafbare feiten. ‘Om goede zorg te kunnen verlenen, is het tegelijkertijd van groot belang dat een patiënt alle noodzakelijke informatie verstrekt aan een arts. Het beroepsgeheim dient daarom zowel het algemeen maatschappelijke belang als het individuele gezondheidsbelang van de patiënt’, aldus de KNMG.

De KNMG wil ervoor waken dat de arts een soort verlengstuk van justitie wordt. Er bestaan volgens de federatie afdoende mogelijkheden voor artsen om het beroepsgeheim te doorbreken als er een onafwendbaar gevaar voor de patiënt of anderen ontstaat. In een vandaag gepubliceerd artikel zet de KNMG de criteria op een rij: Er moet sprake zijn van onafwendbaar gevaar, en als de arts niet spreekt levert dit ernstige schade op. Daarnaast mag er geen andere uitweg zijn dan doorbreking van het geheim èn het moet vrijwel zeker zijn dat door de geheimdoorbreking die schade kan worden voorkomen. De arts ervaart gewetensnood door het handhaven van de zwijgplicht en probeert eerst alles om toestemming van de patiënt te krijgen voor het doorbreken ervan.