Laatste nieuws
mr. D.Y.A. van Meersbergen
2 minuten leestijd
Federatienieuws

KNMG: Collega’s in de arena

Plaats een reactie

De KNMG kent al sinds het begin van de vorige eeuw tucht- en geschillenrechtspraak. Toch zijn veel leden hiervan niet op de hoogte. Zij worden daar pas mee  geconfronteerd nadat een collega ze in de arena heeft gesleurd en het verzoek van de raad om een verweerschrift in te dienen op de deurmat is gevallen. Om verrassingen te voorkomen: een korte introductie in het verenigingstuchtrecht.



Sinds 2002 bestaat de Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG in zijn huidige vorm. Het doel is onder meer vermeend oncollegiaal gedrag van leden aan de kaak te stellen.1 Getoetst wordt onder meer aan de KNMG gedragsregels en aan andere richtlijnen. In tegenstelling tot het wettelijke tuchtrecht, waarbij ook patiënten en niet-leden kunnen klagen, staan hier alleen KNMG-leden tegenover elkaar. Klachten kunnen bij de secretaris van de raad worden ingediend. Deze zorgt ervoor dat de aangeklaagde arts op de hoogte wordt gesteld van de klacht en een verweerschrift kan indienen. Na deze schriftelijke ronde worden partijen uitgenodigd voor een zitting waarna de raad uitspraak zal doen.



Maar wat is nu de toegevoegde waarde van het KNMG verenigingstuchtrecht ten opzichte van het wettelijke tuchtrecht? Bestaat er überhaupt behoefte aan een mogelijkheid om tegen een collega een klacht in te dienen? En is het wel wenselijk dat er binnen een vereniging een mogelijkheid geboden wordt om onderling een (juridisch) steekspel te voeren? Op deze laatste vraag is het antwoord mijn inziens helder: elke vereniging die haar leden bindt aan de door de vereniging opgestelde (gedrags)normen moet een manier hebben om gedragingen van de leden te kunnen toetsen en zo nodig te sanctioneren. Er bestaat behoefte aan het KNMG-tuchtrecht:  vorig jaar zijn zeven klachten aan de raad voorgelegd. Veel klachten gaan over oncollegiaal handelen van een collega. Bijvoorbeeld omdat een arts wordt uitgesloten van een waarneemregeling of omdat kritiek op een collega niet onderling is besproken. In november 2006 deed de raad bijvoorbeeld een uitspraak in een klacht tussen twee verpleeghuisartsen. Een van hen had, ten behoeve van een ontslagprocedure, een verklaring opgesteld waarin kritiek werd geuit op het functioneren van de ander. De raad oordeelde dat de kritiek eerst met die collega had moeten worden besproken (Gedragsregel III.1).2



Uit die uitspraak blijkt overigens ook nog eens de toegevoegde waarde van het KNMG-tuchtrecht ten opzichte van het wettelijk tuchtcollege. Hoewel ook bij het wettelijk tuchtrecht een klacht tegen een collega kan worden ingediend, is de reikwijdte van het wettelijk tuchtrecht beperkt tot handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg. De KNMG-tuchtrechter neemt niet het verlenen van individuele gezondheidszorg als vertrekpunt, maar het handelen met de waardigheid of de belangen van de medische stand en staat daarmee open voor andersoortige klachten.

Een lid van de KNMG heeft zich gecommitteerd aan de KNMG-gedragsregels. Daarbij hoort ook dat je jezelf voor die regels toetsbaar opstelt. Dat geldt zeker bij problemen die zich in de collegiale sfeer afspelen. Immers, als het tussen collega’s niet botert, kan dat grote gevolgen hebben voor de kwaliteit van zorg.  n

mr. D.Y.A. van Meersbergen,
beleidsmedewerker gezondheidsrecht  tevens  secretaris van de Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG.

Correspondentieadres:

d.van.meersbergen@fed.knmg.nl



Referenties


1. Artikel 2 Reglement tuchtrechtspraak KNMG.  2. MC 2007/3, p. 123-125.

Federatienieuws KNMG
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.