Klant is koning op de zorgmarkt (2)

Met verbazing las ik ‘Klant is koning op de zorgmarkt’ van J.G.A. van Mierlo (MC 47/2004:1857). Iemand die blijkens zijn ongenuanceerde kritiek geen enkel verstand heeft van de zorgsector, krijgt vier pagina’s ruimte!

Concurrentie zal samenwerking niet stimuleren, omdat dat niet in het belang is van de concurrenten. Men zal bang zijn patiënten te verliezen aan de concurrent. De Nederlandse Mededingingsautoriteit (Nma) zal samenwerking bovendien kunnen zien als concurrentievervalsing.

De stelling dat de consument bepaalt of zorg zinnig of onzinng is, getuigt van weinig kennis van de zorg. De consument kan dit namelijk niet bepalen. Het beantwoorden van een zorgvraag is iets anders dan de consument in alles zijn zin geven. Marktwerking zal in dit opzicht kostenverhogend werken. Voorbeeld: als een patiënt een MRI-scan wil, waarvoor de arts eigenlijk geen indicatie ziet, dan zal de scan eerder worden aangevraagd dan nu, omdat de patiënt anders naar een ander ziekenhuis gaat. In België bestaat deze vorm van over-diagnostiek al jaren.

Van Mierlo’s vergelijking van de zorg met een supermarkt gaat natuurlijk volledig mank: gezondheid is niet een pak waspoeder, waarvan de ene aanbieder een duurder/beter merk in de schappen heeft dan de andere. De kwaliteit van de gezondheidszorg is in Nederland (in tegenstelling tot vele andere landen) redelijk eenvormig. Laten we dit zo houden!

Een bonus-malussysteem in de ziektekostenverzekering? Als we de gezondheids-risico’s van de Nederlander willen vergroten, moeten we dit zeker invoeren! Nog afgezien van de praktische problemen die de controle van gezond of ongezond gedrag meebrengt, zal het systeem leiden tot een verhoging van de drempel voor een bezoek aan een arts. En hoeveel onnodig gebruik van de gezondheidszorg er ook bestaat, dit is níet de juiste manier om de consumptie te verminderen!

Terneuzen, november 2004

C.J.M. Oosterbos, orthopedisch chirurg