Laatste nieuws

Kinderen met hoofdpijn

Plaats een reactie

Een onderschat probleem

Hoofdpijn begint al jong. Ouders en huisartsen weten er vaak geen raad mee. Als kinderen aangeven dat zij hoofdpijn hebben, moet dit worden gerespecteerd. Hen dwingen ermee door te lopen, kan de pijn erger maken, bijvoorbeeld als het gaat om kindermigraine. Het NIPO onderzocht hoe vaak hoofdpijn bij kinderen voorkomt en hoe beperkend dit voor hen is.

Ook bij kinderen komt hoofdpijn - zowel gewone spanningshoofdpijn als migraine - veel voor. Van alle zevenjarigen heeft bijna de helft ooit hoofdpijn gehad.1 Een debuut op vijfjarige leeftijd als migrainepatiënt is geen uitzondering. Volgens een Schots onderzoek uit de ongeselecteerde populatie heeft ongeveer 10 procent van alle schoolgaande kinderen last van migraine.2 Behalve de hoofdpijnklachten kunnen kinderen net als volwassenen ook andere klachten hebben, zoals misselijkheid, overgevoeligheid voor licht of geluid, en stoornissen bij het zien in de zin van aura.3 Het dagelijks functioneren kan door deze klachten aanzienlijk worden verstoord. In de meeste studies naar voorkomen en aard van hoofdpijnklachten bij kinderen wordt gebruikgemaakt van een geselecteerde patiëntengroep.3-8 Het is te verwachten dat in de ongeselecteerde populatie de ernst en de beperkingen die de hoofdpijn voor de meeste kinderen opleveren, wel meevallen. Maar er zal ook een groep kinderen zijn voor wie de hoofdpijn een frequent en ernstig probleem vormt. Het is niet bekend hoe groot deze groep is en hoe ernstig de beperkingen in het dagelijks leven zijn door de hoofdpijn. Om dit in kaart te brengen, heeft de Stichting Voorlichtingsbureau Hoofdpijn een voor Nederland representatief onderzoek laten uitvoeren naar hoofdpijn bij schoolgaande kinderen van 6 t/m 16 jaar.

Vragenlijst


Het NIPO voerde het onderzoek uit door middel van persoonlijke vraaggesprekken met de ouders via een gestandaardiseerd computergestuurd interview.


Aan 2.691 ouders met kinderen in de leeftijd t/m 18 jaar is gevraagd of ze kinderen in de leeftijd van 6 t/m 16 jaar oud hadden met hoofdpijn. Bij gezinnen met meer kinderen is het kind gekozen dat het eerst jarig was. Van het onderzoek uitgesloten zijn de kinderen die alleen bij koorts hoofdpijn hebben of die het afgelopen jaar maar één keer hoofdpijn hebben gehad. De resterende kinderen vormen de onderzoeksgroep die uitvoerig geïnterviewd is.


De vragenlijst is zodanig opgesteld dat een goede indruk wordt verkregen van ernst en beperkingen door hoofdpijn in het algemeen. De vragenlijst is geen diagnostisch instrument. Er is een groep ‘ernstige hoofdpijn’ onderscheiden die arbitrair gedefinieerd is als ‘hoofdpijn die minimaal tweemaal per maand optreedt en bovendien leidt tot schoolverzuim of onderbreken van spel of sport’.


Om een indruk te krijgen van de groep kinderen met migraine is een ‘migrainegroep’ onderscheiden met ‘hoofdpijn die twee tot acht uur duurt en die gepaard gaat met misselijkheid en/of braken, of met overgevoeligheid voor licht en/of geluid, of die wordt voorafgegaan door stoornissen bij het zien, zoals vertekende beelden, flitsen, of verminderd zien’. Deze omschrijving is te weinig precies om te kunnen voldoen aan de criteria voor migraine van de International Headache Society, de IHS-criteria, onder meer omdat een migraineaanval bij kinderen 4 tot 48 uur mag duren. Echter, kinderen met migraine hebben zelden een aanvalsduur langer dan een dag en meestal maar een paar uur.1 8 Sommigen willen de ondergrens voor de aanvalsduur zelfs bij dertig minuten leggen.8


Daarnaast is gevraagd naar de aard en het beloop van de klachten, in hoeverre hoofdpijnklachten het dagelijks functioneren verstoren en welke maatregelen ouders dan treffen.


De resultaten zijn uitgedrukt in percentages van de kinderen met hoofdpijn of in prevalenties geldend voor Nederland, namelijk percentages van alle kinderen van 6 t/m 16 jaar.

Schoolverzuim


Twee van de drie kinderen van 6 t/m 16 jaar (745 van de 1.080 kinderen, 69 procent) hadden in dat jaar wel eens hoofdpijn gehad. Bij meisjes stijgt dit van 59 procent voor de 6- t/m 10-jarigen naar 80 procent voor de 11- t/m 16-jarigen. Bij jongens is dit respectievelijk 64 en 74 procent.


Van deze 745 kinderen hadden er 246 alleen hoofdpijn bij koorts gehad of in het voorafgaande jaar maar één keer hoofdpijn doorgemaakt. De resterende 499 kinderen van 6 t/m 16 jaar (46% van die leeftijdsgroep) met meer dan eenmaal per jaar hoofdpijn, vormen de onderzoeksgroep.


Ongeveer één op de zes kinderen met hoofdpijn had last van migraine volgens de gehanteerde definitie; dit is 8 procent van de totale onderzoekspopulatie. Opvallend was dat migraine vaker bij jongens van 11 t/m 16 jaar voorkwam dan bij andere groepen. Van de kinderen met hoofdpijn heeft 37 procent minimaal tweemaal per maand hoofdpijn, in casu 17 procent van alle kinderen.


Een kwart van de totale hoofdpijngroep (in casu 11 procent van alle kinderen van 6 t/m 16 jaar) verzuimt wel eens school vanwege de hoofdpijnklachten. Bij de migrainegroep is dit percentage hoger dan bij kinderen met gewone hoofdpijn zonder begeleidende symptomen (39% versus 22%). Bijna tweederde van de kinderen die vanwege hun hoofdpijnklachten wel eens verzuimen, verzuimt een hele dag. Van de kinderen die verzuimen wegens hoofdpijn, verzuimt 75 procent enkele keren per jaar, 15 procent verzuimt elke maand, van wie 4 procent minimaal elke week of meerdere keren per week.


Eveneens 11 procent van alle kinderen onderbreekt wel eens het (buiten)spelen, jongens wat vaker dan meisjes. Bij sporten moet 8 procent soms met het sporten stoppen vanwege de hoofdpijn. Oudere kinderen (11 t/m 16 jaar) onderbraken school en sport vaker dan jongere kinderen.


Negen procent van alle kinderen valt onder de door ons geformuleerde definitie van ernstige hoofdpijn die minimaal tweemaal per maand optreedt en bovendien leidt tot schoolverzuim of het onderbreken van spel of sport. Ongeveer eenderde van deze kinderen heeft migraine volgens onze beperkte definitie, met een aanvalsduur van twee tot acht uur en andere symptomen naast de hoofdpijn. Dit betreft vaker de oudere kinderen. Van de 2,1 miljoen kinderen van 6 t/m 16 jaar hebben dus 180.000 kinderen ernstige hoofdpijn die hun doen en laten beperkt.


Begeleidende verschijnselen, zoals overgevoeligheid voor licht en/of geluid, misselijkheid of braken en al dan niet stoornissen bij het zien, komen voor bij 39 procent van de kinderen met hoofdpijn; 4 procent heeft last van én fotofobie én fonofobie én misselijkheid of braken. Overgevoeligheid voor licht of geluid komt het meest voor (28%), gevolgd door misselijkheid of braken (14%) en stoornissen bij het zien (9%) voorafgaand aan de hoofdpijn. De overige 61 procent heeft alleen maar hoofdpijn.


Kinderen uit de migrainegroep hebben per definitie meer last van overgevoeligheid voor licht en/of geluid (80%). Ook treedt de hoofdpijn bij deze migrainegroep vaker plotseling op en duurt deze meestal langer dan bij kinderen met ‘gewone’ hoofdpijn.


Bij ongeveer een kwart van de kinderen met hoofdpijn werd de hoofdpijn erger tijdens sport of spel. Bij migraine komt dit zelfs voor bij ongeveer 40 procent van de kinderen.

Pijnstillers


Ouders gaven als belangrijkste oorzaak van de hoofdpijn van hun kind: spanningen, stress en drukte (42%); migraine werd maar in 4 procent van de gevallen genoemd. Daarnaast werden vermoeidheid genoemd (15%, voornamelijk bij jongere kinderen), menstruatie (8%) en te kort of te lang slapen (7%).


Bij één op de vijf kinderen met hoofdpijn zijn de klachten al vóór het zesde jaar begonnen. De gemiddelde leeftijd waarop de hoofdpijn begon was 7,6 jaar voor de kinderen uit de migrainegroep en 8,4 jaar voor de groep met gewone hoofdpijn.


Bij ruim de helft van de kinderen met hoofdpijn zijn de duur en de frequentie van de hoofdpijnklachten in de loop der jaren gelijk gebleven. In de migrainegroep nam de frequentie van de hoofdpijn in de loop van de tijd vaker toe dan bij gewone hoofdpijn (32% versus 17%). Bij meer dan de helft (57%) van alle kinderen met hoofdpijn komen hoofdpijnklachten in de familie voor, in de migrainegroep zelfs bij twee van de drie kinderen.


Bij driekwart van alle kinderen gaat de hoofdpijn over na eventjes slapen; in de migrainegroep hielp het slapen vaker (83% versus 73%).


Bijna vier op de tien kinderen met hoofdpijn gebruikten pijnstillers; oudere kinderen (11 t/m 16 jaar) vaker dan jongere kinderen (6 t/m 10 jaar), ongeacht de soort hoofdpijn. De meeste medicijnen (82%) werden door de ouders zelf gekocht, terwijl 18 procent door een arts werd voorgeschreven. De mate van medicijngebruik verschilde wel bij kinderen met of zonder migraine. Van de kinderen in de migrainegroep die medicijnen gebruiken, slikt 68 procent deze alleen bij een aanval; in de groep gewone hoofdpijn nemen de meeste kinderen die medicijnen gebruiken (59%) maar ‘heel soms’ medicijnen. Vijf procent van de kinderen met hoofdpijn die medicijnen gebruiken, slikken die bijna dagelijks. In de groep kinderen met ernstige hoofdpijn was dit 10 procent.


Bij bijna één op de vijf kinderen met hoofdpijn werd aan iemand anders advies gevraagd over de hoofdpijnklachten. Dit gebeurde vaker in de migrainegroep dan bij de groep met gewone hoofdpijn (36% versus 15%). De homeopaat of alternatief genezer werd in dit verband het meest genoemd (28%), gevolgd door een familielid (20%). De huisarts komt pas op de derde plaats (14%).


Eenderde van alle kinderen met hoofdpijn heeft vanwege hoofdpijnklachten een arts bezocht; in de migrainegroep komt dit vaker voor dan in de groep met gewone hoofdpijn (56% versus 30%). Meestal betrof het de huisarts (81% van diegenen die een arts bezoeken), zelden de kinderarts of neuroloog (12%). Als het tot een bezoek aan een specialist kwam, waren dat meestal kinderen uit de migrainegroep. Van de kinderen met ernstige hoofdpijn had 12 procent een specialist bezocht.

Geen diagnostische pretenties


Bijna de helft van alle schoolgaande kinderen heeft minimaal tweemaal per jaar last van hoofdpijn. Vaak gaat het om klachten die maar enkele keren per jaar voorkomen, die na even slapen vaak over zijn en die het dagelijks functioneren nauwelijks beïnvloeden. De uitspraak ‘Ach, iedereen heeft wel eens hoofdpijn en zo erg is dat niet’ geldt dan ook voor veel kinderen. Maar er is een groep kinderen voor wie dit niet opgaat.


Allereerst hebben we een migrainegroep onderscheiden met aanvallen van hoofdpijn die twee tot acht uur duren en die gepaard gaan met verschijnselen als fotofobie of misselijkheid dan wel worden voorafgegaan door aura. Dit komt voor bij 8 procent van alle kinderen van 6 t/m 16 jaar. Van deze migrainegroep heeft ongeveer 30 procent vóór het opkomen van de hoofdpijn last met zien, vermoedelijk aura. Deze bevindingen zijn vergelijkbaar met de 10 procent prevalentie voor migraine die bij onderzoek onder schoolkinderen in Aberdeen gevonden is en waarbij wel de IHS-criteria zijn gebruikt.2 Hoofdpijn, waaronder migraine, begint al jong.


Onze vragenlijst had geen diagnostische pretenties. Daarom kan de migrainegroep zowel kinderen met spanningshoofdpijn bevatten als kinderen met migraine missen. Bij spanningshoofdpijn kunnen namelijk fotofobie of fonofobie optreden, hoewel niet beide en niet vaak. Ook kan de anorexie bij spanningshoofdpijn worden opgevat als misselijkheid. Aan de andere kant zijn er kinderen met migraineaanvallen die langer dan acht uur duren. Maar globaal vertonen de kinderen in de migrainegroep de kenmerken die passen bij migraine, zoals vaker schoolverzuim, vaker beperkingen en vaker verergering bij inspanning.


De tweede manier om meer ernstige klachten te schetsen, is een groep kinderen te onderscheiden met frequente hoofdpijn (> 2 per maand) die tot schoolverzuim of onderbreken van sport en spel kan leiden. Dit betreft 9 procent van alle kinderen van 6 t/m 16 jaar, meestal de oudere kinderen. Het gaat om 180.000 kinderen in Nederland.


De gemiddelde leeftijd waarop klachten zijn ontstaan, ligt rond de 7-8 jaar. Een jonger debuut, ook van migraine, is dus niet ongebruikelijk. De wat oudere kinderen hebben meestal al jarenlang last van hoofdpijn.

Meer aandacht


Uit dit onderzoek blijkt dat voor de groep kinderen met ernstige hoofdpijn weinig aandacht bestaat. Zowel ouders als huisartsen onderschatten vaak het probleem of weten er niet goed raad mee. Ook worden de kinderen weinig verwezen naar de specialist. Ouders schrijven de hoofdpijn vaak toe aan spanningen of stress. Aan een mogelijke relatie met chronisch slaaptekort, hetgeen een belangrijke rol kan spelen, wordt weinig gedacht.10 Ouders raadplegen relatief vaak de homeopaat of alternatief genezer.


We denken dat naast meer bekendheid bij ouders ook meer aandacht nodig is van huisartsen, leerkrachten, sporttrainers en GGZ-hulpverleners, vooral voor de kleine groep kinderen met ernstige hoofdpijn en de kinderen die vrijwel dagelijks medicijnen gebruiken hiervoor. Voor leerkrachten en sporttrainers is het belangrijk te weten dat de hoofdpijn die kinderen aangeven, gerespecteerd dienen te worden voor wat het kind zegt dat het is: pijn. Hen dwingen door te lopen met hoofdpijn kan de pijn erger maken als het bijvoorbeeld een kindermigraine betreft. Er is nog voldoende ruimte voor goede voorlichting. <<

 

 

dr. N.P. van Duijn,

huisarts, afdeling Huisartsgeneeskunde, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam; voorzitter Stichting


Voorlichtingsbureau Hoofdpijn


drs. H.J. Brouwer,

psycholoog, afdeling Huisartsgeneeskunde, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam
dr. R.H.J.M. Gooskens,

kinderneuroloog, Wilhelmina Kinderziekenhuis te


Utrecht


Literatuur


1. Brouwer OF, Ferrari MD. Hoofdpijn bij kinderen. Tijdschr Kindergeneeskd 1995; 63: 135-40.  2. Abu-Arefeh I, Russell G. Prevalence of headache and migraine in schoolchildren. BMJ 1994; 309: 765-9.  3. Winner P, Martinez W, Mate LLB. Classification of pediatric migraine: proposed revisions to the IHS-criteria. Headache 1995; 35: 407-10.  4. Chu ML, Shinnar S. Headaches in children younger than 7 years of age [see comments]. Arch Neurol 1992; 49: 79-82.  5. Hussain IH. Recurrent headaches in children—an analysis of 47 cases. Med J Malaysia 1995; 50: 365-9.  6. Lewis DW, Middlebrook MT, Mehallick L, Rauch TM, Deline C, Thomas EF. Pediatric headaches: what do the children want? Headache 1996; 36: 224-30.  7. Pascual J, Berciano J. Clinical experience with headaches in preadolescent children. Headache 1995; 35: 551-3.  8. Versluis R, Brouwer F. Hoofdpijn bij kinderen; een follow-up onderzoek. Tijdschr Kindergeneeskd 1995; 63:141-3.  9. Shillito P, Stephenson J. Headaches in children: action or reassurance. Practitioner 1994; 238: 761-5.  10. Feikema WJ. Hoofdpijn en chronisch slaaptekort: een vaak miskende relatie bij kinderen en ook bij volwassenen. Ned Tijdschr Geneeskd 1999; 143: 1897-900.

 

SAMENVATTING

l Uit een representatief NIPO-onderzoek blijkt dat 46 procent van de kinderen van 6 t/m 16 jaar in een jaar twee of meer keer hoofdpijn hebben gehad. Vaak is dit kortdurend, niet ernstig en nauwelijks beperkend in het dagelijks leven.


l Echter, 9 procent heeft frequente, ernstige hoofdpijn. Dit zijn 180.000 van de 2,1 miljoen kinderen van 6 t/m 16 jaar.


l Een aantal van hen gebruikt vaak tot dagelijks medicijnen.


l Ongeveer 10 procent moet sport of spel onderbreken of verzuimt soms van school; 2 procent zelfs maandelijks of vaker.


l Veel ouders menen dat kinderhoofdpijn door spanningen komt en vaak wordt de hoofdpijn gelaten voor wat het is.


l De kleine groep kinderen met ernstige hoofdpijn of met migraine wordt hiermee waarschijnlijk tekortgedaan.

migraine koorts
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.