Laatste nieuws
Lieke de Kwant
8 minuten leestijd
levenseinde

Kinderarts uit Kazachstan wordt ouderengeneeskundige in Achterhoek

‘Cultuurverschillen? Ik heb meer last van bezuinigingen’

Plaats een reactie
De Beeldredaktie/ Luuk van der Lee
De Beeldredaktie/ Luuk van der Lee

Kazachse ouderen wonen tot hun dood bij hun kinderen. Het hele fenomeen bejaardenhuis was dan ook een schok voor Injou Alhashime toen zij twintig jaar geleden naar Nederland kwam. Inmiddels is ze specialist ouderengeneeskunde en voelt ze zich ‘als een vis in de vijver’ in een verpleeghuis in de Achterhoek.

‘Kijk, dat is het werk van mevrouw Kaptein.’ Injou Alhashime wijst op een gesloopt stopcontact. Het is lastig te geloven dat de tengere dame die in een hoekje van de woonkamer op de bank ligt, dit op haar geweten heeft, maar het blijkt haar specialiteit. ‘Zij woonde in een kleinschalig woonproject en trok daar steeds de brandmelders van de muur. Dan gingen de deuren open en nam mevrouw Kaptein iedereen mee naar de stad. Op een gegeven moment zei de brandweer: dit kan niet langer. En toen kwam zij hier. Zij ziet er zo lief uit, hè. We noemen haar het vrouwtje van de Golf-reclame.’

Lidwoorden mama!

Sinds gisteren gaat het echter niet zo goed met mevrouw Kaptein en daarom staat een – poging tot – lichamelijk onderzoek vanmorgen als eerste op het programma van Injou. De Kazachse, gekleed in een zandkleurige broek en dito hoofddoek boven een zwarte bloes, werkt sinds vier jaar als specialist ouderengeneeskunde in Den Ooiman-Sensire in Doetinchem.

De weg die haar hier bracht, is op z’n zachtst gezegd bijzonder. Ze werkte al een paar jaar als kinderarts in Kazachstan toen ze voor promotieonderzoek naar Moskou ging en daar haar Irakese man leerde kennen. Begin jaren negentig volgde ze hem naar Nederland toen hij hier asiel kreeg. ‘In de begintijd in Nijmegen ging mijn man naar school en ik leerde Nederlands door zelfstudie, want wij hadden twee kleine kinderen.’ Lachend: ‘Soms ik twijfel of zelfstudie was slim voor grammatica. De volgorde van woorden in Russische en Kazachstans is anders, meer zoals Engels. En mijn kinderen zeggen altijd: lidwoorden mama!’

Frontotemporale dementie

Dat de dokter een beetje anders dan anders praat, lijkt in het geheel geen punt voor bewoners en collega’s in het verpleeghuis. De verzorgers van mevrouw Kaptein vertellen Injou dat de vrouw al een paar dagen slecht eet en opmerkelijk passief is. Vlogen voorheen de potten jam geregeld door de kamer, nu ligt ze veel op de bank. Loom betast en bekijkt ze de arm van de jonge verzorgster die schrijlings naast haar zit. Die mag het saturatiemetertje van Injou op haar gerimpelde vinger zetten (al krijgt ze het niet meer terug) en mevrouw Kaptein laat zelfs toe dat Injou, achter de verzorgster gezeten, voorzichtig de stethoscoop op haar borst zet.

‘Dit is voor het eerst sinds haar opname dat ik haar longen kan luisteren’, stelt Injou vrolijk vast. Omdat ze niets afwijkends hoort, kan ‘longontsteking’ van haar DD-lijstje af. Ze vraagt het afdelingspersoneel om urine op te vangen – ‘als het lukt’. ‘Misschien is het een blaasontsteking. En anders kan het nog een niet-bloedig insult zijn, een veelvoorkomende complicatie van dementie’, legt Injou uit. ‘Of het komt door de anti-epileptica die ze krijgt voor de impuls-regulatie.’

Integreren

Links en rechts bewoners en collega’s groetend loopt Injou even later door de gangen en binnentuinen van het verpleeghuis, op weg naar haar kantoortje. ‘Dit is mijn wereld, ik voel me als een vis in de vijver hier’, zegt ze. Aanvankelijk was ze nog wel van plan om ook in Nederland kinderarts te worden, maar tijdens de verkorte geneeskundestudie die ze eerst moest doen, ontdekte ze dat het moederschap haar had veranderd. ‘Ik deed een coschap bij kinderoncologie en ik had er moeite mee. De beperkingen en ziektes, en het overlijden op heel jonge leeftijd. Ik was emotioneler geworden.’

Het coschap in het verpleeghuis beviel haar opvallend genoeg juist heel goed.
‘In mijn land is het gebruik dat jij tot jouw dood bij een van jouw kinderen blijft. Dus het bejaardenhuis was een schok. Maar op een gegeven moment begreep ik het wel. Iedereen hier heeft zijn eigen leven, eigen werk. Ik heb het genomen zoals het is, dat hoort bij integreren.’ Na dat coschap, en ook gedreven door de wens om na de vele opstartjaren in een nieuw land ‘zo snel mogelijk aan de bak’ te gaan, maakte Injou haar keuze. In 2004 studeerde ze af in de ouderen-geneeskunde.

'Het is beter om geen toeters en bellen meer te doen'

Toeters en bellen

In haar kantoor heeft Injou juist een telefoongesprek met een ziekenhuismedewerkster over MRSA-bestrijding afgerond als verpleegkundig specialist Judith Groothuis binnenkomt voor overleg over meneer Paardekooper van de somatische afdeling. Hij valt af en ziet bleek en Judith overweegt om bloed te laten prikken. ‘Wat ga jij doen met de uitslag?’, vraagt Injou. ‘Misschien niks’, erkent Judith na een korte denkpauze. ‘Hij was nooit een dikkerd’, relativeert Injou. ‘En de laatste tijd krijgt hij ook grote gaten in zijn geheugen. Ik denk dat het voor meneer Paardekooper beter is om geen toeters en bellen meer te doen.’

Schrijver en verpleeghuisarts Bert Keizer veronderstelde in 2005 in een artikel in Medisch Contact (MC 29-30/2005: 1213) dat er onder verantwoordelijkheid van buitenlandse artsen ‘moeizamer gestorven’ zou worden in Nederlandse verpleeghuizen. Injou wuift het weg. ‘De dood zie ik als natuurlijk proces en doorbehandelen, dat moet je per keer bekijken. Ook hier in het laatste station wordt wel curatief gehandeld, maar altijd afhankelijk van de voorgeschiedenis. Als iemand MS heeft en nog diverse verouderingsklachten, dan ik leg die op de weegschaal als we een beslissing moeten nemen. Maar bij een man van 80 die nog mobiel is en een gezonde voorgeschiedenis heeft, gaan we meer doen. Het zijn keuzes waar jij open over moet praten. Voor mij is dat gesneden koek.’

Euthanasie

‘Mijn grens ligt bij euthanasie’, gaat Injou verder. ‘Vanuit mijn geloof doe ik het niet, maar ik zal de vraag van een patiënt nooit laten liggen en altijd doorverwijzen naar een collega. Waarom ik het niet doe?’ Met een glimlach: ‘Ik zeg liever niet veel daarover. De islam is een groot geloof en er zijn veel verschillen. Leven en dood worden door God geschonken, dat is wat ik kan zeggen. En dat ik geen euthanasie doe, is helemaal niet erg. Zolang het bespreekbaar is en je kunt doorverwijzen.’

Injou vindt sowieso dat West-Europese artsen hun collega’s uit andere streken nog wel eens onderschatten. ‘Tijdens mijn studie vroegen mensen steeds: is het heel anders in Kazachstan? En dan zei ik: jij hebt twee ogen, ik heb twee ogen. Jij hebt één hart, ik heb één hart. De anatomie is idem dito. Iedereen denkt: Europa is de beste. Nou, dat is niet zo. Ik heb daar alles geleerd. Wel is hier de communicatie en relatie met de patiënt anders. Dat krijgt ook meer aandacht in de studie, dus dat heb ik allemaal hier geleerd. En de hiërarchie is anders. Maar dat is geen probleem.’

'Jij hebt twee ogen, ik heb twee ogen'

Aan het onderwerp ‘cultuurverschillen’ wil Injou liever helemaal geen woorden vuil maken. ‘Ze zijn er wel, maar ik heb er geen last van. Ik heb meer last van bezuinigingen en gedoe in de ouderenzorg.’

Knuffelhond

Na de lunch met de medische staf van het verpleeghuis – brood en Cup-a-Soup – stapt Injou in haar Volkswagen Touran met Duits kenteken – ‘we wonen inmiddels net over de grens’ – voor een bezoek aan de afdeling voor psychogeriatrie in het nabijgelegen dorp Wehl. In de opbergvakjes cd’s van Coldplay en James Morrison. ‘Vroeger in Kazachstan luisterden mijn broers en ik naar ABBA en Boney M. Ja, Boney M ja, dat kwam bij ons op de radio.’

‘Daar is de dokter’, zegt een medewerkster van de gesloten afdeling opgewekt tegen een bewoonster met een babypop op schoot. Injou groet hen uitgebreid en loopt dan naar de spreekkamer waar ze samen met een verpleegkundige een gesprek zal hebben met mevrouw Uijtendaal. Die maakt zich zorgen over de steeds heftiger wordende scheldpartijen van haar zus, een demente schizofreniepatiënte. ‘Ik neem ze altijd mee uit, dat vindt ze leuk. Maar de laatste vijf keer moest ik terug omdat ze begon te schreeuwen. Dan komen er zulke nare dingen uit, verschrikkelijk. Vroeger deed ze dat natuurlijk ook wel, maar niet zo erg. Ik zou het haar zo gunnen dat ze het laatste stukje van haar leven juist wat rustiger was. Kunnen we niet iets doen met de medicatie?’

‘Ja, dat kan’, antwoordt Injou, ‘maar dan wordt zij helemaal suf en gaat zij als een kasplantje op de bank liggen. Als haar psychose op de voorgrond komt, dan moet het natuurlijk wel. Maar nu zie ik eigenlijk een goede situatie. Zij trippelt veel rond in haar rolstoel en zij geniet van haar knuffelhond.’ De zus lacht. ‘Ja, dat is waar, dat is haar kindje.’ En een kasplantje, nee, dat wil ze zeker niet.

Langzaam maar zeker blijkt dat mevrouw Uijtendaal het zelf moeilijk vindt om haar zus zo te zien, aftakelend tussen al die mensen die niet meer weten wie ze ooit geweest zijn. ‘Ze hebben allemaal hard gewerkt, hun steentje bijgedragen, en dan zitten ze nu hier...’ Injou luistert begripvol en raadt haar aan vooral ook goed voor zichzelf te zorgen. ‘Hoe jong bent u?’, vraagt ze. Mevrouw Uijtendaal lacht. ‘83.’

Brandjesblusser

Na afloop op de gang vertelt Injou dat ze dit soort gesprekken een mooi onderdeel vindt van haar werk. ‘Ik ben niet 100 procent dokter, ik ben ook susser, begeleider, ondersteuner, brandjesblusser. Dat geeft mij intense voldoening. Ha, goedemiddag mevrouw De Ruijter!’ Uit een deuropening komt een stralend lachende dame met nette kleren aan en drie glinsterende kettingen om. Met haar lichtgele kunstlederen handtas bungelend aan de arm wekt ze sterk de indruk dat ze op stap gaat.

Dat probeert ze ook altijd en tot voor kort lukte het regelmatig, vertelt Injou even later. Want mevrouw De Ruijter verwijderde telkens de chip die de verzorgers in haar kleding stoppen en die bij de deur een alarm in werking zet. ‘Maar nu is het opgelost want we hebben de chip in haar handtas gedaan. Zij weet dat niet en ze gaat nergens heen zonder handtas.’

De namen van de patiënten in dit verhaal zijn gefingeerd.


lees ook

    Download dit artikel (PDF)
    euthanasie levenseinde dementie ouderengeneeskunde ouderenzorg reportage
    Op dit artikel reageren inloggen
    Reacties
    • Er zijn nog geen reacties
     

    Cookies op Medisch Contact

    Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.