Kennislacunes huisartsgeneeskunde geïnventariseerd
Plaats een reactieHet Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) heeft de voornaamste kennislacunes en al het lopend onderzoek in de huisartsgeneeskundige zorg in kaart gebracht. 178 kennislacunes en 187 lopende onderzoeken zijn het resultaat van die inventarisatie, die te vinden is op de website www.nhg.org/lacunes . Het overzicht is samengesteld op initiatief van het NHG, alle universitaire afdelingen huisartsgeneeskunde en het Nivel.
Een greep uit de ‘kennislacunes’ levert een diversiteit aan openstaande vragen op: Wat is de beste behandeling van eczeem? Wat is het effect van laxantia bij kinderen met buikpijn? Die middelen worden weliswaar regelmatig voorgeschreven, maar het is niet goed bekend hoe ze werken.
Of wanneer moet je wel of geen CRP doen bij diverticulitis? Kun je daarmee de diagnose stellen? En kun je met behulp van een verhoogde CRP voorspellen of er complicaties komen? Volgens Jako Burgers, huisarts en hoofd afdeling Richtlijnontwikkeling en Wetenschap van het NHG is dat geen onbelangrijke kwestie: ‘Meer zekerheid over het antwoord kan ertoe leiden dat je mensen thuis kunt behandelen.’
Volgens hem zijn deze en soortgelijke vragen vaak wel onderwerp geweest van tweedelijnsonderzoek, maar zijn ze juist in de eerstelijnspopulatie nog onbeantwoord. Burgers: ‘Wij zien immers ook de veel lichtere gevallen. Zo is er nu veel debat over het beleid bij hoofdtrauma. Als een kind op zijn hoofd is gevallen vinden neurologen in alle gevallen opname gewenst. Maar hoe vaak worden huisartsen niet gebeld omdat er een zuigeling van de commode is gevallen? Als het kind alert is en niet overgeeft dan sturen we doorgaans niet in. Maar we weten niet goed wat de criteria zijn op grond waarvan je wel moet doorsturen. Nu hebben we dat berekend, op basis van onder meer schattingen van a-priorikansen. Maar we zouden dat graag in de populatie willen onderzoeken.’
Volgens Burgers is ernaar gestreefd per standaard vijf tot tien kennislacunes te formuleren. Criteria voor de selectie waren onder meer: is de vraag goed te onderzoeken en levert een uitkomst ook echt wat op voor de patiënt. Maar er zijn nog meer criteria die alle zijn opgenomen in de zogeheten Haring-tool (handleiding en toolbox richtlijnontwikkeling in de Nederlandse gezondheidszorg). Met behulp van die tool is een verdere uitwerking van de onderzoeksvraag en informatie over het gewenste onderzoeksdesign toegevoegd aan alle kennislacunes.
In 2001 zijn de hiaten in de wetenschappelijke onderbouwing van de NHG-Standaarden voor het eerst op systematische wijze geïnventariseerd. De gevonden lacunes werden destijds vastgelegd in een database, in de vorm van een onderzoeksvraag, voorzien van een toelichting en één of meer trefwoorden. Die inventarisatie is later voor een groot deel herzien, waarbij overbodig geworden onderzoeksvragen zijn verwijderd en nieuwe vragen toegevoegd.
Die eerste inventarisatie heeft vruchten afgeworpen. Burgers: ‘Neem het rode oog. Lang was niet duidelijk wat beter was: antibiotische druppels of zalf geven, of een paar dagen afwachten. Een afwachtend beleid bleek het beste. Of neem het effect van antibiotische oordruppels versus dat van zure druppels bij otitis externa. De eerste blijken geen meerwaarde te hebben.’
Burgers benadrukt dat het steeds om vragen en dus om onderzoek gaat waar farmaceuten niet warm voor lopen. ‘Het liefst willen we dat ZonMw of misschien zelfs zorgverzekeraars geld vrijmaken. Want we willen graag een onderzoeksagenda opstellen, samen met de universitaire centra en het Nivel. We hebben daarom op dezelfde site tevens een overzicht van al het lopende onderzoek gepresenteerd. De vakgroep huisartsgeneeskunde van het UMC Utrecht (onder leiding van Niek de Wit) heeft in het kader van een promotieonderzoek de aanzet hiervoor gegeven. Dit initiatief sloot perfect aan op ons overzicht van kennislacunes. Zo kunnen we laten zien waar vragen passen in de bestaande onderzoeksstromen en waar er een mismatch bestaat.’
Op de vraag wat het overzicht voor de praktiserende huisarts die geen wetenschappelijk onderzoek doet, kan betekenen, heeft Burgers een laconiek antwoord: ‘Je weet dan in welke gevallen je niet zelf hoeft te speuren naar evidentie in de literatuur. De lacune laat immers zien: die evidentie is er niet, dus zoek niet verder.’
Henk Maassen
www.nhg.org/lacunes
Lees ook:
- Liever lezen dan doen
- NHG presenteert honderdste standaard
- Zinvol onderzoek vereist samenwerking
- Er zijn nog geen reacties