Laatste nieuws
Hittjo H. Kruyswijk
2 minuten leestijd

Kat en hond met boezemfibrilleren

Plaats een reactie
beeld: Thinkstock
beeld: Thinkstock

We hadden onze jonge boxer Pino nog geen veertien dagen in huis of we hoorden een blazend systolisch geruis aan het hart. Een congenitale mitralisinsufficiëntie? Fokker gebeld: geen belangstelling, de hond mocht wel geruild worden, maar dat doe je niet met een gezinslid.

Langzamerhand begon ze bij wandelingen achterop te raken. Toen ze 4 jaar oud was, merkten we dat ze een snelle onregelmatige hartslag had. Het ecg toonde boezemfibrilleren, kamerfrequentie 250/minuut (ecg 1). Wij behandelden haar met digoxine, waarvan bij de hond per kg lichaamsgewicht ongeveer de dubbele dosis van die bij de mens nodig is.

Pino (30 kg) kreeg met 2dd 0,25 mg digoxine een hartslag van 100/minuut. Bij een onderzoek door de faculteit Diergeneeskunde in Utrecht werd een gedilateerde cardiomyopathie met mitralisinsufficiëntie aangetoond. Prognose: overlevingsduur 6 tot 9 maanden.

Al gauw ontstond ascites, waarvoor wij met matig succes snel opklimmende doseringen furosemide tot 500 mg dd en spironolacton tot 100 mg dd gaven. Dat het ziektebeloop zoveel sneller verliep dan bij de mens schreven wij toe aan de veel kortere life span van de hond. Na 7 maanden is Pino overleden.

Jaren later kreeg onze kater Oidipous op 18-jarige leeftijd eveneens boezemfibrilleren, kamerfrequentie circa 250/minuut (ecg 2). Bij het ochtendrapport in ons ziekenhuis beweerde een assistent dat hij had geleerd dat katten helemaal geen boezemfibrilleren kunnen krijgen, omdat hun hart daar te klein voor is. Een nuttig leermoment: eerst de feiten, dan de theorie.

Het lukte niet onze kat met digoxine te behandelen. Tabletten kregen we niet naar binnen, en een pediatrische oplossing door het voer mengen had door zijn onregelmatige eetgewoonten evenmin succes. Onder een palliatief beleid is Oidipous enkele maanden later in zijn mand aan verval van krachten bezweken.

We moesten hem gauw naar buiten brengen, want binnen enkele minuten besloten de vlooien, waarvan we hem niet meer vrij hadden kunnen krijgen, hem te verlaten. Kat en hond uit één huisgezin, die elkaar overigens redelijk goed verdroegen, bleken bij de behandeling van boezemfibrilleren elkaars spreekwoordelijke tegenpolen.

Hittjo H. Kruyswijk, emeritus cardioloog

 

  • Alle lezersbijdragen bij de dierenspecial

beeld: auteur
beeld: auteur
atriumfibrilleren
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.