Kamer krijgt niet meer geld los voor tolkentelefoon

Een amendement van GroenLinks, D66 en Denk om meer geld beschikbaar te stellen voor vluchtelingen die een tolk nodig hebben als zij van zorgverleners gebruikmaken, heeft het niet gehaald in de Tweede Kamer.

De drie partijen wilden via een amendement 20 miljoen euro vrijmaken op de VWS-begroting van volgend jaar, voor het inzetten van de tolkentelefoon in de zorg voor vluchtelingen. Ze mikten op vluchtelingen die inmiddels een verblijfsvergunning hebben, maar door versnelde instroom nog geen gelegenheid hebben gehad Nederlands te leren. Door hun status hebben ze nu geen recht meer op een tolkenvergoeding als zij contact hebben met een huisarts, verloskundige of andere zorgverlener.

Dat voorstel, dat donderdag werd verworpen door een Kamermeerderheid, was een verruiming en verbreding van het bod dat VWS-minister Edith Schippers vorig maand deed. Zij is bereid om de 4,5 miljoen te bestemmen voor vluchtelingen die, het eerste halfjaar nadat ze uit een asielzoekerscentrum komen, naar een huisarts gaan en daarbij hulp van de tolkentelefoon nodig hebben. Schippers denkt dat er maximaal twee jaar nodig is deze dienst te bekostigen.

Dat voorstel van de minister is niet alleen te beperkt naar de zin van GroenLinks, D66 en Denk. Ook onder ander de KNMG en LHV (Landelijke Huisartsen Vereniging) drongen bij de minister aan op een meer ruimhartige tolkenvergoeding. De KNMG en LHV zien meer heil in een tweejarige regeling per vluchteling met een verblijfsstatus, die niet alleen gekoppeld is aan huisartsen.