Laatste nieuws
werk & inkomen

Jonge klaren komen moeilijk aan de bak

‘Het strookt niet met de hoge werkdruk’

7 reacties

Jonge klaren kunnen maar moeizaam aan een vaste aanstelling komen. De situatie is prangender dan voorheen. Soms vinden zij vertegenwoordigers van de ‘gevestigde orde’ aan hun zij. ‘Het is een solidariteitsvraagstuk.’

We bevinden ons in de ­perfecte storm, zegt jonge ­klare chirurg Jeroen ­Ponten (zie onderstaand kader). ‘De coronapandemie heeft iets wat al ­problematisch was, nog erger gemaakt. Zeker nu willen de maatschappen niet uitbreiden.

In ziekenhuizen zijn misschien vacatures voor longartsen en intensivisten, maar niet voor chirurgen of orthopeden.’ Oncologisch chirurg Emiel Rutgers (AVL) beaamt: ‘Zelden hebben we zo lopen ­leuren met mensen, góede mensen.’

Sommige specialisaties komen moeilijk aan de bak, bevestigt het Capaciteits­orgaan. De ‘jonge-klareproblematiek’ is nu pregnanter dan voorheen, volgens het adviesorgaan, omdat nu de ‘piek’ zichtbaar is van het aantal aiossen dat in 2012, 2013 en 2014 met de medisch-specialis­tische opleiding begon. Die instroom was hoger dan geadviseerd door het ­Capaciteitsorgaan. ‘Toenmalig minister van Volksgezondheid Edith Schippers was voorstander van een hoge instroom op de opleidingen, om marktwerking te bevorderen’, zegt programmasecretaris Olivia Butterman. Maar er spelen meer factoren. Van grote invloed zijn de hoofdlijnenakkoorden, waardoor msb’s en ­ziekenhuizen aangeven geen financiële armslag te hebben om uit te breiden. ‘Het aandeel artsen vanuit het buitenland dat op de Nederlandse markt kwam, werd destijds buiten beschouwing gelaten’, voegt Butterman toe. ‘Ook dat merken we nu. Zelfs de jonge specialist die bereid is met zijn gezin te verhuizen naar de andere kant van het land, heeft een probleem om aan passend werk te komen.’

Hoeveel medisch specialisten precies op werk wachten, is lastig te kwantificeren. Iemand die onderzoek gaat doen, korte contractjes aan elkaar knoopt of buiten zijn vakgebied aan de slag gaat, telt niet mee in werkloosheidscijfers. Maar dat er iets wringt, staat buiten kijf. Recentelijk is op LinkedIn een initiatief gestart vanuit jonge klaren, waar inmiddels 350 mensen zich voor hebben aangemeld.

Kees van de Veen
Kees van de Veen

‘Ik was een van de veertig internisten voor één plek’

Jonge klare Karel-Jan Lensen (38) is internist-infectioloog. Hij woont in Zuidlaren, met echtgenote en drie schoolgaande kinderen. ‘In oktober 2020 heb ik mijn opleiding afgerond in Groningen. Maanden ervoor begon ik te bellen, te mailen naar ziekenhuizen in de regio. Komt er een plekje vrij? Ook heb ik contact gezocht met ziekenhuizen buiten de opleidingsziekenhuizen. Sommige kleine instellingen hebben geen infectioloog, andere reageren enthousiast, maar keer op keer hoor ik hetzelfde: we ­hebben geen financiële middelen. Ik zou kunnen werken als algemeen internist, maar je merkt dat ziekenhuizen vaak toch op zoek zijn naar een profiel­specialist.

Sinds november werk ik tijdelijk als chef de clinique in ­Deventer op de covidafdeling. Twee avonden in de week blijf ik slapen, anders is het te zwaar. Het is prima werk, maar er is geen uitzicht op iets vasts.

Ik ben best bereid om te verhuizen. Ik ben opgeleid aan de VU, en vroeg daar rond – maar in de Randstad zijn juist tekorten. Een tijdelijke baan in de Caribische gebieden ging onlangs uiteindelijk niet door. Ik heb gereageerd op vacatures in ­Engeland en Duitsland, niets van gehoord.

De situatie is lastig, want je kunt geen plannen maken voor jezelf en je gezin. Mijn vrouw is eind dit jaar klaar als mdl-arts. Zelf blijf ik rondkijken. Onlangs heb ik ­gesolliciteerd op een plek in Hilversum, ik was een van de veertig. Ze kozen voor iemand met wat meer ervaring – tja, zo kom je er toch nooit tussen?

Had ik dit verwacht toen ik met de opleiding bezig was? Nee. Wij zijn er door de opleiders niet op voorbereid. ­Achteraf gezien had ik het willen weten, een ander profiel had me ook aangesproken. Ik neem niemand iets kwalijk, maar er moet toch een gezamenlijke oplossing mogelijk zijn? Misschien iets dergelijks als ooit bij urologie is geïntroduceerd: een dakpanconstructie waarbij de oudere uroloog iets minder werkt, en onder zijn paraplu of vleugels een jonge klare aan de slag kan.’

Een hoop frustratie

De FMS heeft een enquête verstuurd naar 7000 jonge specialisten om het probleem te inventariseren en wil een ‘loopbaan­monitor’ lanceren. Gevestigde specialisten moeten vanaf de zijlijn toekijken hoe ­jonge collega’s uit hun beroepsgroep ­buiten de boot vallen.

Eén van hen is internist-endocrinoloog Heleen de Wit, sinds vier jaar in loondienst bij St Jansdal, een plek die ze al tijdens haar opleiding wist te bemachtigen. Ze heeft geluk gehad, beseft ze. Onlangs schreef De Wit een open brief op social media, die binnenkort geplaatst wordt in het blad van de internistenvereniging. In de brief pleit ze een tikje provocerend voor een ‘8-tot-6-mentaliteit’ en voor het aannemen van extra collega’s om twee vliegen in één klap te slaan: werkzoekende artsen helpen én werkdrukverlichting.

De aanleiding, zegt De Wit, was ‘een hoop frustratie. Ik zie veel collega’s die geen vaste plek vinden. Dat leidt tot schrijnende situaties, niet alleen voor de persoon in kwestie maar ook voor diens gezin. De druppel was een goede kennis die zei: “Ik trek dit niet, ik ga bedrijfsarts worden.” Begrijp me niet verkeerd, niets ten nadele van bedrijfsgeneeskunde, maar het is niet je vak. En vooral, het strookt niet met de hoge werkdruk waar we wél mee te maken hebben. Uit DJS-enquêtes blijkt telkens opnieuw dat jonge artsen vinden dat de werkdruk te hoog is, het is een overweging om ermee te stoppen. Vervolgens lees je verbaasde reacties in de media: hoe kan dit? Nooit bedenkt iemand dan: laten we de werkdruk verminderen door mensen aan te nemen. Er is werk zat.’

Natuurlijk is de oplossing complexer dan dat, erkent zij. ‘Er zijn veel factoren die meespelen, maar ik denk dat alleen de beroepsgroepen zelf dit direct kunnen oplossen. Die discussie moeten we aangaan. Veel collega’s met een vaste aanstelling willen best ruimte maken. Je krijgt er wat voor terug: minder werkdruk en gedreven collega’s.’

Hoe zit het met de jonge klaren zelf? Zijn zij misschien wat naïef bij het kiezen van een specialisatie? De Wit: ‘Opleiders mogen hun taak wat dat betreft wel wat serieuzer nemen. In al die jaren tijdens mijn opleiding was er maar één opleider die zei: kies geen infectieziekten, want daarin is geen werk. Tegen aanstaande internisten zou ik nu zeggen: ga als de wiedeweerga een stage ouderengeneeskunde doen.'

Guido Benschop
Guido Benschop

'Het gros van de banen voor mdl-artsen is tijdelijk’

Jonge klare Vivian Ekkelenkamp (35) is mdl-arts en woont, met echtgenoot (geen arts) en twee jonge kinderen, in Den Haag. Sinds januari 2021 heeft ze een fellowship bij Antoni van Leeuwenhoek, Amsterdam. ‘Ik ben opgeleid in het Erasmus MC. In april 2020, tijdens mijn laatste jaar, heb ik gesolliciteerd bij het AVL. Daar zit ik nu vijf maanden, waarin ik me verder bekwaam in de oncologie en het bevalt me supergoed. Toen ik begon met zoeken, tegen het einde van mijn opleiding, schrok ik. Ik had me niet gerealiseerd dat het tekort aan passend werk dusdanig speelde. Ik dacht: dat komt wel goed.

Dat denk ik nog altijd, maar tegelijk is het belangrijk dat meer mensen de ernst van de situatie onder ogen zien. Het heersende beeld is dat alle mdl-­artsen wel aan een vaste baan komen. Dat was misschien zo, maar er is echt een verandering gaande. Mijn fellowship is voor een jaar. Toch hoop ik voor het einde van het jaar wel een vaste plek te vinden. Ik ben bereid tot een uur reizen vanaf Den Haag, meer wordt lastig met een jong gezin – vorig jaar heb ik mijn tweede kind gekregen. Natuurlijk, onder mdl-artsen is de situatie nog niet zo nijpend als bij, bijvoorbeeld, chirurgen. Maar als we niet oppassen, dan gaan we wel die kant op.’

Schatplichtig

Internist De Wit komt op voor de jonge klaren – lang niet gebruikelijk. Ze merkt op: ‘Ik schrik ervan hoe stil het is vanuit de kant van mijn collega’s.’ Toch krijgt ze ook bijval, zoals van chirurg Robert Pierik van het Isala. ‘Ik voel me medeverantwoordelijk voor de ontstane situatie.’ Hij is oud-voorzitter van de Nederlandse ­Vereniging voor Heelkunde en was tevens jarenlang opleider. ‘In mijn tijd hebben alle opleidingsgroepen ingestemd met de hoge instroom. Die laat je niet beginnen om ze dan vervolgens werkloos te laten, dus ben je schatplichtig. Wat mij betreft is het dan ook een solidariteitsvraagstuk. Je lost het niet op door alleen te melden “denk aan de jonge klaren”.’

Niet iedereen zal het daarmee eens zijn, schat Pierik in. ‘Sommigen zeggen “ga je maar laten omscholen, want ik had het zelf destijds ook lastig”. Maar dat is wat mij betreft niet fair.’

‘Het is een kwestie van indikken of uitbreiden’

Het vinden van een opleidingsplek is in ernst toegenomen, stelt Pierik. ‘Ik ken echt heel goede mensen die werkloos zijn. Als er een vacature is, komen twintig tot dertig chirurgen solliciteren, ook voor tijdelijke contracten. Tien, vijftien jaar geleden zouden we blij zijn dat iemand naar Zwolle wilde komen. Toen ik zelf ooit solliciteerde in 1997 waren er welgeteld drie gegadigden!’

Pierik wijst op de samenloop van omstandigheden, van prognoses die niet helemaal uitkwamen, de budgetterende overheid en onverwachte bijkomstig­heden, zoals de pensioenleeftijd die omhoogging: veel medisch specialisten worden gezond oud en blijven met ­plezier langer doorwerken. ‘Het is complex’, vat Pierik samen. ‘En nu zitten we ermee. Ik hoop dat we dit als bestuurders en beroepsverenigingen kunnen oplossen. Ben je solidair, dan is het een kwestie van indikken of uitbreiden. Ik kan me voorstellen dat iemand van 61 iets meer inlevert dan een arts die net een jaar aan de slag is. En de jonge klare die dan start, zal moeten accepteren dat het bedje iets minder gespreid is.’

Merlin Daleman
Merlin Daleman

‘Ik F5 elke dag de vacatures voor heelkunde’

Jonge klare Jeroen Ponten (35), chirurg, woont in Den Bosch, met echtgenote ­(plastisch chirurg) en drie jonge kinderen. ‘Veel mensen die ik ken hebben moeite om te vertellen over hun persoonlijke situatie, ze zijn bang hun kansen te vergooien. Maar ik heb niet zoveel te verliezen – ik ben gewoon werkloos.

Ik kom oorspronkelijk van Walcheren, mijn vader is de dorpsdokter en mijn jongere broer is daar huisarts. Ik heb de sprong gemaakt en ben in Maastricht geneeskunde gaan studeren. In 2011 afgestudeerd, mijn specialisatie deed ik in het Catharina ­Ziekenhuis in Eindhoven en in Maastricht. In 2018 kreeg ik te horen dat ik in het Catharina als fellow kon blijven werken.

In 2020 kon ik een halfjaar meelopen bij dé hotshot op het gebied van slokdarm­chirurgie: John Reynolds in Dublin. Ik wilde meer weten over de methode waar ­Reynolds bekend om staat: slokdarmoperaties waarbij de borstkas opengaat. Terug in Nederland heb ik dat fellowship afgerond, maar per 1 mei ben ik officieel werkloos. Ik F5 elke dag de vacatures voor heelkunde.

In de ziekenhuizen zie ik jonge honden rennen om ­chirurg te worden, net als ik een paar jaar terug. Geneeskundestudenten moeten zich ervan bewust zijn dat er te veel mensen worden opgeleid en welke situatie hun kan staan te wachten.

Mijn vrouw heeft momenteel tijdelijk werk in het UMCU. Dat ligt centraal, ik kan alle kanten op. Ik reageerde laatst op een fellowship, en in de vacaturetekst werd gewaarschuwd dat een eerder afgerond fellowship niet tot aan­beveling strekte. Dat betekent dat ze juist onervaren, goedkopere krachten willen. Op deze manier dreigt een verloren generatie te ontstaan. Er lag een aanbod in Manchester, maar dat kan ik mijn jonge gezin niet nog een keer aandoen.

Ik ben nog niet moedeloos; een chirurg heeft altijd een plan A, B, C en verder. Ik ben pas bij plan C. En misschien dat ik achteraf terugkijk op deze tijd als een waarde­volle en leerzame tijd.’

Organisch proces

Iedereen een beetje inschikken. Een instelling die daar al mee is begonnen is het Antoni van Leeuwenhoek. Emiel Rutgers, oncologisch chirurg, vertrekt aan het einde van dit jaar. Hij heeft de ontwikkeling van ‘inschikken’ in de loop van zijn carrière van nabij meegemaakt. ‘Toen ik in het AVL begon, waren we met z’n vijven. Nu zijn we met negentien.’

Natuurlijk zijn er factoren die hebben meegespeeld bij die groei, zoals de toe­name van kankerzorg. Maar ook een belangrijke stap is het ‘inleveren van uren’ geweest door de medische staf. Dit onderling ruimte maken heeft effect gesorteerd bij het AVL: ‘Twee derde van ons werkt 80 procent en dat heeft twee plekken opgeleverd.’

Daarnaast maakt het ziekenhuis ‘zoveel mogelijk’ ruimte met fellowships. ‘Eerst hadden we er twee, nu vijf. Uiteraard zijn dat maar tijdelijke plekken, het is sprokkelwerk.’

Het onderling ruimte maken is een organisch proces, zegt Rutgers. ‘We hebben langzaam plaatsgemaakt. Ongeveer de helft van de collega’s zijn vrouwen, die wilden bij aanvang een werkweek van 80 procent. Toen zagen de mannen wat een voordelen dat had en dachten “hé, why not?” Wij hebben altijd al één dag in de twee weken een kruis in de agenda voor wetenschappelijk onderzoek. Als je de andere dag erbij neemt, heb je al meer ruimte. Zo is dat geleidelijk ontwikkeld in de loop van tien, vijftien jaar. Pak je zoiets op als beroepsgroep, dan geeft het je knoppen om aan te draaien. Dat we ­allemaal in dienstverband werken helpt zeker ook om het “organisme” dynamisch te houden.’

Rutgers vat samen: ‘De overheid moet knijpen in de opleiding en wij moeten meer ruimte maken in fellowships, zodat de artsen meer ervaring kunnen opdoen. Niet meteen jonge mensen wegschoppen als hun tijdelijke contract is afgelopen, schakel je netwerk in. Ook moeten wij langzaam ruimte maken binnen de huidige groep. Sommige collega’s denken dat ze nog niet weg kunnen. Maar dat is vaak misplaatste arrogantie. Ik ga zelf in november het stokje overdragen, mijn opvolger is al bekend. Natuurlijk heb ik mixed feelings, maar het is goed zo.’ 

Zie ook onze vacaturepagina: medischcontactbanen.nl.

Lees ook

FMS arbeidsmarkt vacatures werkdruk jonge klaren
  • Marieke van Twillert

    Marieke van Twillert werkt als journalist voor Medisch Contact. Arbeidsmarkt, levenseinde en e-health hebben haar speciale aandacht.  

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.