Laatste nieuws
Eva Nyst
5 minuten leestijd
euthanasie

Jacob Kohnstamm over de aangepaste EuthanasieCode van de RTE

RTE verlegt koers na arrest over koffie-euthanasie

2 reacties
Gary Waters/ANP
Gary Waters/ANP

De toetsingscommissies euthanasie hebben hun EuthanasieCode aangepast aan het arrest van de Hoge Raad over euthanasie bij gevorderde dementie. RTE-voorzitter Jacob Kohnstamm vertelt wat er wel en niet veranderde.

Waarom toetst u niet vooraf? Nooit klonk deze vraag meer dan tijdens de eerste strafzaak in de geschiedenis van de euthanasiewet, de zaak tegen ­Marinou Arends. Het onzorgvuldigheidsoordeel van de Regionale Toetsings­commissies Euthanasie (RTE) in haar zaak uit 2016 had geleid tot een tuchtzaak en een strafzaak. Afgelopen najaar ontsloeg de strafrechter haar van rechts­vervolging en de Hoge Raad bekrachtigde dat in april. De bal lag daarmee weer bij de instanties die eerder kritisch oordeelden over haar zaak: de RTE en de tuchtrechter. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het tuchtcollege, maar de waarschuwing voor Arends bleef staan. 

De RTE heeft op grond van het arrest besloten de werkwijze aan het arrest aan te passen. RTE-voorzitter Jacob Kohnstamm krijgt de vraag naar vooraf toetsen gemiddeld eens per maand. Zijn antwoord: ‘De ­wetgever heeft die gedachte overwogen en resoluut verworpen. Geen enkel handelen van een arts wordt immers tevoren aan een jurist, een arts en een ethicus voorgelegd. Het medisch-professionele oordeel van de arts is bovendien op grond van het arrest van de Hoge Raad leidend. Zowel de toetsingscommissies als de ­strafrechter dienen zich terughoudend op te stellen bij het beoordelen van het handelen van de arts.’

‘Er zit een normatieve veroordeling in het woord heimelijk’

U spreekt zich al jaren uit als voorstander van cassatie in het belang der wet, ook een ingrijpende wijziging van de rechtsgang. Maar voor toetsen vooraf zullen we u dus niet horen pleiten?

‘Nee. Cassatie in het belang der wet vraagt een wijziging van het Wetboek van Strafvordering. Dat is een procedurele kwestie. De zorgvuldigheid van de ­euthanasiepraktijk in Nederland valt of staat met de meldingsbereidheid van artsen. Rechtsvinding ten koste van een arts die naar eer en geweten handelde kan daarop negatieve gevolgen hebben. Maar als toetsende instantie zul je me nooit betrappen op een pleidooi voor een wijziging van de euthanasiewet waaraan wij zelf toetsen.’

We hebben gezien dat het aantal euthanasiezaken in 2018 is teruggelopen, ook na het onderzoek van het Openbaar Ministerie…

‘Nou, wacht even. Dat suggereert een verband. De minister van VWS heeft onderzoek laten doen naar de redenen van de daling van het aantal euthanasiemeldingen in 2018. Ik zag drie mogelijkheden: een incidentele terugloop, een gigagriepgolf of een gevolg van de strafvervolging. Het onderzoek heeft echter geen relatie kunnen vaststellen tussen de daling van circa 6600 meldingen in 2017 naar de circa 6100 in 2018 en de strafrechtelijke onderzoeken van het Openbaar Ministerie.’

Hoe ontwikkelt zich het aantal nu?

‘Zoals de cijfers zich nu ontwikkelen denk ik trouwens dat het een incidentele terugloop was: in 2019 ontvingen wij 6350 meldingen en dit jaar is sprake van een stijging van circa 10 procent naar ­bijna 7000 meldingen.’

In de Volkskrant nam u onlangs geen afstand van het RTE-oordeel 2016-85 over Arends maar wel van het woord ‘heimelijk’ daarin, waarmee beschreven werd dat de patiënt niet wist dat er Dormicum in haar koffie zat. Zijn er afspraken gemaakt om suggestieve woorden te vermijden?

‘Er zit een normatieve veroordeling in het woord heimelijk, dat had er nooit in terecht mogen komen. Dat is niet onze taak, die is te beoordelen of iemand al dan niet conform de zorgvuldigheidseisen van de wet heeft gehandeld. Op een heidag met alle RTE-leden is uitvoerig gesproken over het oordeel 2016-85. Dat heeft ertoe geleid dat een aantal commissies, die onafhankelijk zijn, daarna op punten anders zijn gaan oordelen dan de commissie in zaak 2016-85. Premedicatie werd ­bijvoorbeeld onder omstandigheden gezien als onderdeel van zorgvuldig medisch handelen, zoals de Hoge Raad nu ook heeft bepaald. Ook was er een ­positief oordeel over een euthanasie waarin de schriftelijke wilsverklaring niet helemaal helder was en door de arts was geïnterpreteerd. Als RTE hadden we de koers al verlegd. De Hoge Raad heeft dat als het ware geaccordeerd.’

EuthanasieCode aangepast aan arrest

De EuthanasieCode 2018 (EC 2018) beschrijft hoe de RTE de zorgvuldigheidseisen uit de euthanasiewet interpreteert. De RTE toetst euthanasiemeldingen niet alleen aan deze wet maar ook aan de jurisprudentie. April 2020 was er een arrest van de Hoge Raad over euthanasie bij voortgeschreden dementie in de strafzaak tegen Marinou Arends. De EC 2018 is in lijn daarmee aangepast:

  1. Bij de interpretatie van de schriftelijke wilsverklaring mag de arts de bedoeling van de patiënt achterhalen en daarbij letten op alle omstandigheden en niet slechts op de letterlijke bewoordingen.
  2. Of bij voortgeschreden dementie sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden is een medisch-professioneel oordeel. De RTE moet dat terughoudend toetsen en zich afvragen of de arts in redelijkheid tot zijn conclusie kon komen.
  3. Een gesprek met een gevorderd demente, wilsonbekwame patiënt over het moment en de wijze waarop de euthanasie zal worden uitgevoerd, is onnodig omdat zo’n patiënt dit niet begrijpt.
  4. Als bij een wilsonbekwame patiënt aanwijzingen zijn dat onrust kan ontstaan bij de uitvoering van euthanasie, kan premedicatie zijn aangewezen.

U ervaart het meer als een accordering van de eigen verlegde koers dan als een tik op de vingers voor uw eerdere oordeel?

‘Nou, dat kun je beide zeggen. Het is een tik op de vingers ten aanzien van het oordeel 2016-85. Maar het is wel in lijn met twee of drie oordelen die sindsdien zijn gepubliceerd.’

De vervolgde arts vertelde aan Medisch Contact dat het gesprek bij de RTE een slechte ervaring was, waarbij de jurist haar aan een spervuur van vragen onderwierp en ze zich niet gesteund voelde door de arts in de commissie. Is in die gesprekken iets veranderd?

‘Het kan best zijn dat mevrouw Arends het zo ervaren heeft, dat het zelfs misschien zo gebeurd is, maar de gesprekken die ik heb bijgewoond of zelf heb gevoerd, zijn anders. We hebben drie jaar geleden twee wijzigingen ingevoerd. In de uitnodigingsbrief voor het gesprek met de commissie staan de centrale vragen die bij de commissie zijn gerezen. En bij een euthanasie verleend op basis van de schriftelijke wilsverklaring nodigen we de arts altijd uit. Maar bedenk, op jaarlijks 6 à 7 duizend meldingen nodigen we circa 35 artsen uit voor een mondelinge toelichting. Gemiddeld slechts twee of drie daarvan worden in negatieve zin beoordeeld. Wat door corona nog niet is gerealiseerd, is ons plan om met artsen te bespreken hoe ze het gesprek hebben ervaren. Veel artsen reageerden helemaal niet op onze uitnodiging of weigerden omdat het toch al zoveel tijd had gekost. We gaan het gewoon nog een keer proberen.’

Aanpassing EuthanasieCode 2018 en oordeel euthanasie bij vergevorderde dementie na arrest Hoge Raad

Lees ook download dit artikel (pdf)
euthanasie dementie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Peter van Rijn

    Huisarts n.p., Rheden

    Juristen mogen dan wel bepalen dat het zonder een nadere poging tot contactlegging na misleiding ombrengen van een wilsonbekwame demente patiënt ,die niets van de actuele situatie begrijpt, onder de door dat onbegrip onvermijdelijke dwang en geweld, ...` norm` is geworden. Wij artsen houden daarentegen onze ethische norm in stand en verzetten ons tegen een dergelijke immorele wetgeving .Zoals onze voorgangers dit jaren geleden in de oorlog deden door de oprichting van` Medisch Contact`.

  • Klaas Rozemond

    Universitair hoofddocent strafrecht Vrije Universiteit Amsterdam, Amsterdam

    Het derde punt van de gewijzigde EuthanasieCode 2018 is in strijd met artikel 7:448 Burgerlijk Wetboek (de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst). Deze bepaling is op 1 januari 2020 gewijzigd. Op grond van deze gewijzigde bepaling moet een... arts een patiënt voorlichten over een voorgenomen medische handeling op een wijze die past bij het bevattingsvermogen van de patiënt. De arts is op grond van de gewijzigde bepaling ook verplicht om eerst met de patiënt te overleggen over een voorgenomen medische handeling. Volgens de uitspraak van de tuchtcolleges in de Koffiezaak geldt die plicht ook in gevallen van euthanasie bij patiënten met vergevorderde dementie. Ook volgens het Stappenplan voor het beoordelen van wilsbekwaamheid geldt de informatie- en overlegplicht bij wilsonbekwame patiënten (het Stappenplan is te vinden op www.knmg.nl). De huidige formulering van de EuthanasieCode 2018 is in strijd met de recent gewijzigde bepaling van artikel 7:448 Burgerlijk Wetboek en het Stappenplan. Het is duidelijk dat Kohnstamm en de toetsingscommissies nog niet op de hoogte zijn van deze wetswijziging en ook niet van het Stappenplan. De gewijzigde wet en het Stappenplan gelden ook voor premedicatie (vierde punt van de herziene EuthanasieCode 2018): een arts moet daarover wel eerst met de patiënt overleggen, ook met een wilsonbekwame patiënt. De arts die zich niet aan de gewijzigde wettelijke bepaling van artikel 7:448 Burgerlijk Wetboek en het Stappenplan houdt, kan door de Inspectie voor de Gezondheidszorg voor het medisch tuchtcollege worden gedaagd.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.