Laatste nieuws
Arie Nieuwenhuijzen Kruseman
2 minuten leestijd
Federatienieuws

Is kwaliteit nog wel sexy?

Plaats een reactie

‘Kwaliteit is niet meer sexy’, klonk het onlangs op een invitational conference over het aanstaande Algemeen Kwaliteitskader. Er is inmiddels zoveel geschreven en gesproken over kwaliteit dat het begrip danig verwaterd is en weinig passie meer losmaakt in artsen. Ik spreek regelmatig collega’s die met hart en ziel hun vak beoefenen. Maar als ze voor de zoveelste keer horen over kwaliteitsindicatoren, concurrentie op kwaliteit, kwaliteitsvisitaties, kwaliteitstoezicht, de Nederlandse Zorgautoriteit, het nationaal kwaliteitsinstituut enzovoort, dan raken ze het spoor bijster. Ze krijgen steeds meer het idee dat anderen definiëren wat kwaliteit is. Voor hun ogen wordt een bureaucratie geschapen die hen in een keurslijf dwingt, met voorbijgaan aan hun eigen motivatie voor het leveren van prima zorg. En dat voelt bepaald niet sexy. Terwijl kwaliteit wel de essentie van ons werk is of zou moeten zijn.

Hoe veelomvattend het begrip kwaliteit ook is, essentieel voor artsen is hun medische professionaliteit. De motivatie van artsen voor hun vak is een onmisbare pijler van die professionaliteit en vloeit er tegelijkertijd uit voort. Het risico van te veel regeldruk van buitenaf op artsen is dat die motivatie onderuit wordt gehaald. Dan lopen de professionaliteit en kwaliteit gevaar.


Als overheden en toezichthouders te veel regels, indicatoren en verplichtingen aan artsen opleggen, verliezen velen hun ‘drive’ om het beste uit zichzelf te halen. Artsen raken gedemotiveerd, omdat onzichtbare maar invloedrijke anderen kennelijk niet geloven dat zij het goed doen. De overdaad aan toezichthouders met onderling overlappende taken en soms tegenstrijdige regels versterken dat gevoel. Daardoor dreigt kwaliteit een dood begrip te worden dat op steeds minder sympathie kan rekenen, hoe belangrijk het ook is.

Tegelijk moeten we erkennen dat enige externe druk op de beroepsgroep goed is om ons scherp te houden. We moeten voldoende innovatief en ‘zelfreinigend’ vermogen kunnen opbrengen om de gevraagde professionaliteit te bieden. Het is prima om steeds te benadrukken dat we het natuurlijk allemaal heel goed zelf kunnen, maar de eerlijkheid gebiedt te erkennen dat de verschillen in kwaliteitsbeleid tussen verschillende specialismen en dokters soms te groot zijn. En dan helpt het als de samenleving de medische beroepsgroep vraagt om transparantie en uniformiteit van medisch handelen.

Maar dat is iets anders dan regels van bovenaf opleggen, zoals toezichthouders en overheid steeds vaker doen. Druk uitoefenen, prima, maar vervolgens moeten we als beroepsgroep zelf voor de gewenste verbeteringen kunnen zorgen, daarbij ondersteund door de juiste randvoorwaarden vanuit de overheid.

En dat kan leiden tot mooie resultaten, zoals het Algemeen Kwaliteitskader dat de KNMG en wetenschappelijke verenigingen samen ontwikkelen. Het kwaliteitskader biedt een samenhangend overzicht van alle valide kwaliteitsinstrumenten waarvoor wetenschappelijke verenigingen verantwoordelijk zijn en waarvan alle artsen gebruik moeten maken.

Als beroepsgroep laten we zo zien hoe belangrijk we professionaliteit en kwaliteit vinden, maar ook dat we daar zelf verantwoordelijk voor willen en kunnen zijn. Als de medische beroepsgroep hiervoor tekent, komt de passie weer terug.


Arie Nieuwenhuijzen Kruseman, voorzitter KNMG

Federatienieuws kwaliteit
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.