Laatste nieuws
Nieuws

Irritatie tussen huisartsen en gynaecologen over overgang

4 reacties

Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) is onaangenaam verrast door opmerkingen van gynaecoloog Dorenda van Dijken over de terughoudendheid van Nederlandse huisartsen om hormonen voor te schrijven bij overgangsklachten. Zij deed deze uitspraken in Nieuwsuur. De besturen van NVOG en NHG willen met elkaar in gesprek om het uit te praten.

De insteek van het televisie-item was dat Nederlandse huisartsen te terughoudend zijn met voorschrijven van hormoontherapie (HT) voor overgangsklachten. Gynaecoloog Dorenda van Dijken, voorzitter van de werkgroep van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) die zich bezighoudt met de overgang, sprak over een kennishiaat bij de huisartsen. Zij zouden er niet van op de hoogte zijn dat er veilige producten zijn en het idee hebben dat hormonen borstkanker veroorzaken. ‘Die angst is absoluut onterecht.’ In een gesprek met een medewerker van het NHG zou deze overgangsklachten hebben gebagatelliseerd. Desgevraagd zei Van Dijken zich te verbazen over deze houding. In dezelfde uitzending wees huisarts Jako Burgers, strategisch medisch adviseur NHG, op de reden voor de terughoudendheid: de weliswaar kleine, maar wel reële kansverhoging op borstkanker.

Dorenda van Dijken is wegens vakantie niet bereikbaar voor toelichting. Gynaecoloog Yvonne Dabekausen benadrukt als bestuurslid van de NVOG dat haar bestuur graag met het NHG in gesprek gaat: ‘We zijn niet uit op onmin met de huisartsen, we willen onze goede relatie handhaven.’ Ze drukt zich voorzichtig uit, maar laat doorklinken dat Van Dijken zich misschien wat diplomatieker had kunnen uitlaten: ‘Dit had anders gekund.’ Ze begrijpt de opmerkingen van Van Dijken wel: ‘Ik heb zelf ook het gevoel dat huisartsen te voorzichtig zijn met HT, en daarmee vrouwen iets onthouden. De tekst van de NHG-Standaard over de overgang, waarin wordt gesteld dat HT zelden nodig is, kan daaraan bijdragen. Daarmee lijken klachten gebagatelliseerd te worden. Wellicht zou een iets andere tekst en benadering mogelijk zijn.’ Dabekausen realiseert zich dat gynaecologen een andere selectie vrouwen zien dan huisartsen: ‘Maar dat neemt niet weg dat we vrouwen zien die erg lang tobben met klachten die niet herkend zijn als passend bij de overgang, en die met een pilletje opeens erg opknappen. Dat is jammer. Iets meer bewustzijn bij de huisartsen zou wel fijn zijn, bijvoorbeeld over dat niet alleen opvliegers bij de overgang kunnen horen, maar ook hoofdpijn, stemmingsklachten, hartkloppingen en gewrichtspijnen. Ik zou huisartsen willen oproepen om daar begrip voor op te brengen en iets minder terughoudend met hormoontherapie te zijn. Patiënten zouden hierin zelf een goedgeïnformeerde keuze moeten kunnen maken.’

Jako Burgers was niet blij met de uitzending van Nieuwsuur. ‘De toon van de gynaecoloog was opvallend aanvallend richting de huisartsen. Dat verbaasde ons, omdat we doorgaans heel goed samenwerken met de NVOG. Daarom willen we ook graag met het bestuur van de NVOG hierover in gesprek.’ Burgers kan zich overigens vinden in de kritiek op een deel van de NHG-Standaard over de overgang: ‘In de kernboodschappen staat een aanmatigende zin: dat bij overgangsklachten voorlichting vaak volstaat en medicamenteuze behandeling zelden nodig is. Dat woord “zelden” suggereert mijns inziens dat maar bij één of twee op de honderd vrouwen HT geïndiceerd zou zijn. Dat is niet in overeenkomst met de praktijk, ik denk dat de huisarts bij één tot drie op de tien vrouwen die met klachten komen, HT voorschrijft.’ De overige inhoud van de standaard staat wat hem betreft overigens niet ter discussie: ‘We houden alle actuele ontwikkelingen in de gaten, en als het nodig is herzien we standaarden tussentijds. Dat is bij dit onderwerp niet het geval. Er blijft een wat hogere kans op borstkanker en veneuze trombose bij langdurig gebruik van hormoontherapie. Maar ook wij vinden dat huisarts en patiënt samen de voor- en nadelen moeten afwegen en tot een besluit moeten komen.’

Lees ook:

Nieuws gynaecologie huisartsgeneeskunde huisartsen overgang
  • Sophie Broersen

    Sophie Broersen was journalist bij Medisch Contact van 2008 tot 2021. Na haar studie geneeskunde en huisartsopleiding ging zij als journalist aan de slag. Bij Medisch Contact schreef zij over geneeskunde en zorg in de volle breedte: van wetenschap tot werkvloer, van arts-patiëntrelatie tot zorg over de grens. Samen met de juristen van de KNMG becommentarieerde zij tuchtzaken. Na haar journalistieke carrière is zij in 2021 weer als arts gaan werken.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • J. Hulshof

    GGZ-arts, Wolfheze

    Hier is kennelijk sprake van verschil van inzicht tussen het NHG en de NVOG. In deze situatie zou allereerst de standaard van de NHG in overleg tussen de NHG en de NVOG ter discussie moeten worden gesteld en zouden de betrokkenen radiostilte in acht ...hebben moeten nemen tot het moment dat er overeenstemming was bereikt. In het algemeen is het zeer verstandig om je als arts af te vragen of je wel in moet gaan op een uitnodiging om voor de camera te komen in kwesties zoals deze, waarbij er kennelijk verschil van inzicht bestaat tussen twee beroepsverenigingen. De enige betrokkene die er nu voordeel bij heeft gehad dat de kwestie zo onder de aandacht is gekomen is de redactie van Nieuwsuur, wegens de kennelijke nieuwswaarde.

  • Ronald Morshuis

    Huisarts, Drunen

    De gynaecologen hebben groot gelijk met hun constateringen. Patienten wordt met de standaard zoals die nu is zinvolle behandeling onthouden. Leefstijlverandering is uiteraard prima maar beinvloedt dit soort klachten nauwelijks naar mijn ervaring.

  • Mieke Vos

    Huisarts, Grave

    Vandaag kwam 68 jarige dame die naar aanleiding van deze berichtgeving HST wilde. Tot welke leeftijd kun je bezig blijven? Het leidt toch tot medicaliseren.

  • Lia vd Vorm

    huisarts, Poortugaal

    De overgang blijft een fysiologisch proces, waarbij soms terecht, soms onterecht klachten aan worden toegeschreven. Een pilletje doet soms wonderen, maar in hoeverre is dat placebo. Moeten we onze maatschappij niet minder medicaliseren en meer werken... aan leefstijlverandering. Ik ben ervan overtuigd dat stoppen met roken, gewichtsreductie en meer lichaamsbeweging een significante verbetering kan geven van overgangsklachten. Ook sociale aspecten spelen een rol: zinvolle dagbesteding, schulden, zorgen. Allemaal onderwerpen die bij de gynaecoloog niet aan bod komen, maar bij de huisarts wel.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.