Laatste nieuws
Achter het nieuws

Invoering van de Wvggz en Wzd blijkt een ramp

Patiënten, zorgverleners en anderen kunnen niet uit de voeten met dwangwetten

3 reacties
Richard Brocken/ANP
Richard Brocken/ANP

Op papier leken de twee dwangwetten Wvggz en Wzd een goed idee: minder dwang, meer rechtszekerheid voor patiënten. Uit de eerste evaluatie blijkt dat dit in de praktijk nauwelijks tot stand komt.

Zeventig aanbevelingen voor verbetering staan in totaal in de ‘Eerste evaluatie Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en Wet zorg en dwang’ die ZonMw onlangs publiceerde. Zeventig klinkt veel – en het is uitzonderlijk veel, beaamt projectleider en hoogleraar gezondheidsrecht Johan Legemaate.

In de 25 jaar dat hij wetsevaluatie verricht, beoordeelde hij zo’n twintig wetten. Niet eerder maakte hij mee dat er nog zoveel op een wet aan te merken is. ‘By far is dit de wetsevaluatie met de meeste knelpunten. Dat zegt dat het niet zo’n goed gelukte wetgeving is.’

De twee dwangwetten Wvggz en Wzd zijn per 1 januari 2020 ingevoerd, als vervanging van de vroegere Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz). Sindsdien hebben instellingen, zorgverleners, gemeenten en rechters ervaring kunnen opdoen. Maar de wetten blijken zo ingewikkeld dat betrokkenen nog altijd extra uitleg nodig hebben om ermee te werken, zo blijkt uit de speciale website dwangindezorg.nl.

Terughoudender

‘De wetten zijn gewoon niet goed gemaakt’, zegt Legemaate, verwijzend naar de moeizame ontstaanshistorie. De wetten werden in het proces telkens weer aangepast en aangevuld door twee ministeries, instellingen, de Kamer. ‘Er was geen regie. Alle betrokken partijen zijn hier debet aan, iedereen had terughoudender moeten zijn. Het betere is de vijand van het goede.’

‘De instellingen voeren de wet nu maar ten dele uit en dat zie je terug in het rapport’, ziet psychiater en gezondheidsjurist Emke Plomp die betrokken is bij het evaluatierapport. ‘De wet is beperkt uitvoerbaar. De administratieve extra taken kosten meer tijd en dat gaat ten koste van patiëntenzorg.’

In de beginperiode was Plomp betrokken bij het uitleggen van de wet aan zorgprofessionals. Toen was ze nog tamelijk optimistisch. ‘Ik vond het doel van de wet mooi: minder dwang, meer rechtsbescherming voor patiënten. Wel dacht ik toen al dat de uitvoering moeilijk zou zijn. Maar misschien heb ik onderschat hóe complex het voor de praktijk is.’

‘De wet schiet zijn doel voorbij’

Op papier

Van meet af aan klonken kritiek en bezorgdheid, onder meer vanuit de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP), op de Wvggz. In een reactie op het ‘kritische’ evaluatierapport met ‘scherpe conclusies’ ziet de vereniging haar gelijk bevestigd: ‘De kritiek gaat met name over de complexiteit en uitvoerbaarheid van de Wvggz en daarmee ook over de haalbaarheid van de doelstellingen. Hieruit blijkt ook dat de rechtspositie van de cliënt juist geschaad wordt door de complexiteit van de wetten. (…) De tijd en kosten die de Wvggz met zich meebrengt voor geneesheren-directeuren, zorgverantwoordelijken en onafhankelijke psychiaters zijn enorm’, stelt de NVvP.

‘De belangrijkste vraag is nu: is de wet effectief?’, vraagt Plomp. ‘Wat dat betreft schiet de wet zijn doel voorbij. Op papier is de rechtsbescherming van patiënten beter gewaarborgd met behulp van documenten en brieven. Zo kunnen ze een eigen plan van aanpak maken om verplichte zorg te voorkomen en een zorgkaart opstellen om hun wensen en voorkeuren kenbaar te maken. Maar als er in de praktijk geen tijd en ruimte is om daarbij hulp te krijgen is het voor de patiënt lastig om die formulieren in te vullen. Ook begrijpen patiënten de brieven die ze voor de start van verplichte zorg krijgen niet. De taal is te juridisch, het levert stress op. Zonder begeleidend goed gesprek wordt de patiënt daar niet beter van.’

Ziekenhuispsychiater Roos Eendebak (Reinier de Graaf Gasthuis) weet daar alles van. Begin 2020 trok ze via Medisch Contact al aan de bel, om te laten zien hoe onwerkbaar de Wzd in de praktijk is. Nu, tweeënhalf jaar verder, gelden de bezwaren eigenlijk nog altijd. In reactie op het evaluatierapport, stuurt ze samen met haar collega Youri Berends, die ervaring heeft bij de crisisdienst, een lijst met ‘tekortkomingen’ en ‘barrières’ uit de dagelijkse praktijk. Over de ‘extra administratieve rompslomp’ voor patiënt én psychiater bijvoorbeeld. ‘Elke verandering in de afspraken bij onvrijwillige respectievelijk verplichte zorg gaat gepaard met een nieuwe afweging ten aanzien van de verplichte zorg, het opnieuw “aanzeggen” van de maatregelen en patiënten wijzen op hun rechten, wat allemaal ook weer in het dossier moet worden opgetekend.’ Dat betekent: meer brieven. ‘En de patiënt ontvangt hierover ook elke keer weer schriftelijke informatie.’

Het is maar één voorbeeld. De Delftse psychiaters herkennen de ‘overlap van domeinen’ tussen de twee dwangwetten. Ook zien ze een tekort aan personeel en moeizame samenwerking die in het evaluatierapport wordt genoemd.

Ervaringen uitwisselen

Valt er überhaupt wel mee te werken? Als zoveel aanpassingen nodig zijn, is het dan niet beter om te stoppen met beide dwangwetten? Volgens hoogleraar Legemaate is voor de korte termijn een nieuwe wet geen optie: ‘Instellingen zitten daar niet op te wachten. Dat zal opnieuw lang duren én men is huiverig voor nieuwe grote wijzigingen. Ze zeggen “we moeten het ermee doen”.’

Terug naar de zeventig aanbevelingen. Voor een aantal ervan zijn wetswijzigingen nodig – en dat vergt weer flink tijd – maar niet voor alle. Er zijn praktische tips voorhanden die snel kunnen worden overgenomen, stelt Legemaate. Hij stipt één van de aanbevelingen aan (punt 69) waarin wordt opgeroepen tot ‘uitwisseling van ervaringen’ tussen zorgaanbieders, om van elkaar te leren. ‘De overheid en veldpartijen zijn hierbij aan zet. Zij moeten zo goed mogelijk samenwerken.’

Om bij het voorbeeld te blijven van de ‘brieven en papieren’: ‘Veel zorgverleners hebben zelf al oplossingen gevonden. Sommigen hebben de taal van de brieven versimpeld, of documenten samengevoegd, of laten ervaringsdeskundigen helpen bij het invullen. En zo zijn er meer voorbeelden. De ‘best practices’ worden verzameld in een lopend onderzoek, waarvan de opbrengst medio 2023 wordt verwacht. Emke Plomp is hoofdonderzoeker van dat verdiepingsonderzoek. ‘De vraag is: wat kunnen instellingen zelf doen om de doelstellingen van de Wvggz beter te realiseren: namelijk het beperken van dwang en het versterken van de rechtspositie van de patiënt?’ Ze heeft inmiddels onder meer ruim tachtig betrokkenen – zorgverleners, ervaringsdeskundigen, ketenpartners van de ggz – geïnterviewd. Het stemt haar hoopvol.

Ziekenhuispsychiaters Eendebak en Berends hebben ten minste één praktisch voorstel: ‘Laat elke patiënt een gesprek hebben met de patiëntvertrouwenspersoon (pvp) over zijn situatie. Mede gezien de patiëntenpopulatie die onvrijwillige of verplichte zorg krijgt, is een gesprek met bijvoorbeeld een pvp meer passend en geschikt dan communicatie met brieven.’ En: ‘Laat de mensen vanuit het veld meedenken over hoe we de zorg in overzichtelijke stappen kunnen optimaliseren.’ 

Zie ook het nieuwsbericht op blz. 6.

Het kabinet komt begin 2023 met een reactie.

Lees hier het volledige evaluatierapport: Eerste evaluatie Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en Wet zorg en dwang, deel 2 | Rapport | Rijksoverheid.nl

Lees ook:

Achter het nieuws ggz psychiatrie
  • Marieke van Twillert

    Marieke van Twillert werkt als journalist voor Medisch Contact. Arbeidsmarkt, levenseinde en e-health hebben haar speciale aandacht.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • W.J. Duits

    Bedrijfsarts, Houten

    Het is niet goed om mensen onder dwang een behandeling te laten ondergaan. Maar wat ingewikkeld is dat we te maken hebben met mensen die soms de realiteit uit het oog hebben verloren, of niet in staat zijn de gevolgen te overzien van hun handelen. He...t werk van de psychiater is gericht op het oprecht helpen van een patiënt en dat het werk niet gericht is op het onnodig toebrengen van leed..
    Er zal altijd een toezicht nodig zijn, reflectie op het handelen. Maar zijn deze wetten een verbetering? Met welke bedoeling zijn deze wetten geschreven? Was dat om de patiënt te beschermen? Of was het een geïnstitutionaliseerd wantrouwen tegen de psychiater?
    Was de oude wet slechter dan de huidige? Is het een idee die dan in te voeren en te stoppen met deze wetten? Blijkbaar zijn de nieuwe wetten een vermeende oplossing voor een te vaag geformuleerd probleem.

  • Huisarts, Streefkerk

    Bart Bruijn

    Neen, op papier leek het ook geen goede wet. Er is, zoals bij alle rampen en catastrofes die in de laatste 20 jaar door de wetgever over de zorg en andere maatschappelijke groepen is uitgestort, heel luid en duidelijk voor gewaarschuwd.... VOORAF!

    Dat nu blijkt dat de maatschappelijke partijen, de experts, weer eens gelijk hebben is niet schokkend of raar. Dat dit broddelwerk wordt ingevoerd zonder te luisteren en dat dat geen terugslag heeft op de non-valeurs die in de Tweede Kamer op hun telefoontjes zitten te twitteren terwijl de experts praten, dát is schokkend. Keer op keer op keer op keer.

  • Arts in opleiding tot specialist ouderengeneeskunde, Zutphen

    Als iemand die in de praktijk heeft gewerkt met beide wetten kan ik van harte beamen dat beiden een ramp zijn. Nog voordat ze ingevoerd werden zagen ik en veel collega's al de gebreken die hier genoemd worden, en hoe de patiëntenzorg er onder zou gaa...n lijden, maar helaas...

    Geniaal dat er na twee jaar nog steeds voorgesteld moet worden om mensen uit het veld mee te laten denken. Zouden ze dat nu dan eindelijk wel gaan doen?

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.