Inactieve ingrediënten medicijnen hebben soms gevolgen

De meeste medicijnen bevatten zogeheten inactieve ingrediënten, die nochtans allergische reacties of gastro-intestinale problemen kunnen oproepen. Dat laten Daniel Reker e.a. zien in een overzichtsartikel gepubliceerd in Science Translational Medicine.

Die inactieve ingrediënten zijn bedoeld om het middel te stabiliseren of de opname te bevorderen. Het is dus niet de bedoeling dat ze een direct biologisch of therapeutisch effect hebben.

Op basis van gegevens ontleend aan diverse databases gingen Reker e.a. de samenstelling na van een groot aantal frequent voorgeschreven medicijnen, waaronder statines en maagzuurremmers.

De meeste van de inactieve ingrediënten gelden als veilig, maar volgens de onderzoekers bestaat er wel degelijk een subgroep van patiënten die gevoelig is voor deze stoffen. Dat is ook in diverse onderzoeken komen vast te staan. Het gaat dan om allergenen of stoffen waarvoor mensen intolerant zijn, zoals pindaolie, lactose, kleurstoffen, gluten of suikers van het type fodmap (fermenteerbare oligosachariden, disachariden, monosachariden en polyolen). Reker e.a. stellen dat doorgaans ongeveer twee derde van een medicijn bestaat uit zulke ingrediënten, maar dat er ook uitschieters zijn tot 99 procent.

Volgens de onderzoekers is er altijd wel informatie beschikbaar over de aanwezigheid van deze inactieve ingrediënten, maar meestal niet over de hoeveelheden. En het is ook niet altijd duidelijk om welke stoffen het precies gaat – gluten worden bijvoorbeeld soms niet als zodanig aangemerkt. Dat moet en kan beter, menen ze.

Sci.Transl.Med: Inactive” ingredients in oral medications