Laatste nieuws
2 minuten leestijd
Wetenschap

Immuunsuppressie na transplantatie

Plaats een reactie

In The New England Journal of Medicine van 24 januari staan drie artikelen over orgaantransplantaties waarbij de allogene transplantaten goed bleven functioneren hoewel de behandeling met middelen die het immuunsysteem onderdrukken, was beëindigd.



Thomas E. Starzl van het Thomas E. Starzl Transplantation Institute, University of Pittsburgh, bespreekt de artikelen en concludeert dat twee principes goed werken om transplantatiepatiënten zo min mogelijk of zelfs helemaal niet afhankelijk te maken van immunosuppressiva. De eerste manier is het behandelen van de patiënt met immunosuppressieve medicatie vóór de transplantatie en de tweede is het toedienen van een minimale hoeveelheid erna. Voorbehandeling met immuunsuppressiva is zinvol doordat het de werking van T-cellen reduceert.



De artikelen van de Amerikaanse onderzoekers Kawai c.s. en Scandling c.s. gaan over niertransplantaties gecombineerd met hematopoëtische stamceltransplantatie. De immuuncellen van de donor die hierdoor worden ingebracht, schakelen de T-cellen uit en voorkomen afstoting.



Kawai c.s. beschrijven vijf niertransplantaties, alle bij patiënten met een HLA-mismatch (human leukocyte antigen), gecombineerd met beenmergtransplantatie. De vermenging van eigen en donorcellen (mixed chimerism) was in alle gevallen kortstondig en bij allen trad een omkeerbaar capillairleksyndroom op. Eén van de patiënten stootte uiteindelijk de nier af. Bij de andere vier patiënten is tussen 9 en 14 maanden na de transplantatie de immunosuppressieve therapie stopgezet. Hun nierfunctie is tot op heden, 24 tot 64 maanden na de transplantatie, intact gebleven.



Scandling c.s. beschrijven één van de zes casussen in hun programma. Bij deze patiënt is een gecombineerde niertransplantatie (HLA-match) en een hematopoëtische stamceltransplantatie verricht. Zes maanden na de transplantatie is toediening van de immunosuppressor ciclosporine (Sandimmune of Neoral) gestopt. Nu, 34 maanden later, functioneert de nier nog steeds goed.



Het derde artikel is van Australische onderzoekers (Alexander c.s.) en beschrijft een meisje met een donorlever (HLA-mismatch). De lever was afkomstig van een overleden man. Zij onderging geen stamceltransplantatie, maar na de levertransplantatie hadden leukocyten van de getransplanteerde lever de leukocyten van de patiënt vervangen. Ook bij haar heeft het stoppen met immunosuppressieve medicatie tot op heden, 17 maanden na de transplantatie, geen nadelige gevolgen. Uit deze casus blijkt dat vermenging van genetisch verschillende cellen en acceptatie van het transplant ook in bepaalde gevallen op natuurlijke wijze kan ontstaan. << RZ



NEJM 2008; 358: 353-61, 362-8, 369-74 en 407-11

Wetenschap
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.