Laatste nieuws
Eva Nyst
5 minuten leestijd
Arts en Olympiër

‘Ik ga gewoon lekker op adrenaline'

Anios Annika van der Meer laat zich door niets ontmoedigen

4 reacties
Lex van Lieshout | ANP
Lex van Lieshout | ANP

Anios kindergeneeskunde Annika van der Meer roeit op de Paralympische Spelen in de dubbeltwee en maakt kans op goud. Nu nog is ze per jaar zes maanden atleet en zes maanden coassistent. Na de Spelen hoopt ze het grenzeloze van de topsport af te leren en zo een betere dokter te worden.

Als kind had Annika van der Meer twee dromen: aan de Olympische Spelen deelnemen en dokter worden. ‘Toen ik 6 was vroeg ik een anatomieboek. Ik ­wilde gewoon weten hoe het werkt.’ De jeugddromen van de 35-jarige anios ­kindergeneeskunde zijn in vervulling gegaan. Eind augustus komt ze op de Paralympics uit voor Nederland in de dubbeltwee met roeipartner Corné de Koning in de categorie roeien met rug en armen. Vlak voor haar vertrek naar Japan vertelt ze – in quarantaine via beeldbellen – over de dreiging van corona. ‘Als we positief testen, is het klaar. Wij doen er alles aan om het virus niet op te lopen.’ Omdat ze kanshebbers zijn voor goud, mag het duo businessclass vliegen op de KLM-lijnvlucht. Door de Japanse regel dat atleten hooguit zeven dagen voor hun wedstrijd in het olympische dorp mogen arriveren, komen ze allemaal op andere momenten aan en is er niet één vliegtuig gecharterd. De olympiërs zitten tijdens de vlucht dus gewoon tussen andere passagiers.

Wedstrijdskiër

Net als haar vader was Van der Meer wedstrijdskiër. Haar droom van de Olympische Spelen moest ze in 2007 veranderen in deelname aan de Paralympics. Ze was toen 21 jaar en scheurde bij een skiongeluk al haar kniebanden. Tijdens de operatie die volgde, kreeg ze het compartiments­syndroom, waardoor haar rechterbeen volledig verlamd raakte. Sindsdien zit ze in een rolstoel. Na een korte doorstart als paraskiër, stapte ze in 2015 wegens knieproblemen over op roeien. Voor het ongeluk was ze al twee keer uitgeloot voor geneeskunde en studeerde ze bewegingswetenschappen. In 2010 kon ze eindelijk starten als geneeskundestudent. De coschappen deed ze volledig mee, vertelt Van der Meer. In het ziekenhuis ging dat prima, maar tijdens huisartsgeneeskunde merkte ze dat huisbezoeken lastiger zijn, zeker in kleine huizen die vol staan. Het enige wat ze niet gedaan heeft, is tijdens het coschap chirurgie ‘zes uur met een klem staan’, zegt ze. Chirurgie in het LUMC had aanvankelijk dwarsgelegen. ‘Ze zeiden dat ik nooit een voldoende voor mijn coschap zou kunnen halen. Maar met het zelfvertrouwen dat ik door de topsport had gekregen, heb ik een gesprek aangevraagd.’ Van der Meer – ‘zelf ook een traumadossiertje’ – kwam terecht bij traumatologie. Bij dat coschap stond op het ok-complex een tweede rolstoel die schoon was. ‘Ik heb veel gestaan met mijn beenbeugels en op krukken gezeten. Soms zat ik in het steriele veld op een kruk en schoof de ok-assistent me aan. Uiteindelijk zijn er veel van dat soort oplossingen. Een coassistent is in principe nergens direct verantwoordelijk voor, dus laat iemand het gewoon proberen en gooi niet tevoren de deur dicht’, adviseert Van der Meer. Ze kreeg een 8 voor het coschap.

Topsportschema

Niet alleen praktische belemmeringen in haar opleiding, maar ook de afstemming van geneeskunde met de topsport hield Van der Meer bezig. ‘In de winter was ik zes maanden fulltime coassistent en in de zomer zes maanden atleet. Ik ben in 2016 begonnen met mijn coschappen en eind 2019 was ik klaar, redelijk snel nog. Ik was ‘coassistent op maat’ in Leiden. In de planning werd erop gelet dat ik geen wacht­tijden had, zodat het in mijn topsportschema zou passen.’ Van der Meer kent meer geneeskundestudenten met een beperking, maar niet in een rolstoel. Ze vreest dat velen zich laten afschrikken. ‘Natuurlijk heb ik het voordeel dat ik redelijk goed kan staan en met beugels een kort stukje kan lopen. Mijn benen zijn lam, maar mijn bilspieren en bekken werken nog.’

Annika van der Meer (35)

2021 roeier Paralympische Spelen Tokio

2020 goud EK PR2mix dubbeltwee (2021 en 2019 zilver)

2020 anios kindergeneeskunde St. ­Antonius Ziekenhuis

2019 artsexamen Leiden

2018 en 2017 goud WK PR2mix ­dubbeltwee (2019 zilver)

2007-2009 revalidatie na skiongeluk

2007 bewegingswetenschappen

Kindergeneeskunde

Na de Paralympics van 2020 was Van der Meer van plan te gaan werken als arts en een gezin te starten. Toen de Spelen door corona een jaar werden uitgesteld, sloeg de ver­veling toe. ‘Ik zat thuis, de doelen in de topsport leken ver weg. Maar ik was ook arts en wilde iets bijdragen tijdens de ­pandemie.’ Ze solliciteerde als anios ­kindergeneeskunde en werd in het St. Antonius aangenomen. In haar sollicitatiebrief vermeldde ze dat ze in een rolstoel zit. ‘Tijdens het gesprek hebben we het erover gehad hoe we dingen zouden aanpakken. Daarna is het er nooit meer over gegaan. Ik heb me altijd gelijkwaardig behandeld gevoeld ten opzichte van de andere aniossen.’ Haar werk doet ze vrijwel helemaal vanuit de rolstoel. ‘Voor bepaalde situaties sta ik op. Als er bijvoorbeeld een baby wordt geboren die hulp nodig heeft met de ademhaling, dan doe ik dat staand. Lichamelijk onderzoek op de bank soms ook. Maar als een kind in bed ligt kan dat ook prima vanuit de rolstoel.’ In januari dit jaar nam ze ontslag om zich voor te bereiden op de Spelen. ‘Topsport op dit niveau is niet te combineren met een baan als arts, zeker niet voor langere tijd.’

Voorleven

De meeste patiënten zeggen niks over haar rolstoel, vooral kinderen vragen ernaar. ‘Ik zit omdat mijn benen het niet zo goed doen’, antwoordt Van der Meer dan. Soms werkt haar handicap positief. ‘Als mensen een vervelend bericht hebben gekregen, dan snappen ze dat ik hen snap. Tijdens een coschap op de intensive care zorgde ik voor een jonge man die een hersenoperatie had gehad, waaraan hij een beperking had overgehouden. Hij was voor het grootste deel die week buiten bewustzijn. Toen hij wakker werd, stelde ik me aan hem voor. Hij zei: “Ik weet wie je bent, je hebt voor mij gezorgd. En toen ik van de dokter hoorde dat ik een beperking heb, moest ik meteen aan jou denken en dacht ik dat ik alles wel zou kunnen.” Ik kan voor patiënten een voorbeeld zijn. Ik wil graag voorleven dat je niet bij de pakken moet neerzitten en kan denken in mogelijkheden.’

Grenzen

De race die ze in Tokio vaart, duurt zo’n acht minuten. Daarin moet het gebeuren. ‘Die stress en adrenaline kan je in een medische noodsituatie ook hebben. Ik kan daar goed mee omgaan. Bij een van de eerste reanimaties van een pasgeborene vroeg de verpleegkundige of ik dit vaker had gedaan. “Nee, maar ik ga gewoon ­lekker op adrenaline”, zei ik.’ Ze lacht. Aan de andere kant staat het grensoverschrijdende van topsport. ‘Ik ga in de sport makkelijk over mijn grenzen heen. Dat is ook de feedback die ik in de geneeskunde het meeste krijg. Dat is een nadeel voor mijn medische carrière. Daaraan zal ik moeten werken. Na die acht minuten heb ik de rest van mijn leven om daarin een balans te vinden.’

Lees meer
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Linssen

    staf arts UWV, BARENDRECHT

    Beste Annika,

    ik heb jouw race gezien. Proficiat met die zilveren plak.

    Mooi hoe je hier een pleidooi houdt voor artsen met een beperking. Toch ken ik nog een aantal verhalen van artsen die uiteindelijk hun coschappen niet 'mochten doen, cq t...ijdens de opleiding tot huisarts te horen kregen dat een registratie in dat vak er niet in zat. Wat dat aangaat is er nog veel te doen.

    Zelf kamp ik sedert 2003 met toenemende beperkingen en zit ik sedert 2005 in een rolstoel. Het gevolg van een inmiddels secundair progressieve MS. Maar het heeft me nooit weerhouden om te blijven werken en zelfs nog fors carrière te maken na die tijd. En ook niet om daarnaast nog een actief leven te leiden. Zo heb ik mij vanaf 2005 toegelegd op het zeilen en na een recente tweede plek op het NK Hansa in Rotterdam, ga ik binnenkort proberen in de prijzen te vallen op het WK in Palermo. Hoor ik dan ook tot de buitencategorie die Martijn Houwert in zijn laatste column beschrijft?' Ik weet het niet; voor mij is het heel gewoon om niet achter de geraniums te gaan zitten. Ik moet er zelfs niet aan denken.

    Kortom eeuwig zonde als wij talentvol kapitaal laten liggen alleen omdat ze een beperking hebben. Dus in mijn optiek mag het nooit meer gebeuren dat een arts met een beperking geen coschappen mag doen. Ik kijk dan liever naar de mogelijkheden dan naar de onmogelijkheden en dat betaamt mij ook als arts bij UWV.

    Laten we ons hard blijven maken voor de kansen voor mensen met een beperking. Als artsen moeten we daar toch het goede voorbeeld in geven.

  • J.H.J.M. van der Avoort

    voormalig gynaecoloog, Helmond

    Wat mij betreft heb jij al een gouden medaille verdiend! Uit mijn studententijd ken ik twee mensen met een lichamelijke handicap, die een mooie carrière als arts hebben gemaakt en daarmee veel voor anderen hebben kunnen betekenen. Veel succes in Toki...o als sporter en daarna als collega!

  • J.A. van der Reijden

    Huisarts, Heemskerk

    Kanjer !
    Enne ... die balans ga jij vast en zeker wel vinden!

  • J.M.M. Hage-Veldhuizen

    Huisarts , Brouwershaven

    Petje af! Diep respect. Succes in Japan. En dat maar vele ‘wheelies’ mogen volgen in en na de geneeskunde opleiding! Wij zijn in ons team ook gezegend met collega in rolstoel, dagelijks blij dat we elkaar de gelegenheid hebben gegeven het inderdaad g...ewoon te doen. Focus op mogelijkheden. Obstakels zijn (er om) te overwinnen.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.