'IGZ mag dossier niet zomaar aan OM geven'
Plaats een reactieDe Inspectie voor de Gezondheidszorg had haar dossier over de prutsende ‘borstenarts’ Rock G. niet zomaar mogen afgeven aan het Openbaar Ministerie, die bezig is met een gerechtelijk vooronderzoek naar de arts. Dat oordeelt althans advocaat-generaal Wim Vellinga, in een advies aan de Hoge Raad.
De arts, gynaecoloog Rock G., voerde tot 2009 borstvergrotingsoperaties uit in zijn Citykliniek in Den Haag. Naar aanleiding van klachten over ernstige wondinfecties, verkeerde plaatsing van protheses en onvoldoende nazorg bezocht de inspectie de kliniek in juni 2009, en constateerde een waslijst aan wantoestanden. De inspectie sloot de kliniek direct, en diende een tuchtklacht in. In mei 2010 werd de arts door het Regionaal Tuchtcollege in Den Haag uit zijn vak gezet.
Daarmee was de zaak echter nog niet afgedaan. Het Openbaar Ministerie startte begin 2011 een gerechtelijk vooronderzoek naar G., op verdenking van zware mishandeling van patiënten en het zich valselijk voordoen als bekwaam chirurg. Vooruitlopend op dit onderzoek had de officier van justitie het volledige tuchtklachtdossier van de inspectie gevorderd, en gekregen.
De arts stapte vervolgens naar de rechter om te voorkomen dat het OM kennis nam van het dossier, dat onder meer gespreksverslagen en patiëntendossiers bevat. Ook wil hij dat de stukken worden teruggegeven aan de inspectie. Daarbij beroept G. zich op het zogenoemde ‘afgeleide verschoningsrecht’. Als arts zou hij zich tegenover het OM kunnen hebben beroepen op zijn beroepsgeheim. Uit hoofde van haar toezichthoudende functie had de inspectie wel recht op de informatie, maar volgens G. had de inspectie het dossier niet zonder meer mogen afgeven aan derden.
Afgelopen voorjaar verwierp de Haagse rechtbank zijn eisen. De arts nam daarmee echter geen genoegen, en ging in cassatie bij de Hoge Raad, het hoogste rechtscollege van het land. In het vorige week verschenen advies aan de Hoge Raad concludeert advocaat-generaal Wim Vellinga dat de Haagse rechtbank het verzoek van de arts ten onrechte heeft verworpen. Volgens Vellinga had de inspectie het dossier niet zomaar mogen afgeven. ‘Het was niet aan de ambtenaren van de IGZ (…) zich zelfstandig een oordeel te vormen over de vraag of een beroep op het verschoningsrecht zou worden gedaan. Zij dienden zich te dier zake te richten naar het oordeel van de arts als originair verschoningsgerechtigde.’ De advocaat-generaal adviseert dat de zaak wordt terugverwezen naar het gerechtshof, om te komen tot een definitief oordeel.
G.’s advocaat in de cassatiezaak, Thijs Kelder, benadrukt dat het advies van een advocaat-generaal niet altijd doorslaggevend is. ‘Het staat de Hoge Raad vrij daarvan af te wijken.’ Wel is hij op basis van dit advies optimistisch. ‘Gunstig is dat de advocaat-generaal vindt dat elk van onze drie hoofdpunten gegrond of ten dele gegrond is.’ Als de Hoge Raad op een punt afwijkt, resteren er nog andere punten waarop de eerdere uitspraak van de rechtbank kan worden vernietigd, aldus Kelder.
Als de Hoge Raad het advies van Vellinga overneemt, én als het gerechtshof oordeelt dat het OM inderdaad geen gebruik mag maken van het dossier, zal de strafrechtelijke vervolging van G. lastiger worden. Dat is niet alleen voor de arts van belang, aldus advocaat Kelder. ‘Dergelijke zaken raken de hele beroepsgroep.’ De inspectie onthoudt zich van commentaar. ‘Wij zullen het oordeel wel bestuderen, maar zijn in deze zaak geen partij’, aldus woordvoerster Silvie de Peijper.
Mathijs Smit
Meer:
Lees ook:
- Stroom aan klachten over Haagse kliniek
- Justitie verzamelt aangiftes CityKliniek
- Borstenarts doorgehaald in BIG-register
- Prutsende borstenarts verliest rechtszaak
- Er zijn nog geen reacties
