Hydratie bij onderzoek contrastvloeistof overbodig

Profylactische intraveneuze hydratie ter bescherming van de nieren bij een onderzoek met contrastvloeistof heeft geen toegevoegde waarde. Dat blijkt uit onderzoek door Estelle Nijssen e.a. ( Maastricht UMC+) gepubliceerd in The Lancet.

Zoals bekend kan jodium in contrastmiddelen soms leiden tot nefropathie. Vooral patiënten die al een verslechterde nierfunctie hebben lopen een verhoogd risico. Het gaat dan om zo’n 10 procent van de algehele bevolking.

De Maastrichtse onderzoekers includeerden in een prospectieve, gerandomiseerde fase-3-trial over een periode van twee jaar 660 patiënten met een verminderde nierfunctie. De helft van hen kreeg, voorafgaand aan een onderzoek met contrastvloeistof, vocht toegediend volgens de geldende richtlijn; de andere helft niet. Het effect was in beide groepen gelijk: acute daling van de nierfunctie trad in beide groepen op bij acht patiënten. 5,5 procent van de patiënten kreeg complicaties (waaronder hartklachten) na hydratie. Conclusie van de onderzoekers: heroverweeg het nut van vochttoediening bij patiënten met een eGFR hoger dan 29 ml/min/1,73 m2.

http://dx.doi.org/10.1016/S0140-6736(17)30057-0