‘Huisartsen moeten meer praten over kanker’
Plaats een reactieAls zij kanker hadden, zouden verreweg de meeste Nederlanders met hun huisarts willen praten over de behandelmogelijkheden. Een deel van de huisartsen aarzelt daarover.
Dat is een van de bevindingen van een onderzoek over de relatie tussen huisartsen en patiënten, in opdracht van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) uitgevoerd door TNS NIPO. Het onderzoek gaat deels over de rol van de huisartsen in de oncologische zorg. De resultaten daarvan worden vrijdag gepresenteerd op het NHG-congres, dat aan kanker is gewijd.
40 procent van de huisartsen ziet het niet altijd als hun taak om met patiënten te spreken over de behandelmogelijkheden. Arno Timmermans, bestuursvoorzitter van het NHG, vermoedt dat zij het lastig vinden om te praten over gespecialiseerde behandelingen die zij zelf niet kennen: ‘Maar dat is niet wat patiënten willen. Die willen praten over hun angst en onzekerheid en zoeken hulp bij het nemen van een beslissing. Zij willen de consequenties van een behandeling weten, of hopen dat hun huisarts nog eens met de specialist praat. Die rol moet de huisarts spelen.’
Zes op de tien Nederlanders wil dat huisartsen periodiek hun risico op kanker in kaart brengen. Veel huisartsen aarzelen, zo blijkt uit het onderzoek. Het NHG en het KWF ontwikkelen een module Kanker voor het Preventieconsult, waarmee zij – in de woorden van Timmermans – wetenschappelijk onderbouwd aan preventie kunnen doen: ‘Het zal erop neerkomen dat huisartsen zaken als leefstijl en familiaire belasting in kaart brengen, gevolgd door diagnostisch onderzoek als daar aanleiding voor is.’
Ook controle en zorg na behandeling zal meer in de huisartsenpraktijk moeten gaan plaatsvinden, zegt Timmermans: ‘Waar dat zinvol kán, moet dat een taak worden van de eerste lijn. Mits de overdracht, de communicatie met het ziekenhuis en ook de randvoorwaarden voor de huisartsen goed zijn geregeld.’ Aan de patiënten zal het niet liggen: volgens het onderzoek stelt 78 procent van de Nederlanders controles door de huisarts ‘zeker’ of ‘misschien’ op prijs.
Teleurgesteld is Timmermans in de 5 procent van de huisartsen die niet bereid blijkt om patiënten die thuis willen sterven, terminale zorg te verlenen, ook buiten kantooruren: ‘Huisartsen moeten in die fase persoonlijk beschikbaar zijn. Ik begrijp best dat dat niet altijd mogelijk is. Maar collega’s die daartoe helemaal niet bereid zijn, moeten nagaan of ze niet een ander vak moeten kiezen.’
Joost Visser
Zie ook:
Meer nieuws
- Er zijn nog geen reacties
