Huisarts moet leren wat triage is

Huisartsen en triage-assistenten op een huisartsenpost moeten meer met elkaar praten. Dat leert huisartsen wat triage eigenlijk is en vermindert de werkdruk die zij ervaren.

Dat blijkt uit een onderzoek van DOKhap, het kenniscentrum voor acute huisartsenzorg in Noordwest-Nederland, en Van Campen Consulting. Aan het onderzoek deden 338 huisartsen mee uit acht huisartsenposten in Noord-Holland en Gelderland.

In een consultdienst van 7 uur, zo berekenden de onderzoekers, passen maximaal 27 consulten. Daarbij staat één consult voor één daadwerkelijk patiëntencontact (dat gemiddeld, inclusief administratie, ongeveer 11 minuten duurt), of voor twee telefonische consulten (6 minuten), of voor acht autorisaties (1,5 minuut). Daarbij komt dan tijd voor niet direct medische zorg, overdracht en zaken als pauzeren, eten en wc-bezoek. Onderzoeker Roeland Drijver, huisarts in Purmerend, is blij met de cijfers: ‘We hadden al een norm voor de dagdienst, nu weten we ook hoe huisartsen hun diensten willen hebben, bij maximale drukte en zonder verlies van kwaliteit.’

Ruim 80 procent van de huisartsen ervaart de werkdruk op de post als hoog tot zeer hoog. Dat komt door een volle agenda, maar ook doordat een onbekende assistente de triage doet en de huisarts zich te weinig autonoom voelt. Drijver: ‘Huisartsen hebben de indruk dat zij tijdens de diensten worden geleefd. Dat maakt dat zij de werkdruk als hoog ervaren. Het helpt al als zij aan het begin van de dienst met de triage-assistente praten over hun wensen. Die kan er dan voor zorgen dat ingeplande pauzes echt pauzes zijn en niet worden benut voor telefonische consulten en autorisaties.’

Daarnaast moeten huisartsen goed weten wat triage eigenlijk inhoudt, stelt Drijver: ‘Veel collega’s denken nog dat het erom gaat de oorzaak van bijvoorbeeld kortademigheid te achterhalen. Maar voor de triage-assistent telt alleen de ernst: kan een patiënt nog een zin uitspreken, of niet? Dat is een kanteling in denken die veel huisartsen nog moeten maken.’ Bovendien is triage een vorm van risicomanagement, waarbij de ernst van de klacht wordt ingeschat: ‘Als huisartsen dat voor ogen houden, begrijpen ze beter waarom ze soms patiënten zien met wie weinig aan de hand blijkt te zijn. En wie weet waaróm het zo druk is, kan daar beter mee omgaan.’

Joost Visser

Lees ook:

• Meer nieuws