Laatste nieuws
Sjarlot Kooi Marjolein Ten Holter
5 minuten leestijd
samenwerking

Hoofdbehandelaarschap op de werkvloer

1 reactie

Albert Schweitzer ziekenhuis vertaalt KNMG-handreiking naar praktijk

De KNMG-handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling op zichzelf leidt nog niet tot veiligere samenwerking. Het Albert Schweitzer ziekenhuis maakte tweemaal een vertaalslag: van handreiking naar protocol, en van protocol naar praktijk.

Mevrouw X
Bij mevrouw X (1934) werd tijdens een oncologische ingreep preoperatief een epiduraal geplaatst, onder meer voor postoperatieve pijnstilling. Op de afdeling werd twee dagen later een motorische blok vastgesteld en MRI-onderzoek van de wervelkolom liet een epiduraal hematoom zien.

Bij analyse door de calamiteitencommissie kwam aan het licht dat de verantwoordelijkheidsverdeling in deze casus onduidelijk was. Zo was niet helder aan wie de pijnverpleegkundige rapporteerde gedurende de postoperatieve fase, werd een traumatische epiduraal niet structureel bij de time-outprocedure gemeld en was voor de operateur onduidelijk op welke facetten van de pijnstilling hij/zij postoperatief moest letten. Voor de patiënt bleef volstrekt onduidelijk wie de hoofdbehandelaar was.

Bij de analyse van deze casus achteraf bleken er vooral afspraken over de verantwoordelijkheden op de ok-afdeling te bestaan en nauwelijks over pre- en postoperatief handelen.

Meneer Y
Na een operatieve ingreep traden er bij de heer Y (1930) diverse complicaties op. De psychiater werd erbij gevraagd in verband met een delier, de internist liep dagelijks langs vanwege elektrolytstoornissen en van de mdl-arts kreeg meneer een PEG-sonde. Ook de revalidatiearts was betrokken bij de behandeling. Naar aanleiding van een klachtenbrief van de familie werd pas goed duidelijk hoe onbegrijpelijk de veelheid aan hulpverleners was en dat enige structuur en hiërarchie totaal ontbraken.

Bij analyse kwamen diverse vragen over verantwoordelijkheden naar boven: kon de betreffende operateur wel hoofdbehandelaar blijven gedurende de gehele opname, was de chirurgische afdeling voldoende toegerust voor deze patiënt en waarom spraken alle hulpverleners met de patiënt en zijn naasten, onafhankelijk van elkaar?

De klachtenbrief van de familie was, bij de analyse achteraf, een eyeopener voor de hulpverleners die allen goedbedoeld veel aan communicatie met de patiënt en diens familieleden hadden gedaan en daarmee juist onduidelijkheid hadden gecreëerd.

Handreiking en protocol
Deze casussen uit ons ziekenhuis laten zien dat goede samenwerking tussen zorgverleners van groot belang is voor veilige zorg. Om die reden heeft de KNMG op verzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in 2010 de handreiking ‘Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg’ ontwikkeld, in samenspraak met andere beroeps- en brancheorganisaties en met financiële ondersteuning van het ministerie van VWS. In de tweede helft van dit jaar, tegen het einde van de beoogde implementatietermijn van de handreiking, zal een eerste statusupdate plaatsvinden.

Er zijn, naast de formele redenen, verschillende redenen waarom het Albert Schweitzer ziekenhuis er zeer aan hecht om de aanbevelingen uit de handreiking in praktijk te brengen:

• het ASZ is een groot STZ-ziekenhuis (Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen) met veel zorgverleners betrokken bij de patiëntenzorg;

• het ziekenhuis heeft meerdere locaties en er is nog geen elektronisch patiëntendossier;

• in veel vakgroepen worden de effecten van de voortschrijdende subspecialisatie zichtbaar;

• het profiel van de patiënt verandert (ouder, complexer, mondiger);

• bij incidentenanalyses bleek vaak onduidelijkheid over verantwoordelijkheidsdeling, onderlinge afstemming en onderlinge communicatie een rol te spelen.

De commissie vakgroepoverstijgende medische behandelprotocollen is begonnen met het bewerken van de handreiking tot een ziekenhuisbreed conceptprotocol. Vervolgens is er in drie stafvergaderingen uitgebreid gesproken over de praktische consequenties van dat protocol aan de hand van de dagelijkse praktijk. Op basis daarvan is het protocol aangescherpt en zijn er voor specifieke afdelingen (ok, ic, SEH, kinderafdeling) extra afspraken uitgewerkt.

Praktijk
De vertaling van het protocol naar de praktijk was – zoals altijd – de grootste uitdaging. Wij hebben ervaren dat gezamenlijke discussies over het vertalen van de centrale normen naar concrete afspraken binnen vakgroepen, afdelingen en tussen zorgverleners daarbij onmisbaar zijn. Op die manier verandert de verantwoordelijkheid van zorgverleners om samen goede zorg te leveren van een niet uitgesproken verwachting in een expliciet aandachtspunt voor iedereen. En om te voorkomen dat dat iets eenmaligs blijft, hebben we vastgelegd dat het protocol en de toepassing ervan jaarlijks plenair worden besproken in de stafvergadering, gevolgd door een update van het protocol.

De invulling van het begrip hoofdbehandelaar bleek een lastig punt in de vertaalslag naar de praktijk. De expliciete aandacht die dit onderwerp kreeg door het protocolleren, leverde binnen vakgroepen discussies op, zowel bij overdrachten als bij het samenwerken. In de vakgroepoverstijgende complicatiebespreking werden de grenzen van de eigen competenties, het afstemmen van zorgprocessen en de onderlinge communicatie steeds vaker onderwerp van discussie. Gezamenlijk werden oplossingen en vangnetten bedacht om risico’s te verminderen. Twee voorbeelden:

1. De overdracht: Voor een aantal (opleidings)vakgroepen bleek de overdracht een duidelijk moment te zijn om het hoofdbehandelaarschap te regelen. Bij opname buiten kantoortijd is de dienstdoende specialist hoofdbehandelaar tot de volgende overdracht. Bij de overdracht wordt, afhankelijk van het werkrooster en aan de hand van de opnamegegevens, opnieuw bepaald wie hoofdbehandelaar is. Dit wordt vervolgens bij de afdelingsvisite met de patiënt en de verpleging gecommuniceerd en in het dossier vastgelegd.

2. Zorgpadontwikkeling: In het kader van het uitschrijven van zorgpaden voor oncologische patiënten werd de discussie over verantwoordelijkheden en het benoemen van hoofdbehandelaar, een zorgcoördinator en een aanspreekpunt direct meegenomen. Tevens werd het patiëntenvoorlichtingsmateriaal hier direct op aangepast en werd naast de naam ook de bereikbaarheid van de diverse hulpverleners duidelijk aangegeven. Deze handelwijze past bij de door de overheid voorgestelde invoering van een casemanager in de oncologie.

Patiënten betrekken
Om te controleren of onze inspanningen op het gebied van duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling ook het gewenste effect hebben, willen we nagaan of de patiënt tevreden is. Wij zijn daarom een aantal pilots gestart, gericht op de beleving van de duidelijkheid door de patiënt en diens naasten. Bij veiligheidsrondes op de afdelingen, gelopen door leden van stafbestuur, cliëntenraad en raad van bestuur, is het nu een vast item geworden om te checken of patiënten weten wie hun hoofdbehandelaar is. En ook in patiënttevredenheidenquêtes zal dit thema meegenomen worden.

Verder gaan we ons nog meer inspannen om de patiënt te betrekken bij de inrichting en uitvoering van zijn eigen zorgplan. Betrokkenheid van de patiënt houdt namelijk als vanzelf in dat deze voortdurend en goed wordt geïnformeerd.


dr. Sjarlot Kooi, gynaecoloog en vicevoorzitter VMS, Albert Schweitzer ziekenhuis

dr. Marjolein Ten Holter, manager Bureau Vereniging en Coöperatie Medische Staf (VMS/CMS), Albert Schweitzer ziekenhuis

contact: m.j.tenholter@asz.nl; cc: redactie@medischcontact.nl

Geen belangenverstrengeling gemeld




Meer verantwoordelijkheidsverdeling

Dit is het tweede artikel in een serie van drie over verantwoordelijkheidsverdeling. In Medisch Contact 26 stelden arts-juristen dat het hoofdbehandelaarschap in de gespecialiseerde ggz moet liggen bij de psychiater. In de volgende en laatste aflevering betoogt het LUMC dat ‘regie’ een beter uitgangspunt is bij het verbeteren van de samenwerking dan ‘verantwoordelijkheid’.

Lees ook Leg hoofdbehandelaarschap bij de psychiater



Zie ook

  • Dossier Samenwerking (incl. handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling)
  • Gratis geaccrediteerde nascholing Verantwoordelijkheidsverdeling

<b>Download dit artikel (PDF)</b>
KNMG samenwerking
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • W.J. Duits

    Bedrijfsarts, HOUTEN

    Hier hebben we de archilleshiel van de zorg te pakken. Wie is er verantwoordelijk, d.w.z. wie is degene die het overzicht heeft en houdt van de toevertrouwde patienten? De hoofdbehandelaar is eind verantwoordelijk m.i., hij of zij is de contactpersoo...n van zowel de patient als van de verzorging. Hij/zij roept collega's of andere deskundigen in consult die aan hem/haar rapporteren en hij/zij vertaalt de adviezen in zorgbeleid en informatie aan de patient en familie.
    Wat maakt dit makkelijker? De patient en familie weet altijd wie ze moeten benaderen en het geeft "één mond" naar buiten toe. Een gelukzaligheid voor patient en familie. Maar ook voor het zorgpersoneel geeft dat duidelijkheid, als er vragen zijn over het beleid of anderszins, dan weten ook zij wie ze moeten hebben. Dan kan het zorgpersoneel zich ook weer richten op hun primaire zorgtaak en niet bezig zijn met verantwoordelijkheid proberen in te vullen, of op zoek zijn naar de eindverantwoordelijk arts. Dat scheelt veel stress en onrust op een verpleegafdeling en zou enorm bijdragen tot een stuk kwaliteitsverbetering.
    Maar eigenlijk is dit opmerkelijk dat dit probleem er is. Want als behandelend arts ben je toch verantwoordelijk? Wie is behandelend arts?: Degene die de patient opneemt, of als het een AIO betreft, de supervisor van deze AIO. Deze verantwoordelijkheid verdwijnt pas, als de patient wordt overgedragen aan een andere arts, die vanaf dat moment de eindverantwoordelijke is. Als er andere artsen of deskundigen in consult worden geroepen, dan rapportaren die aan de eindverantwoordelijk arts en die vertaalt het weer naar de patient en familie en bepaalt richting de zorg een aanpassing in de verzorging als een consult daartoe aanleiding geeft.
    Dat heet verantwoordelijkheidsstructuur en die is al zo oud als de weg naar Jeruzalem.
    Helaas zal mij dat werk gaan schelen, het aantal burn-out gevallen in de zorg zullen afnemen, maar als mantelzorg familielid scheelt me dit heel veel energie.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.