Laatste nieuws
Nieuws

Hoge Raad: ‘Verschoningsrecht niet absoluut’

Plaats een reactie

Volgens de Hoge Raad, het hoogste Nederlandse rechtscollege, mag het Openbaar Ministerie (OM) medische gegevens gebruiken in een strafonderzoek naar het verdachte overlijden van een 3-jarig jongetje. De huisartsenpost waarvan de gegevens afkomstig zijn, kan in dit geval geen beroep doen op het medisch verschoningsrecht.

Op 27 maart 2011 overleed het 3-jarige jongetje Nouafel. Sectie wees uit dat er mogelijk sprake is geweest van kindermishandeling. De moeder van het jongetje en haar partner werden daarom aangehouden. Bovendien nam het OM in het belang van het onderzoek bij een huisartsenpost medische gegevens over het jongetje in beslag.

Daarbij ging het onder meer om geluidsopnamen van gesprekken tussen de verdachten en medewerkers van de huisartsenpost. Met een beroep op het medisch verschoningsrecht vroeg de huisartsenpost de rechter vervolgens om teruggave van de informatie.

De rechtbank wees het verzoek af. De omstandigheden in deze zaak waren zo uitzonderlijk dat ze doorbreking van het verschoningsrecht rechtvaardigden, aldus de rechter. Daarop ging de huisartsenpost in cassatie bij de Hoge Raad. Volgens de huisartsenpost zou de rechtbank doorbreking van het verschoningsrecht louter hebben gebaseerd op door de moeder verleende toestemming, en een dergelijke toestemming zou onvoldoende grond zijn.

De Hoge Raad is het daar niet mee eens, zo blijkt. ‘De regel is dat het verschoningsrecht van artsen niet absoluut is. Soms zijn er uitzonderlijke omstandigheden waarbij het belang dat de waarheid aan het licht komt zwaarder moet wegen dan het verschoningsrecht.’

Bovendien, zegt de Hoge Raad, gaat het om een relatief beperkt aantal gegevens, die meer duidelijkheid kunnen geven over de omstandigheden die hebben geleid tot de dood van het jongetje en die niet op een andere manier te verkrijgen zijn.

In een eerder, vergelijkbaar geval oordeelde de Hoge Raad anders. Het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) hoefde de medische gegevens over een overleden baby niet af te staan aan het OM. De baby, tien maanden oud, overleed in maart 2007 onder verdachte omstandigheden.

Het OM merkte de moeder als verdachte aan en stelde een onderzoek in. Daarbij eiste het OM de medische gegevens over de baby op bij het ziekenhuis. Het LUMC beriep zich op het verschoningsrecht en de geheimhoudingsplicht van artsen en vond de Hoge Raad toen aan haar zijde.

Hoogleraar gezondheidsrecht en juridisch adviseur van de KNMG Aart Hendriks ziet een opmerkelijke ontwikkeling: ‘Het feit dat thans steeds meer belang wordt toegekend aan het voorkomen en bestrijden van kindermishandeling – en hierover vanuit de beroepsgroep ook codes zijn opgesteld – lijkt nu mede aanleiding te zijn om de uitzondering van de “zeer uitzonderlijke omstandigheden” ruimer uit te leggen.’

Henk Maassen

Lees ook:

beeld: Thinkstock
beeld: Thinkstock
Nieuws beroepsgeheim Hoge Raad
  • Henk Maassen

    Henk Maassen is journalist bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.