Laatste nieuws
Danielle Dil
4 minuten leestijd

‘Hoe empathisch een arts is, wordt nog veel belangrijker dan nu’

Plaats een reactie
Het winnende artikel uit 1996 van vaatchirurg Allen Vafi
Het winnende artikel uit 1996 van vaatchirurg Allen Vafi

In 1996 vroeg de KNMG de lezers van Medisch Contact hoe de zorg er over 25 jaar zou uitzien. Met het 170-jarig bestaan van de KNMG is het tijd voor een nieuwe prijsvraag: wat is de rol van de arts in 2040? Ter inspiratie spraken we met oud-winnaar Allan Vafi, KNMG-voorzitter René Héman en futuroloog Ruud Veltenaar.

‘Wat ik in 1996 voor­­-s­pelde, komt aardig overeen met hoe de gezondheidszorg zich in de afgelopen 23 jaar heeft ontwikkeld,’ zegt vaatchirurg Allan Vafi, die destijds de prijsvraag won. ‘Het belangrijkste daarin is de digitale ontwikkeling, de e-health. In 1996, een tijd dat je nog weinig internet en geen sociale media of smartphones had, sprak ik in mijn inzending (zie blz. 22) over het “regionaal netwerk zorgcontinuüm”, een virtueel ziekenhuis.’
Vafi vindt het leuk om te zien dat het die kant inderdaad is opgegaan. Een zieken­huis is een gedateerd concept, vindt hij. ‘Dat is straks totaal afgeslankt, niet van steen maar een regionale vir­tuele organisatie. Natuurlijk heb je een plek nodig met een intensive care bijvoorbeeld, maar het stallen van mensen in bedden… nee, daar stappen we vanaf.’ Het is nu al zo dat de helft van de dokters helemaal niet in een ziekenhuis werkt, zegt René Héman, voorzitter van artsenfederatie KNMG. ‘De verwachting is bovendien dat er in 2040 nog maar tien ziekenhuizen in Nederland zijn.’

Nadruk op communicatie

Volgens Héman komt de nadruk in de zorg steeds meer te liggen op communicatie. ‘Vroeger kwam je bij een arts en vertelde je je verhaal. De arts luisterde, stelde de diagnose en schreef een recept uit of behandelde zo nodig. De arts van nu geeft een patiënt uitleg en opties, en samen nemen ze beslissingen over de behandeling. Dat vraagt om andere competenties van artsen.’
Futuroloog Ruud Veltenaar, spreker op het KNMG-jubileumcongres ‘Dokter in verandering’ op 5 november, gaat zelfs nog een stapje verder. Hij zegt dat mensen dankzij kunstmatige intelligentie uiteindelijk qua rationeel leervermogen gelijkwaardig worden. ‘Cognitief gezien kan iedereen dan arts worden. Mensen kunnen zich dan natuurlijk nog wel onderscheiden – van elkaar en van de technologie – op basis van hun sociale en emotionele intelligentie en zachte vaardigheden. Hoe empathisch een arts is, wordt daardoor nog veel belangrijker dan nu.’

‘Het stallen van mensen in bedden, daar stappen we vanaf’

Sociaal domein

Héman ziet dat er van artsen ook steeds meer een bredere blik dan alleen een medische wordt gevraagd. ‘Heeft deze patiënt misschien schulden, of psychische problemen? Je weet als arts dat meerdere problemen kunnen leiden tot bijvoorbeeld kindermishandeling of huiselijk geweld. Of tot het mijden van zorg, omdat mensen het eigen risico niet kunnen betalen. Dit soort factoren heeft impact op de gezondheid van mensen.’
Hij verwacht dat dit besef zich nog verder voortzet en dat artsen intensiever gaan samenwerken met professionals in het sociaal domein. ‘Ik denk dat er in de toekomst twee soorten dokters worden opgeleid; aan de ene kant de meer “technische” artsen, die mensen onderzoeken en opereren. Aan de andere kant de meer “coachende”, die samen met patiënten kijken wat er nodig is aan behandeling in een specifieke situatie en die ook veel meer kijken naar wat mensen kunnen doen om bepaalde ziektes of klachten te voorkómen.’

Getty Images
Getty Images

Preventiebrigade

Veltenaar denkt dat we met de huidige focus op diagnose en behandeling de zorgkosten nooit onder controle krijgen. ‘Want die zullen alleen nog maar verder stijgen. Mensen worden ouder en technologie maakt de zorg niet goedkoper.’ Hij ziet de oplossing in preventie. ‘Met preventie kunnen we met duizend euro echt veel meer sociale waarde creëren – en economische schade voorkomen – dan met de huidige primaire focus op diagnose en behandelen.’ Iets wat Vafi al in 1996 voorzag met zijn ‘preventiebrigade’. ‘Die is er nog niet, maar die kant gaan we wel op.’
Ook Vafi ziet het einde van het huidige verdienmodel van ‘ziekte en productie’ naderen. ‘Het kan niet anders of ons zorgstelstel gaat veranderen. Het geld raakt op, en de mensen raken opgebrand. Straks wil niemand nog in de zorg werken. Zorgprofessionals hebben geleerd om alles voor een patiënt te doen’, zegt hij. ‘En dat dit ook betaald wordt. Als jij als dokter zegt dat het zinniger is als iemand zich niet laat opereren, dan geeft dat spanning met het verdienmodel. Ik heb in 1996 voorspeld dat specialisten in ziekenhuizen in een dienstverband terechtkomen, maar dat is nog altijd controversieel.’

‘Straks wil niemand nog in de zorg werken’

Ander soort held

Volgens Veltenaar vinden veel artsen het nu nog belangrijker om als held in de operatiekamer een leven te redden dan ‘met al hun talenten en passie te voor­komen dat duizenden mensen een hartinfarct krijgen’. Want dat is niet meetbaar en leidt dus niet tot heldendom, zegt hij. ‘Terwijl je daarmee uiteindelijk meer sociale waarde creëert en absoluut gezien meer voor de samen­leving betekent.’ Dat gaat zeker veranderen, denkt hij. ‘In 2040 zal het aantal artsen dat alleen maar diagnosticeert en behandelt gehalveerd zijn.’
Veltenaar voorspelt dat je je in 2040 nog steeds kunt laten opereren door een toparts, maar dat je ook kunt kiezen om dit door robotarmen te laten doen, die zijn gekoppeld aan computers met de kennis en ‘ervaring’ van duizenden artsen en op basis van honderdduizenden operaties. ‘Met minder risico’s en complicaties. De tijd die artsen dan gaan terugverdienen kunnen ze teruggeven aan hun patiënten. En dat maakt de zorg een stuk menselijker.’ 

download dit artikel (pdf)
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.