Laatste nieuws
interview

‘Hiv staat in het rijtje van builenpest en Spaanse griep’

Plaats een reactie
Stephen Voss / HH

In de zomer van 1981 besefte immunoloog en infectioloog Anthony Fauci dat een nieuwe geheimzinnige ziekte interessant was, al wist hij toen nog niet dat deze zijn loopbaan en carrière tot op de dag van vandaag zou bepalen. Fauci (78 jaar) is nog altijd als arts actief – op meerdere fronten.

Driemaal per week bezoekt hij als een arts met een lange staat van dienst patiënten in het ziekenhuis in Washington. Vrijwel zonder uitzondering zijn dat aidspatiënten, van wie hij sommigen langer dan twintig jaar kent. ‘De nachtdiensten doen jongere dokters, ik word vooral gevraagd voor overleg als ik mijn ervaring kan inbrengen.’

Fauci is een icoon in de wereld van aids en andere infectieziekten. Vorige week hield hij in het Concertgebouw de 26ste Anatomische Les, een publiekslezing georganiseerd door Amsterdam UMC en de Volkskrant. Daags ervoor sprak hij op een conferentie over hiv in het Tropeninstituut.

Sinds de begindagen van aids is er veel ten goede gekeerd. ‘Dankzij de huidige exquise wetenschappelijke mogelijkheden en fenomenale behandelingen’, zegt Fauci, ‘dankzij preventie, de inzet van PrEP, besnijdenis enzovoort, doen we veel dingen goed. Maar het gaat niet zo goed als zou kunnen.’

De bestrijding van hiv is een implementatieprobleem geworden, stelt hij vast. Om de laatste meters te kunnen maken, gaan de aidsbestrijders inventief en soms zelfs agressief te werk. In San Francisco, bijvoorbeeld, bezoeken gezondheidsmedewerkers homobars waar zij ter plekke een hiv-test afnemen bij bezoekers. Test iemand positief? Dan krijgt diegene direct hiv-medicatie. Is hij negatief? Dan start meteen PrEP. Fauci is er lovend over. ‘Het antwoord ligt in een proactieve aanpak.’

Op de vraag of dit niet een risicovolle behandeling is, die onjuist gebruik van medicatie in de hand kan werken, veert Fauci op. ‘Dit is precies de reden waarom het zo lang heeft geduurd voordat dit werd geïmplementeerd. Mensen waren bang voor negatieve gevolgen, om mensen kwijt te raken. Maar de ervaringen in San Francisco leren dat dit niet zo is. ‘De hulpverleners zorgen voor follow-up, ze zorgen ervoor dat ze het mobiele nummer krijgen om in contact te blijven. Ze gaan bellen als ze niks horen. Heeft iemand geen telefoon? Dan krijgt hij een goedkope telefoon. De balans is overweldigend positief. Het werkt echt, nu al zo’n drie, vier jaar. New York startte er vorig jaar mee.’

Builenpest

Van alle infectieziekten, nieuw en oud, is hij als wetenschapper nog altijd het meest geïnteresseerd in hiv, zegt hij. ‘Omdat we het nog niet hebben opgelost. We hebben de epidemie nog niet beëindigd, die hoort bij het handjevol ergste ziekten. Je kunt hiv plaatsen in het historische rijtje van de builenpest en de Spaanse griep. En al hebben we spectaculaire successen bereikt in de behandeling, we zijn er nog steeds niet.’

Wat maakt het hiv-virus zo lastig? ‘Hiv is een retrovirus, in tegenstelling tot bijna alle andere virussen. Het bezit de moleculaire eigenschap om binnen te dringen in de genen van een cel en daar latent te wachten, totdat het wordt geactiveerd. Andere virussen doen dat niet. Ze gaan de cel niet in, of doen dat wel – maar dan doden ze de cel – en dan sterft ook het virus. Het punt is: als hiv in de cel zit, gaat het immuunsysteem op zoek naar de cellen, maar zíét de cellen niet. Het virus zit verstopt. Hiv laat zich daarom lastig écht verjagen uit het lichaam, het virus blijkt zich telkens schuil te houden in zogenoemde ‘sanctuary sites’. Je kunt het mogelijk alleen met zeer heftige middelen doen.’ Een halfjaar geleden bleken twee hiv-patiënten, bekend als de Londen- respectievelijk Berlijn-casus, genezen dankzij chemo en stamceltransplantatie die toch al nodig was vanwege hun leukemie. Dat was een nogal draconische en dramatische behandeling, zegt Fauci. ‘Te risicovol en te duur om toe te passen bij de 37 miljoen mensen met hiv. Onmogelijk.’

‘Het punt is: hiv zit verstopt voor het immuunsysteem’

Op jacht naar de echte oplossing – misschien is dat wel de reden dat hij nog doorgaat. Half grappend: ‘Kom over twintig jaar maar terug, dan zie je me nog steeds. Dit is wat ik doe, hier heb ik mijn leven aan gewijd. Ik ben heel gedreven en ja, als je ergens gepassioneerd over bent, geeft dat energie.’

Congo

Fauci’s blikveld houdt niet op bij hiv, er duiken voortdurend andere gevaarlijke virussen of infecties op die gecoördineerde, steeds vaker mondiale actie vergen. Zika, SARS, ebola. Wereldgezondheidsorganisatie WHO keurde begin vorige week een ebolavaccin goed. En, enkele maanden geleden bleken twee experimentele geneesmiddelen te werken. Eén middel, mAb114, is mede ontwikkeld door het team van Fauci. ‘De mortaliteit zonder behandeling in Congo is 67 procent. Geef je het medicijn aan een patiënt met de ziekte in een vergevorderd stadium, dan daalt de mortaliteit naar 30 procent. Geef je een ebolapatiënt in een vroeg stadium het middel, dan blijkt de mortaliteit 10 tot 12 procent. Een belangrijke doorbraak.’

Fauci, die tweemaal het ebolagebied in DRC Congo bezocht, zegt dat de situatie nu veel beter is dan een paar maanden geleden. ‘Toen zagen we wekelijks veertig, vijftig nieuwe ebolagevallen. Nu zien we maar twee of drie nieuwe gevallen per week. Hoewel de ebola-epidemie nog smeult, is de ernst dramatisch verminderd.’ Dat komt, zegt hij, door een combinatie van factoren. ‘Er is een betere veiligheid – mijn team, maar ook het Congolese team en de WHO-medewerkers werden eerst dagelijks bedreigd. Letterlijk elke dag was één van ons bang om neergeschoten te worden. Tegenwoordig worden hulpverleners zwaar bewaakt door de VN-vredesmacht Monusco. En, nu er betere medicijnen zijn, zien mensen dat patiënten niet alleen maar sterven in een kliniek. Dat stimuleert mensen om zich te laten behandelen. En de vaccinaties: we hebben 240 duizend dosissen verstrekt. Dat moet absoluut enig effect hebben gehad op het beteugelen van de epidemie.’ Marieke van Twillert

Een maand nadat hij begon als dokter, werd in de Verenigde Staten de eerste aidscasus bekend. De strijd tegen aids heeft de loopbaan van Anthony Fauci bepaald.

Adviseur van zes presidenten

Anthony S. Fauci (1940) komt uit Brooklyn, New York. Zijn grootouders waren immigranten uit Napels en Sicilië. Hij behaalde in 1966 zijn artsdiploma aan Cornell University Medical Center. Begin jaren tachtig startte zijn loopbaan bij National Institutes of Health, de Amerikaanse gezondheidsdienst. Hij is inmiddels 35 jaar directeur van het Amerikaanse Nationaal Instituut voor Allergie en Infectieziekten (NIAID), onderdeel van de NIH, en hij heeft een hotline met het Witte Huis. Zes presidenten adviseerde hij inmiddels. Zo zette hij samen met toenmalig president George W. Bush het mondiale aidsbestrijdingsprogramma Pepfar op poten. Immunoloog en infectioloog Fauci deed onderzoek naar het ontstaan en het verloop van hiv, maar ook van andere infectieziekten. Fauci heeft circa 1300 wetenschappelijke publicaties op zijn naam als hoofdauteur of medeauteur en staat volgens Google Scolar op plaats 41 van ’s werelds meest geciteerde wetenschappers.

Lees ook download dit artikel (pdf)

interview Wetenschap Ebola infectieziekten HIV Fauci
  • Marieke van Twillert

    Marieke van Twillert werkt als journalist voor Medisch Contact. Arbeidsmarkt, levenseinde en e-health hebben haar speciale aandacht.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.