Hiv-preventie kind heeft een prijs

Drievoudige antiretrovirale therapie (ART) voorkomt hiv-overdracht van moeder op kind beter dan een beleid dat op alleen zidovudine is gebaseerd. Dat gaat wel gepaard met slechtere zwangerschapsuitkomsten, blijkt uit een gerandomiseerde studie waarover M.G. Fowler e.a. in The New England Journal of Medicine schrijven.

Bij 26 weken zwangerschap werden 3490 vrouwen met hiv in drie behandelgroepen verdeeld: alleen zidovudine, op zidovudine gebaseerde ART (met lamivudine en lopinavir-ritonavir) en op tenofovir gebaseerde ART (met emtricitabine en lopinavir-ritonavir). De zogenaamde ‘alleen zidovudine’-groep kreeg overigens bij begin van de bevalling één dosis nevirapine en nadien nog een periode emtricitabine-tenofovir). Tussen de drie groepen was er geen verschil in hoeveel vrouwen er stopten met de studiemedicatie. Er overleden geen moeders tijdens deze studie.

In de gecombineerde ART-groepen kwam hiv-transmissie minder voor (0,5 versus 1,8 procent in de alleen zidovudine-groep). In die groepen kwamen tijdens de zwangerschap wel vaker afwijkingen voor, zoals afwijkende bloedwaardes (vooral een stijging van ALAT). Er was in die groepen vaker sprake van vroeggeboorte en van laag geboortegewicht. Tussen beide gecombineerde ART-groepen waren verschillen, maar geen van beide kwam als duidelijke winnaar uit de bus.

Kortom: ART gebaseerd op drie verschillende middelen voorkomt hiv-overdracht beter dan alleen zidovudine, maar daarvoor betalen vrouw en kind wel een prijs. Het is nog niet duidelijk welke combinatie de beste balans tussen effectiviteit en veiligheid biedt.

N Engl J Med, 2016. Doi: 10.1056/NEJMoa1511691