Heupvervanging veiliger dan heupchirurgie

Patiënten die chirurgie ondergaan na een heupfractuur hebben een grotere kans op levensbedreigende complicaties en mortaliteit dan patiënten die een volledige heupprothese krijgen.  Dit concludeerden Yannick Le Manach e.a. na een grootschalig onderzoek in Frankrijk. De resultaten zijn terug te vinden in JAMA.

Dat er meer patiënten overlijden na heupfractuurchirurgie dan na een totale heupvervanging is al langer bekend. Patiënten die een totale heupvervanging ondergaan, zijn gemiddeld jonger, vaker man en hebben minder comorbiditeit. Tot nu toe was onduidelijk of deze factoren het verschil in mortaliteit konden verklaren of dat er nog andere (fysiologische) factoren een rol spelen.

Voor het onderzoek identificeerden Le Manach e.a. alle 690.995 patiënten die tussen 2010 en 2013 heupfractuurchirurgie of totale heupvervanging ondergingen. In de eerste groep overleed 3,42 procent na chirurgie en 0,18 procent na het plaatsen van een totale prothese, een verschil in absoluut risico van 3,23 procent. Bovendien waren er meer complicaties na chirurgie, belandden meer patiënten op de ic, was het gemiddelde ziekenhuisverblijf langer en moesten van de chirurgiegroep meer patiënten binnen 72 uur na ontslag opnieuw opgenomen worden.

Om te corrigeren voor leeftijd, geslacht en comorbiditeit, werden de deelnemers gematcht op basis van deze drie criteria. Dit resulteerde in twee groepen van ruim 100.000 patiënten. In de chirurgiegroep overleed 1,82 procent en in de prothesegroep 0,34 procent. Het verschil in absoluut risico daalde door het corrigeren van 3,23 naar 1,51 procent. Leeftijd, geslacht en comorbiditeit geven dus een gedeeltelijke verklaring voor het verschil in mortaliteit, maar er zijn ook andere, nog onbekende factoren van invloed.

Ella Walstock

JAMA, doi: 10.1001/jama.2015.10842

Lees ook:

• Heupprothese in  één dag (6 november 2013)
• Sterfte na MoM-prothese lijkt lager (6 december 2013)
• Kortere opname bij heupfractuur maar hogere sterfte (25 februari 2015)