Laatste nieuws
interview

Het oordeel van beroepsgenoten

Plaats een reactie

Een visitatie op de voet gevolgd


Visitatie is een van de instrumenten om de kwaliteit van een afdeling te beoordelen. Een controle door vakgenoten. Het is een methode die goed kan werken, zo blijkt vóór, tijdens en na een visitatie van de maatschap neurologie in het Kennemer Gasthuis. De neurologen J.A.M Kuster en L. de Vries wordt een spiegel voorgehouden die dwingt tot reflectie.

Een dag voorafgaande aan de visitatie geven de neurologen L. de Vries en J.A.M. Kuster van het Haarlemse Kennemer Gasthuis (locatie EG) aan het bezoek van de visitatiecommissie ‘natuurlijk niet zonder spanning’ tegemoet te zien. Het is de eerste keer dat ze gevisiteerd worden. Zorgen maken ze zich echter niet. ‘Je weet natuurlijk niet precies wat je kunt verwachten, maar dat zijn we in ons vak wel gewend. Iedere patiënt is in eerste instantie ook een raadsel’, zegt een rustig ogende De Vries.
Beide neurologen zeggen voorstander te zijn van visitatie door de wetenschappelijke verenigingen. ‘Het houdt je een spiegel voor en kan daarmee bedrijfsblindheid aan het licht brengen. Dat is belangrijk want het gaat tenslotte om het behoud of de verbetering van de kwaliteit van de afdeling. Bovendien kan het visitatierapport handvatten bieden om veranderingen door te voeren die afdelingoverstijgend zijn. De kwaliteit van onze afdeling is immers niet los te zien van de organisatie in het ziekenhuis.’

Vragenlijst


Op de vraag of Kuster en De Vries speciale voorbereidingen hebben getroffen, antwoorden zij volmondig nee. ‘Het ziekenhuis heeft de afdeling vorig jaar voorzien van nieuwe apparatuur, dus dat is in ieder geval in orde. Onze behuizing is sterk verouderd, maar daar kunnen we natuurlijk niet eenvoudig iets aan veranderen. Het ziekenhuis wordt momenteel gerenoveerd en onze afdeling komt nog aan de beurt. Wat voor speciale voorbereidingen zouden we moeten treffen?’


Voorzover De Vries en Kuster wel voorbereidingen hebben getroffen, deden zij dat op verzoek van de visitatiecommissie. De commissie stuurt een in omvang niet geringe vragenlijst om algemene gegevens over de maatschap, de afdeling, de polikliniek, het ziekenhuis en de werktijden te inventariseren. Gevraagd wordt bijvoorbeeld naar de adherentie, het aantal eerste polikliniekbezoeken, de hoeveelheid bedden op de afdeling, de aanwezige apparatuur, het aantal agnio’s en het aantal herhalingsconsulten. Hiermee wordt onder andere de werkdruk in kaart gebracht.


In de vragenlijst gaat eveneens aandacht uit naar de klinische neurofysiologie (KNF). Bij de visitatie werken de Nederlandse Vereniging voor Neurologie en de Nederlandse Vereniging voor Klinische Neurofysiologie namelijk samen.

Functioneren


De visitatie zal een groot deel van de dag in beslag nemen. De Vries en Kuster ontvangen de commissie in wat waarschijnlijk de mooiste ruimte in het ziekenhuis is; de regentenkamer. Anders dan een dag eerder is nu wel enige spanning op de gezichten van de neurologen af te lezen. Na de ontvangst spreekt commissievoorzitter R. Kleyweg met de drie overige leden H. Kok, J. Geervliet en E. Wieringa - de laatste als vertegenwoordiger van de KNF-specialisten - de ingevulde vragenlijst door. Tijdens deze voorbespreking maken zij elkaar duidelijk wat hun opvalt aan de organisatie en het functioneren van de maatschap en formuleren zij hun vragen. De gevisiteerde collega-neurologen zijn bij de voorbespreking niet aanwezig.


Na afloop van de voorbespreking krijgen De Vries en Kuster de gelegenheid helderheid te verschaffen. Het duurt even voor de organisatorische situatie van mist is ontdaan. Het Kennemer Gasthuis is namelijk voortgekomen uit een fusie tussen het Sint Johannes de Deo Ziekenhuis en het Elisabeth Gasthuis in Haarlem en het Zeewegziekenhuis in IJmuiden. Voor invulling van de achterwacht werkt de afdeling Neurologie van de locatie EG samen met het ook in Haarlem gelegen Spaarne Ziekenhuis en het Ziekenhuis Amstelveen. De maatschappen neurologie van de verschillende locaties van het Kennemer Gasthuis zijn nog niet gefuseerd. Dat staat nog in de steigers.


De Vries en Kuster kunnen veel zaken snel ophelderen. De antwoorden op sommige vragen zijn eenvoudig. Dat de neurologen bijvoorbeeld nauwelijks jonge patiënten hebben, komt omdat de locatie EG geen kinderafdeling heeft. Tijdens het gesprek komen de afwezigheid van een medisch beleidsplan, de omgang met klachten van patiënten, de mate van bereikbaarheid van de neurologen, de werkdruk, de toekomstvisie en nog tal van andere onderwerpen aan bod.


Gaandeweg krijgt het gesprek een hoger vakinhoudelijk gehalte. Het gebruik van protocollen, de mogelijke komst van een stroke-unit en de klinische neurofysiologie passeren de revue. Daarnaast wordt de relatie met de directie, verpleegkundigen, collega-specialisten, agnio’s en huisartsen besproken. Kuster en de Vries lijken niets te verhullen. Geen enkele vraag, ook de enkele waarop het antwoord wellicht niet zo gunstig is, ontwijken ze. De commissie is dan ook snel door haar vragen heen.


Bij de volgende fase van de visitatie zijn Kuster en De Vries weer afwezig. Om de relaties van de neurologen met derden ook van de andere kant te belichten, volgen gesprekken met achtereenvolgens het stafbestuur, een verpleegkundige, twee arts-assistenten neurologie, het hoofd van de afdeling KNF, de directeur patiëntenzorg en een huisarts uit de regio.


De eerder besproken onderwerpen komen opnieuw aan bod, maar ditmaal worden de vragen toegespitst op het functioneren van Kuster en De Vries. Wat opvalt is dat alle gesprekspartners aanvankelijk louter positief over de maatschap zijn. Op kritische vragen antwoorden zij in eerste instantie verdedigend. Pas later in het gesprek, na enig aandringen, komen punten van kritiek bovendrijven, zij het enkele en zeer milde. De commissie poogt de kritische noten op hun waarde te schatten door in de achtereenvolgende gesprekken de genoemde kritiekpunten opnieuw aan te snijden. De verschillende gesprekspartners spreken elkaar niet tegen. Zo wordt het beeld dat de visitatiecommissies al had op basis van de door de maatschap ingevulde vragenlijsten, steeds scherper.

Stoflaag


Om het beeld zo compleet mogelijk te maken, vindt een rondleiding plaats over onder meer de Intensive Care, de EHBO en de Röntgenafdeling. Wieringa bezoekt langdurig de KNF-afdeling om de kwantitatieve informatie die de ingevulde vragenlijst opleverde, aan te vullen met kwalitatieve gegevens. De andere commissieleden bezoeken de bibliotheek, om te zien of de neurologen goed toegang hebben tot recente literatuur.


Op de kliniek worden statussen en brieven bekeken en gecontroleerd op de hoeveelheid aanwezige informatie en de frequentie van de verslaglegging. Waar let je bij zo’n afdelingsbezoek nog meer op? ‘Ik let juist niet op de neurologen, maar op het overige personeel’, zegt commissielid Kok. ‘En vooral op hun reactie op de aanwezigheid van onze collega-neurologen. Dat kan iets zeggen van de sfeer en de omgang op de afdeling.’


Tevens wordt de polikliniek bezocht. De vele tijdschriften in de wachtkamer liggen in tegenstelling tot de dag ervoor keurig opgestapeld. Toeval of niet? Ook hier krijgen de statussen ruime aandacht. Kleyweg kijkt in de werkkamers in de boekenkasten van beide neurologen. Met een glimlach haalt hij plagend een vinger over een dik naslagwerk om dit te controleren op een mogelijke stoflaag. Zijn vinger blijft schoon.

Negatieve punten


Na afloop van het bezoeken van de afdelingen volgt een evaluatie van de visitatie. Bij het eerste deel hiervan zijn Kuster en De Vries niet aanwezig. De visitatiecommissie zet de positieve en negatieve punten op een rij. De verschillende leden blijken hetzelfde beeld te hebben opgedaan van de maatschap. De Vries en Kuster worden opgepiept voor een korte uiteenzetting van de bevindingen van de commissie.


De spanning, die in de loop van de dag bij de Haarlemmers leek te zijn verdwenen, is weer zichtbaar. Maar niet voor lang. De maatschap kan namelijk rekenen op een grotendeels positieve visitatie-uitslag, met een aantal aanbevelingen. Gedurende de dag is duidelijk geworden dat de neurologen zeer degelijk werk leveren, maar enigszins behoudend zijn als het gaat om nieuwe ontwikkelingen. Zo werken zij wel zeer gestructureerd en uniform, maar nog niet geprotocolleerd. En hoewel Kuster en De Vries hebben aangegeven niet gebukt te gaan onder een hoge werkdruk, is de commissie van mening dat ze toch wel heel veel patiënten zien.

Ondergesneeuwd
Drie weken na de visitatie kijkt Kuster met genoegen terug. De spiegel heeft gewerkt: ‘Het is prettig om van vakgenoten te vernemen dat ze vinden dat je degelijk werk levert. Maar wij weten natuurlijk ook dat we niet perfect zijn. De kritiek dat we eigenlijk een te kleine afdeling hebben, delen we. Het is alleen maar prettig dat de commissie het ook constateert. Dat is iets waarmee we naar onze directie kunnen zwaaien. Inmiddels hebben we dat ook al gedaan. Ook in het stafbestuur en op de afdeling hebben we de bevindingen van de visitatiecommissie al doorgesproken. De visitatie heeft duidelijk aangezet tot discussie over zaken die al wel bekend waren, maar die waren ondergesneeuwd. Zodra het officiële rapport komt (dit wordt eerst nog in de beroepsvereniging besproken, red.) zullen we het verder bespreken. We willen en zullen de aanbevelingen van de commissie niet aan de kant schuiven.’

Sancties


Wat was er gebeurd als tijdens de visitatie over de maatschap van Kuster en De Vries een zeer negatief beeld was ontstaan? ‘Als een afdeling niet voldoet, volgt een hervisitatie’, aldus Kleyweg. ‘Bij vijf à tien procent van de visitaties is dit het geval. Ik kan je verzekeren dat dit kwaliteitsinstrument serieus genomen wordt. Je wilt goed voor de dag komen. Ten opzichte van de collega’s in het ziekenhuis, maar ook zeker ten opzichte van de neurologen elders in het land.’


De visitatie is een kwaliteitsinstrument waar eigenlijk geen sancties aan zijn verbonden. Kleyweg: ‘Het is een puur morele kwestie. Voor herregistratie moet je wel de visitatie toestaan, maar op dit punt wringt de schoen enigszins. De visitaties zijn namelijk op de maatschappen gericht, terwijl herregistratie een persoonlijke kwestie is.’


De visitatie als kwaliteitsinstrument krijgt ook regelmatig kritiek omdat er sprake is van  controle door de eigen beroepsgroep. ‘Het is geen ouwe-jongens-krentenbrood’, reageert Kleyweg. ‘Als lid van een visitatiecommissie kun je niet op bezoek gaan bij een afdeling met een collega met wie je goed bevriend bent. En dat geldt ook voor de mensen die wij vragen iets over de maatschap te zeggen. Het is niet de bedoeling dat zij beste maatjes zijn. Het is wel eens voorgekomen dat een huisarts zeer hoog opgaf van de betreffende neuroloog, en zonder schroom te kennen gaf dat ze al twintig jaar samen zeilden. Aan zo’n mening kun je geen waarde hechten. De huisarts die iets over de relatie met de maatschap komt vertellen, moet een afgevaardigde zijn van de regionale huisartsenvereniging. Ook moet hij bij de collega-huisartsen hebben geïnformeerd naar hun ervaringen met de specialisten.’

Moedig


De afwezigheid van sancties ten spijt, kan een visitatie grote gevolgen hebben.


Kleyweg: ‘Tot nu toe heb ik tweemaal gezien dat het visitatierapport een rol speelde bij het besluit van oudere collega’s om hun loopbaan te beëindigen. Zij gaven te kennen het niet meer op te kunnen brengen alle aanbevelingen van de commissie door te voeren. Dat klinkt triest, maar eigenlijk is het een moedig besluit.’ <<

interview neurologie ouderen anios
  • Evert Pronk

    Evert Pronk is een van de twee adjunct-hoofdredacteuren bij Medisch Contact. Hij houdt zich bezig met de online ontwikkeling, nascholingen, evenementen, boeken en andere uitgeefkansen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.