Laatste nieuws
3 minuten leestijd

‘Het is weer paracetamollendag’

Plaats een reactie

Bloemlezingen verschijnen regelmatig, ook over het onderwerp ziekte. Neem bijvoorbeeld de bundel Mijn dokter is een goede dokter van Wim Hazeu en Geert Bremer uit 1972 of Verlangen naar beter van Henk van Zuiden uit 1996. Nu ligt er een nieuwe bloemlezing met maar liefst honderd gedichten, samen­gesteld door Mario Molegraaf. Is het allemaal meer van hetzelfde of is de deze bundel duidelijk anders dan de andere? Het laatste.



Natuurlijk ontbreken enkele klassiekers niet, zoals dit gedicht over ziekenbezoek van Judith Herzberg:


‘Mijn vader had een lang uur zitten zwijgen bij mijn bed.


Toen hij zijn hoed had opgezet


zei ik, nou, dit gesprek


is makkelijk te resumeren.


Nee, zei hij, nee toch niet,


je moet het maar eens proberen.’



Terecht koos Molegraaf ook voor het kleine leed, dat het perfecte speelterrein is voor light verse-dichters. Neem Ivo de Wijs’ gedicht over een simpele verkoudheid:


‘M’n lippen stuk, m’n neus kapot


Ik zie d’r niet flatteus uit


Ik denk bij elke lading snot:


De winter komt m’n neus uit.’



Een ander gedicht gaat over hoofdpijn, door Chris Veraart afgesloten met de regels:


‘het is weer zo’n dag


het is paracetamollendag’.



Maar het is niet allemaal humor wat de klok slaat. Er valt ook genoeg na te denken, zoals over de ode aan de verzekeringsarts (iemand die ‘de mate van afgedaanheid’ beoordeelt) van Hagar Peeters:


‘Mijn waarde wijst zich uit in rechtvaardigheid.


Ik verdien het eerbetoon dat de beste rechter geniet.


Wie herkeurt mij door zijn kortzichtig oordeel te herzien?’



Bij het streven van de geneeskunde plaatst Leo Vroman een opvallende kanttekening in het gedicht Via pillen. Artsen willen via medicatie de mensen tot - laat ik zeggen - eenheidsworst maken:


‘Saailustig willen de doktoren


dat wij bij alle anderen horen:


even vrolijk, even goed,


evenveel calcium in het bloed,


elke handdruk even droog,


elke bloeddruk even hoog,


we zullen nog alleen verschillen


in kleur en kracht van kokhalspillen


die wij van ze moeten willen.


Zo worden wij van nek tot naakt


via de bek gelijk gemaakt’.



Echt schrijnen doet de bundel soms ook, zoals in het gedicht over Parkinson, waaraan dichter Gerrit Krol zelf in ernstige mate lijdt:


‘Bij het oversteken levert de patiënt een gevecht


op de toppen van zijn tenen,


tussen klein en groot: hoe


een gezond mens het aanlegt,


vanuit een stilstand in beweging te komen,


om de eerste stap te doen naar de overkant, zo


vraag de patiënt zich af:


welk been zet ik het eerst? Beide? Linke soep. Hoe


krijg ik dat voor elkaar?’



Indrukwekkend.



Hoe herkenbaar is het ‘verraad’ jegens de patiënt na het bezoekuur:


‘Wie kent de wilde vreugde niet


bij het verlaten van het ziekenhuis


als het bezoekuur is verstreken


Haast dansend gaat men over straat


om alvorens men de hoek omslaat


nog éénmaal achterom te zwaaien


naar het raam op de tiende etage


waarachter wie men heeft verraden


wanhopig een hand opsteekt’  (Jules Deelder)



Deze bloemlezing buitelt, tintelt, knispert en knettert. Heerlijk. De titel komt uit een gedicht van Herman de Coninck:


‘Ik wou wel weer een beetje ziek zijn,


en dat je dan een hete kop melk


met rum klaarmaakte voor elk


van mij, voor de kleine weemoedige


en de grote overmoedige, en wat ik maar wou wezen,


en dat ik dan nooit meer hoefde te genezen’.


Zelden is secundaire ziektewinst zo lichtvoetig mijmerend verwoord.



In 1972 was de keuze van Hazeu en Bremer topzwaar: het was puur lijden, heftig, genadeloos, uitzichtloos. Eminent bloem­lezer en dichter Henk van Zuiden bood veertien jaar later veel ruimte voor pure poëzie en kwaliteit, met als resultaat een fijne bundel die al te snel uitverkocht raakte. Molegraaf kon profiteren van tien jaar nieuwe poëzie en dat merk je. Niet dat het drama uit zicht raakte, maar er is gevoel voor ironie en humor, zowel lichtvoetig als zwartgallig. Blijkbaar kan de moderne patiënt, althans de patiënt die gedichten leest, uitstekend relativeren. Want Anne Vegter reageert op de opmerking van de revalidatiearts ‘als je benen het later ook weer doen’ met het onthutsend nuchtere ‘Zeg ik als je kut het maar doet’. << Frans Meulenberg




Mario Molegraaf (samensteller),  Ik wou wel weer een beetje ziek zijn - Honderd gedichten waarvan je beter wordt, Bert Bakker, 128 blz., 12,50 euro.

Media en cultuur verkoudheid
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.