Laatste nieuws
4 minuten leestijd

Hans Keilson was blij met zinvol werk in een onzinnige tijd

7 reacties

Droevig, maar nooit verbitterd

Al ver voordat de Tweede Wereldoorlog in Nederland uitbrak, wordt de joodse arts Hans Keilson uit Duitsland geconfronteerd met antisemitische wetten van het nazibewind. Zijn laatste onderduikadres in Nederland zet hem op het spoor van zijn latere carrière.


Hans Keilson (1909) is joods en groeit op in Duitsland. Hij studeert geneeskunde in Berlijn en doet, voor zijn plezier, een opleiding voor turn- en zwemleraar. In 1934 studeert hij af. Maar werken als arts wordt hem onmogelijk gemaakt door de nieuwe rassenwetten van het nazibewind. Keilson: ‘Dit was één van de eerste maatregelen tegen ons als joden. Voor mij betekende het een eerste diepe confrontatie met dat het de nazi’s ernst was met hun antisemitische wetgeving. Ik ben toen als sportleraar gaan werken op vijf joodse scholen.’

In 1933 publiceert Hans Keilson zijn eerste autobiografische roman Das Leben geht weiter. Het boek wordt in 1934 door de nazi’s verboden. Hij heeft goede contacten met zijn niet-joodse uitgever, die hem sterk aanraadt Duitsland te verlaten. Hij had echter ook een zetje nodig van zijn katholieke vriendin. ‘Een huwelijk tussen joden en niet-joden was verboden. Mijn vriendin vertrok al in 1935 naar Nederland. Zij was slimmer dan wij allen. Ik volgde haar halverwege 1936. Ook in Nederland mochten we overigens niet trouwen, want door onze Duitse paspoorten vielen we nog onder de Duitse regelgeving. Daarom woonden we officieus samen.’

Geen vangnet
Via Amsterdam belandde het stel in Bussum en legde daar al snel contacten die in latere jaren van levensbelang bleken. Vrienden adviseerden Keilson om als psychotherapeut voor kinderen te gaan werken – werken als arts was ook in Nederland niet mogelijk. ‘Er was niet direct een vangnet voor joden die uit Duitsland waren gevlucht. In Nederland was men er zich niet zo van bewust wat er in Duitsland gebeurde met de joden. Men kon zich er geen voorstelling van maken.’

In 1939 kwamen ook zijn ouders naar Neder­land. Zijn jongere zus was inmiddels via Frankrijk vertrokken naar Palestina. De familie hoopte nog dat vader Keilson niet onder de rassenwetten zou vallen, omdat hij in de Eerste Wereldoorlog als frontsoldaat had gediend. ‘Dat bleek een grote vergissing.’ Relatief laat, in 1943, dook Keilson onder. ‘Mijn ouders konden niet onderduiken. Doordat ze geen Nederlands spraken en tegen de zeventig liepen, vormden ze een te groot risico. Bovendien hadden ze geen geld. Ze werden opgepakt en via een Neder­lands kamp afgevoerd naar Auschwitz. Daar zijn ze omgekomen.’

Hans Keilson kwam als onderduiker terecht in de Rekkense Inrichtingen, een instelling voor moeilijk opvoedbare kinderen. De directeur was voorheen directeur van de Montessorischool in Bussum. Twee maanden later stelden de Duitsers echter verplicht dat Nederlanders moesten wonen in de woonplaats die stond aangegeven op het persoonsbewijs. Op het valse persoonsbewijs van Hans Keilson stond een woonplaats in Zuid-Holland – het verblijf in Gelderland werd te gevaarlijk. ‘Gelukkig belde een bevriende ingenieur uit Delft naar mijn vriendin. Zijn dochter was bij mij onder behandeling geweest, hij kende mijn situatie en bood aan bij hem onder te duiken.’

Conflicten
Later bleek dat de ingenieur plannen had met zijn onderduiker. Zonder dat hij het wist werd hij een maand lang geobserveerd. Was de therapeut voorzichtig genoeg, niet te nerveus en zou hij zijn mond niet voorbij praten? De ingenieur was actief lid van De Vrije Groep, een verzetsgroep gelieerd aan de Universiteit van Amsterdam, die zich bezighield met het plaatsen van joodse kinderen en jongeren in Hollandse pleeggezinnen.

Keilson: ‘Binnen die gezinnen ontstonden natuurlijk wel eens problemen en conflicten. Ze zochten iemand die zich kon inleven in de situatie waarin die kinderen en pleegouders zaten. Een situatie die voor zowel de kinderen als de pleegouders traumatiserend was.’

Tot het einde van de oorlog ging Keilson zeker twee à drie keer per week met de trein naar gezinnen in heel Nederland. Hij had inmiddels een vals persoonsbewijs dat niet van echt was te onderscheiden, op naam van dr. Van der Linden. Toch bleef hij in de trein op zijn hoede.

‘Ik las een Hollands boek of een krant en sprak zo weinig mogelijk met medereizigers om mijn Duitse accent niet te verraden. Gelukkig kon ik mijn kalmte altijd goed bewaren. Angst was er aldoor, maar ik wilde daar niet te veel ruimte aan geven.’

Echt schrijnende toestanden kwam Keilson niet tegen in de gezinnen, wel veel problemen.
‘De kinderen hadden eerst bij hun eigen ouders de dreiging van hun joodse achtergrond ervaren. Daarna moesten ze afscheid nemen van hun ouders en werden ze geplaatst in een vreemde omgeving. Daar konden ze niet naar school, geen dingen doen die gewone kinderen doen en moesten ze onder een valse identiteit leven. Onder deze omstandigheden werden de kinderen, vaak pubers, geregeld onhandelbaar. Er ontstond geen goed contact tussen de kinderen en de pleegouders. Ik kwam dan om te luisteren naar beide partijen en probeerde op die manier een oplossing te vinden. Bij medische problemen probeerde ik overigens in contact te komen met plaatselijke huisartsen. Ik moest voorzichtig zijn en wilde geen conflicten met huisartsen veroorzaken, door op hun terrein te gaan zitten.’

Onzinnige tijd
Het deed Keilson goed om in deze ‘onzinnige tijd’, zoals hij de oorlog noemt, zinvol werk te kunnen doen. Na de oorlog koos hij ervoor om zich te specialiseren tot psychiater en ging als psychoanalyticus werken met kinderen en jongeren. In 1979 promoveerde hij met het proefschrift Sequentielle Traumatisierung bei Kindern dat is gebaseerd op zijn ervaringen met ondergedoken kinderen en jongeren.

Na de oorlog kwam het besef dat hij veel geluk had gehad. ‘Ik had een flauw vermoeden, maar ik had niet in de gaten wat er écht met de joden gebeurde in de oorlog. Over de gruweldaden, de gaskamers en dergelijke hoorde je pas na de oorlog. Hoewel ik onder anderen mijn ouders ben kwijtgeraakt, heb ik mijn leven nooit kapot willen laten maken door de oorlog. Ik ben soms in en in droevig, maar nooit verbitterd. Dat zit niet in mijn natuur.

Als ik verbitterd was geworden, zou ik geen goede psychoanalyticus zijn, want dan kun je niet meer luisteren.’ 

Simone Paauw

Hans Keilson: ‘Een bevriende ingenieur bood mij aan bij hem onder te duiken’. beeld: De Beeldredaktie
PDF van dit artikel
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • R. Brandon

    , Duivendrecht

    Vorige maand heb ik een brief aan dokter Keilson gestuurd, ik was een vroegere patient van hem. Ik heb de brief naar zijn huisadres gestuurd. Nieuwe Hilversumseweg 29 1406 TC Bussum. Het zou kunnen dat dr Keilson daar niet meer woont. Vermoedelijk he...eft hij de brief nooit ontvangen.

  • mireille lauwers

    , oostende

    Graag zou ik een mailtje willen sturen naar Hans Keilson. Omdat de rouwtijd nooit eindigt, omdat de pijn blijft huilen in je binnenste...

  • Erica Eijberts

    , Voorburg

    Dokter Keilson stond al bekend als een heel goede psychiater. Ik ben blij dat zijn literaire werk nu ook meer bekendheid krijgt.

  • VAN RIETSCHOTEN

    , AMSTERDAM

    lees boekbespreking Herald Trib van 7-8 aug 2010. Twee boeken van K. zijn recentelijk vertaald i/h engels en uitzonderlijk hoog gewaardeerd.

  • Joop Barber

    , Breda

    ik heb het gelezen , ik heb niet eerder geweten van deze Hans Keilson , ik vind het heel bijzonder gelezen te hebben over hem en ontroerend , een bijzonder iemand heeft mij hier over ingelicht , veel van ons zijn beschadigd in het verleden en tot hed...en nog steeds .

  • peter van ardenne

    , de bilt

    Geachte Sara Blok,
    In een interview dat ik kortgeleden met iemand had, viel de naam van Dr. Keilson. Hij woont in Baarn en is vorig jaar door de gefeliciteerde opgebeld om hem te feliciteren met zijn honderdste verjaardag. Hopelijk heeft u iets aan d...eze informatie
    vriendelijke groet,

    Peter van Ardenne

  • S. C. Blok-Rookus

    , Leidschendam

    Graag zou ik vernemen of dr Keilson nog in leven is.
    Ik heb hem gekend in mijn werk in Amsterdam in het toenmalige W.G. rond 1951. Toen kreeg ik van hem zijn boekje "Comedie in mineur" (1947). Nu is uw artikel over hem voor mij interessant. Is er mis...schien ook in een van de dagbladen een artikel over hem verschenen ?
    Bij voorbaaty dank voor uw bericht,
    Sara Blok.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.