Groot tekort aan artsen in arme landen

De Britse organisatie Save the Children zegt dat er wereldwijd een tekort is aan 2,5 miljoen werkers in de gezondheidszorg. Zij zijn vooral nodig in de 49 armste landen, en die zijn – geen verrassing – grotendeels gesitueerd in Afrika. Ter vergelijking: jaarlijks worden in Europa 173.000 mensen opgeleid om in de zorg te werken, in Afrika zijn dat er slechts 5100.

Voor een goede basiszorg zijn 23 artsen, verpleegsters en vroedvrouwen nodig per 10.000 mensen. In Ghana is de helft van dat aantal actief, in Sierra Leone een tiende. Het rijke Noorwegen daarentegen telt 188 artsen, verpleegsters en vroedvrouwen per 10.000 mensen.

Groot probleem is verder dat de braindrain van artsen en verpleegkundigen in arme landen nog steeds doorgaat. Zo werken maar liefst 81 procent van de Liberiaanse verpleegsters en 75 procent van de  Mozambikaanse artsen in het buitenland. Bovendien blijken overheidsbudgetten bij lange na niet toereikend om zelfs maar een rudimentair functionerende gezondheidszorg op touw te zetten.

Versnipperde hulpprogramma’s brengen wat dat betreft nauwelijks verlichting: ze zijn vaak eerder een last dan  een zegen. In Mozambique bijvoorbeeld bevinden zich maar liefst 185 verschillende hulpprojecten in de startfase, elk met een aparte planning, aparte implementatie en eigen evaluatiemomenten. Vooral kinderen jonger dan vijf jaar hebben te lijden onder het zorgtekort.

Als donorlanden ongeveer 0,7 procent van hun bnp aan hulp zouden besteden en 15 procent daarvan aan gezondheidszorg, dan zou de millenniumdoelstelling om kindermortaliteit in 2015 met twee derde te verminderen, nog gehaald kunnen worden, aldus het rapport van Save the Children.

Henk Maassen

Save the Children: No Child out of Reach: Time to end the health worker crisis

• Meer nieuws