Laatste nieuws
Sophie Broersen
3 minuten leestijd
Wetenschap

GR denkt in voedingsmíddelen, niet in -stoffen

1 reactie

De Richtlijnen Goede Voeding 2015 van de Gezondheidsraad zijn erop gericht zoveel mogelijk gezondheidswinst te boeken. Daarbij wordt niet meer over transvetten en vitamines gesproken, maar over zuivel en eiwitrijke producten.

Het kan niemand ontgaan zijn dat de Gezondheidsraad nieuwe richtlijnen met betrekking tot gezonde voeding heeft uitgebracht. Erg verrassend zal het voor de meeste lezers niet zijn: eet meer plantaardig voedsel, minder dierlijk. Kies vooral voor volkoren producten, eet een keer per week vis. Drink geen alcohol, of hooguit één glas per dag, eet minder zout, boter en andere harde margarines en vetten, drink zo min mogelijk suikerhoudende dranken. Er staan wat minder bekende adviezen in: eet wekelijks peulvruchten en minimaal 15 gram ongezouten noten per dag. En thee: 3 tot 4 koppen zwarte of groene thee.

Bij het lezen van het hele verhaal blijkt dat er toch een flinke verschuiving in voedingsland is opgetreden: in het document wordt vrijwel niet meer over voedingsstoffen gesproken, alleen nog maar over voedingsmiddelen. Dat is een bewuste keuze, vertelt Eert Schoten, woordvoerder van de Gezondheidsraad: ‘Bij de eerste Richtlijnen Goede Voeding die in 1986 verschenen, speelde het denken over voedingsvoorlichting zich af in het kader van het voorkómen van deficiënties. Alles was geformuleerd  in termen van voedingsstoffen. Dat had ook te maken met het beschikbare onderzoek. Er is steeds meer onderzoek naar voedingsmiddelen uitgevoerd, waar we nu uit kunnen putten. Dat heeft tot een geleidelijke verschuiving geleid in het denken over voeding. We hebben het nu dus over voedingsmiddelen. Die deficiëntieziektes zien we ook eigenlijk niet meer, zeker niet als je volgens deze richtlijnen eet. Het is namelijk niet zo dat bijvoorbeeld vitamines niet meer van belang zijn: maar met de middelen die in de richtlijnen staan, krijg je genoeg binnen.’ Het praten over voedingsmiddelen heeft als bijkomend voordeel dat de teksten minder abstract worden. Niet langer over transvetten spreken – Schoten: ‘Die kun je niet bij Albert Heijn kopen’ –  maar over boter en olijfolie.
De voedingsstoffen komen overigens expliciet aan bod bij het advies over voedingssupplementen. Schoten: ‘Wij hebben daar apart naar gekeken, omdat er vrij veel vragen binnenkwamen over het nut van extra vitamines en dergelijke.  Die worden in termen van stoffen aangeprezen. De conclusie die we daar trokken is dat ze, met uitzondering van specifieke groepen zoals zwangere vrouwen, nul komma nul opleveren.’
De commissie heeft zich gericht op het verband tussen voedingsstoffen, -middelen of –patronen enerzijds en de kans op chronische aandoeningen en een beperkt aantal causale risicofactoren anderzijds. Daarbij heeft men zich beperkt tot die tien ziektes die nu in Nederland de meeste ziektelast en verloren levensjaren opleveren, zoals hart- en vaatziekten, COPD en darmkanker. Waarom die beperking? Schoten: ‘Je moet keuzes maken als je het voedingsveld wilt bekijken, een keuze voor sommige aandoeningen, zonder dat we de ogen sluiten voor andere zaken. We maken soms wel een zijstapje om te laten zien dat een bepaald advies ook op andere manieren voordelig kan zijn – bijvoorbeeld bij het voorkomen van cariës – maar het gaat vooral om de vraag hoe je daar bovenop nog gezondheid kunt bevorderen en gezonde levensjaren kunt winnen. Daar richt zich het meeste onderzoek nu ook op.’
De richtlijnen zijn klaar, maar nu is de vraag hoe die op de juiste plek komen. Daar ligt een schone taak voor het Voedingscentrum, dat de richtlijnen gaat vertalen in nieuwe adviezen. Begin volgend jaar komt het centrum met een vernieuwde schijf van vijf.

Sophie Broersen @sbroersen


Gezondheidsraad: Eet meer plantaardig, drink suikervrij

© shutterstock
© shutterstock
Lees ook:
Wetenschap voeding volksgezondheid gezondheidsraad
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • G.H. Snoeijen

    Huisarts en Kaderhuisarts Hart- en Vaatzie, HEEZE Nederland

    Het is niet alleen de vraag hoe de richtlijn op de juiste plek komt, maar vooral hoe de genoemde adviezen uitvoerbaar gaan zijn voor de gemiddelde Nederlander. De lokale en landelijke overheid en de Europese Unie kunnen hierbij een grote rol spelen. ...Het wordt hoog tijd dat er versneld richtlijnen komen voor het toevoegen van zout en suiker aan voedingsmiddelen. Een grote frisdrankproducent heeft aangekondigd om in 2020 1 suikerklontje minder toe te voegen aan een blikje frisdrank. Waarom dan pas en waarom niet vanaf nu al geleidelijk aan nog minder suiker toevoegen? Het goedkoper maken van vers fruit en verse groenten en een supermarktinrichting waarin het makkelijker is de juiste keuze te maken zijn andere maatregelen die kunnen bijdragen. De voedingsmiddelen industrie heeft met succes kunnen tegen houden dat er binnen de Europese Unie ook een "stoplicht" op verpakkingen komt te staan, net zoals in Groot Brittannië al gebeurt. Dit zou voor iedereen meteen duidelijk maken wat gezonde voeding is, welke voeding bij uitzondering genuttigd kan worden en welke niet. 70-80% van de Hart en Vaatziekten zijn te voorkomen door een gezonde leefstijl. Het veranderen van een ongezonde leefstijl zou een stuk makkelijker worden als de leefomgeving gezonder zou worden. Graag wat hulp van de overheid, zodat ik wat meer resultaat bereik in de spreekkamer en de Nederlandse bevolking gezonder oud wordt.
    Aafke Snoeijen, Kaderhuisarts Hart- en Vaatziekten, Asten

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.