Gezondheidsraad wil 115-jarige bewaartermijn implantaatgegevens

Gegevens over implantaten moeten 115 jaar worden bewaard. Dat adviseert de Gezondheidsraad. Zo’n termijn, gerekend vanaf de geboorte van een patiënt, garandeert dat dragers nog altijd te achterhalen zijn als er zich problemen voordoen met implantaten, aldus de raad in een advies aan minister Bruno Bruins (Medische Zorg).

De huidige bewaartermijn van vijftien jaar die voor medische dossiers geldt, volstaat niet voor implantaatgegevens, vindt de adviesraad. Implantaten worden steeds vaker en vroeger in het leven van patiënten aangebracht, maar het optreden van eventuele gebreken en bijwerkingen is onvoorspelbaar, constateert het adviesorgaan.

De geadviseerde termijn van 115 jaar zou volgens de raad moeten gelden voor de data in het Landelijk Implantaten Register én voor de implantaatgegevens in medische dossiers. De Gezondheidsraad adviseert de minister te regelen dat deze gegevens moeten worden overgedragen als een zorgaanbieder ophoudt te bestaan.

De gekozen periode sluit aan bij de bewaartermijn die geldt voor instellingen die onder de Archiefwet vallen, zoals academische centra. Het advies heeft betrekking op zogenaamde hoogrisico-implantaten, zoals hart- en vaatimplantaten, hersen- en neurostimulatoren, medicatiepompen en implantaten voor plastische chirurgie.

De Tweede Kamer heeft eind april ingestemd met een wijziging van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst om de bewaartermijn voor medische dossiers op te trekken van vijftien naar twintig jaar, wat nu voorligt aan Eerste Kamer.