Laatste nieuws

Generiek is niet identiek

Plaats een reactie


In het artikel ‘Generiek is niet identiek’ (MC 35/2001: 1228) suggereert Evert Pronk dat specialités niet uitwisselbaar zijn met generieke geneesmiddelen. De toonzetting en implicaties zijn zo stellig dat men zou kunnen denken dat is bewezen dat geen enkel specialité uitwisselbaar is met zijn generieke equivalent. Omdat de huisartsen in ons FTO zeer ongerust reageerden in de zin van: ‘Hebben we het al die jaren verkeerd gedaan?’, zijn wij dieper in de materie gedoken.


Evert Pronk haalt een artikel aan van Wilder c.s. uit Neurology waaruit zou blijken dat het merkmiddel Dilantin niet vervangen kan worden door het generieke middel Mylan. Dit onderzoek concludeert inderdaad dat Dilantin Kapseals en de Mylan Extended-Release capsules niet zonder meer uitwisselbaar zijn. Maar het gaat hier over verschillende farmaceutische toedieningsvormen (specialité’s) en niet over specialité versus generiek.


Vervolgens wordt de biologische beschikbaarheid van verschillende furosemidepreparaten beoordeeld. Hierbij wordt ‘casuïstiek van een inmiddels niet meer praktiserende huisarts’ aangehaald, wat ons nu niet een goede wetenschappelijke basis lijkt voor dit soort uitspraken. Uit één studie, uit ‘een handvol, geplukt van Internet via Pubmed’, zou moeten blijken dat één generiek furosemidepreparaat afwijkt van zes andere. De biologische beschikbaarheid van furosemide is sterk variabel, tussen de 30 en 80 procent. Per patiënt titreren tot de gewenste werking lijkt ons dan sowieso raadzaam. Een advies dat overigens ook de FDA geeft voor geneesmiddelen met een narrow therapeutic index (NTYI’s), zoals fenytoïne.


Ten slotte haalt Pronk een editorial uit Neurology aan waarin de beweringen omtrent wisseling van preparaten ons inziens beduidend genuanceerder zijn dan hij ze beschrijft.


Wij willen niet beweren dat generieke middelen altijd hetzelfde zijn als hun specialité. Maar voor de bewering ‘generiek is niet identiek’ ontbreekt eveneens het wetenschappelijk bewijs. Verschillen in biologische beschikbaarheid tussen geneesmiddelen kunnen altijd bestaan - ook tussen specialités en generieken en het is goed dat daar gedegen onderzoek naar wordt verricht. Maar het mag niet zo zijn dat artsen op basis van het artikel van de heer Pronk moeten gaan twijfelen aan generieke medicatie.

Hengelo, oktober 2001


M.A.M. Hamer, apotheker-stagiair


B.G. Vos, apotheker


Naschrift


De aangehaalde editorial in Neurology gaat deels over de vergelijkingsstudie tussen beide fenytoïne-preparaten. In dit kader spreken de neurologen expliciet van generieke substitutie. Zij gaan hierbij voorbij aan de strikte definitie van generiek en kiezen klaarblijkelijk voor de praktijk waarin wordt verondersteld dat beide middelen inwisselbaar zijn.


Verder wordt in het artikel nergens verondersteld dat casuïstiek een wetenschappelijke basis vormt. Letterlijk staat er dan ook dat ‘Schmit beseft dat casuïstiek geen overtuigend bewijs levert’.


Het is correct dat de FDA stelt dat bij wisseling van geneesmiddel titratie hoort te worden uitgevoerd. Het is te hopen dat deze aanbeveling in de praktijk ook altijd opvolging vindt.


Verder ben ik verheugd dat ook de briefschrijvers tot de conclusie komen dat generieken niet altijd hetzelfde zijn als hun specialité. Dat was tenslotte de centrale boodschap.


Evert Pronk, journalist Medisch Contact

 

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.