Laatste nieuws
Arts en Olympiër

Gejus van der Meulen

Plaats een reactie
Naam: Ageaus IJme van der Meulen (23 januari 1903 – 10 juli 1972)
Sport: Voetbal
OS: Parijs 1924, Amsterdam 1928
Erelijst: geen medailles

 

   
Klik hier om het overzicht van de portretten van alle arts-Olympiërs te bekijken  

Wie de Nederlandse deelnemerslijsten van de Olympische Spelen in 1924 en 1928 bestudeert, ziet acht deelnemers die tijdens de Tweede Wereldoorlog omkwamen in vernietigingskampen als Sobibor en Auschwitz. Eén bokser in 1924 en in 1928 een gewichtheffer en zes gymnasten, van wie de helft vrouwen. Dat jaar was vrouwengymnastiek voor het eerst een onderdeel van het Olympische programma.

Tijdens diezelfde Spelen in 1924 en 1928 maakte Ageaus 'Gejus' van der Meulen als keeper deel uit van het Nederlandse voetbalteam dat zich op grote belangstelling van het publiek mocht verheugen. Enorme rijen stonden er voor de loketten van de kaartverkoop voor de eerste wedstrijd tegen Uruguay – de kampioen uit 1924 - maar vele voetballiefhebbers moesten worden teleurgesteld. Overigens werd Nederland tijdens deze wedstrijd uitgeschakeld. Keeper Van der Meulen was in die jaren een ster. Naast de Olympische Spelen, deed hij mee aan vijftig interlands. Zijn huldiging bij de vijftigste interland werd gefilmd en ook zijn huwelijk haalde het Polygoonjournaal.

Na zijn voetbalcarrière vestigde Van der Meulen zich met een eigen praktijk als kinderarts in Haarlem. Uit ‘sociale overwegingen’ sloot hij zich na de inval van de Duitsers aan bij de NSB. Van der Meulen vond de sterilisatiewetten van Hitler prachtig. Hij zei tegen een vriend: ‘Wij artsen strijden voor een gezond mensengeslacht. Nu zegt Hitler dat wij bij de kans op ongezonde kinderen moeten ingrijpen (door ouders preventief te steriliseren, red.). Dat is goed! Dat moeten wij hier ook hebben.’
Van der Meulen schreef over zijn keuze voor het nationaal-socialisme een brief aan de ouders van zijn patiëntjes. Daarin zei hij dat ze vrij waren om de relatie met hem te verbreken. Dat deden ze allemaal en Van der Meulen moest zijn praktijk sluiten. Na bemiddeling door de NSB kon hij aan de slag in het Binnengasthuis in Amsterdam. In zijn strafdossier kwam later te staan dat hij daar werd gezien als ‘onbetrouwbaar en gevaarlijk’. Hij zou onder meer hebben geweigerd om kinderen van niet-NSB’ers te behandelen.

Van der Meulen nam in 1941 dienst bij het SS-Feldlazarett ‘Freiwilligen Legion Niederlande’. Hij kreeg een medische en militaire training in kazerne Oranienburg en reisde in 1942 met het Nederlandse veldhospitaal af naar het oostfront. Een anonieme SS’er herinnerde zich later een ontmoeting met de arts. ‘Ik was gewond en kreeg bezoek van de stafarts. Deze Hauptsturmführer sprak Nederlands en was omringd door Nederlandse verpleegkundigen en Duitse dokters. Het was duidelijk dat deze arts in hoog aanzien stond.’Ook dagblad De Telegraaf trof Van der Meulen aan het front. ‘Dat gezicht komt mij bekend voor’, schreef een verslaggever. Maar Van der Meulen had geen tijd voor hem. ‘We zijn in de aanval, er is veel te doen’, zo zou de arts hebben gezegd.
Van der Meulen werd vier dagen na de bevrijding gearresteerd. In juni 1947 stond hij terecht. Hij toonde geen berouw en verklaarde dat hij niet wist dat Nederland nog in oorlog was met Duitsland toen hij zich aansloot bij de waffen-SS. ‘Omdat vele Nederlandse jongens streden aan het oostfront meende ik mij voor hen te moeten inzetten.’

Van der Meulen kreeg acht jaar gevangenisstraf. In maart 1948 diende het hoger beroep. De toen nog jonge sportverslaggever Herman Kuiphof deed verslag. ‘Hij was vooral geestelijk een wrak. Een geslagen hond. Hij probeerde nog nauwelijks zichzelf te verdedigen’. De straf bleef 8 jaar. Prominente Nederlanders namen het voor Van der Meulen op. Schaakkampioen Max Euwe meende dat Van der Meulen ‘met de edelste motieven toetrad tot de NSB’. Job Pannekoek, inmiddels ziekenhuisdirecteur in Deventer, dacht dat zijn keuze te maken had met een slechte financiële situatie. ‘Zijn praktijk liep slecht. Hij werd financieel afhankelijk van zijn schoonvader die reeds sterk onder de invloed van de NSB verkeerde. De verhouding met zijn schoonvader is funest geweest’, meende Pannekoek.

In augustus 1949 kreeg Van der Meulen gratie. Hij verliet de gevangenis als een gebroken man. Hij begon een nieuwe praktijk, maar had bijna uitsluitend oud-NSB'ers als patiënt. Als hij bij zijn oude club HFC kwam om zijn zoon aan te moedigen, sprak niemand met hem. Van der Meulen overleed in 1973.

Simone Paauw, Robert Crommentuyn

Een deel van deze tekst is overgenomen uit: Witte jassen en bruinhemden, Nederlandse artsen in de Tweede Wereldoorlog, eerste druk, mei 2010. Een uitgave van Medisch Contact, onder redactie van Joost Visser, Ben Crul, Ingrid Lutke Schipholt en Eva Nyst

   
Klik hier om het overzicht van de portretten van alle arts-Olympiërs te bekijken  

  • Simone Paauw

    Simone Paauw deed de deeltijdopleiding journalistiek in Tilburg en werkt sinds 2008 als journalist bij Medisch Contact. Ze interviewt het liefst de ‘gewone arts’ met een bijzonder verhaal, bijvoorbeeld voor de rubriek Het Portret.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.