Laatste nieuws
Wetenschap

Geïntegreerde zorg remt functionele achteruitgang ouderen niet

Plaats een reactie
getty images
getty images

Een speciaal zorgprogramma voor kwetsbare ouderen die nog thuis wonen bleek geen positief effect te hebben op hun gezondheid. Toch leverde het bruikbare informatie op voor de toekomst.

Het huidige gezondheidszorgsysteem sluit door zijn reactieve, ziektegerichte aanpak vaak onvoldoende aan op de complexe zorgvragen van thuiswonende, kwetsbare ouderen. Franca Ruikes, huisarts bij Universitair Gezondheidscentrum Heyendael, promoveert op 7 november aan de Radboud Universiteit op een proefschrift waarin ze nagaat in hoeverre het mogelijk is middels een geïntegreerd eerstelijnszorgprogramma functionele achteruitgang en andere negatieve gezondheidsuitkomsten bij deze ouderen af te remmen. Het antwoord is helder: dat lukt niet.

De zorg binnen het zogeheten CareWell-primary care-programma werd geleverd door teams bestaande uit huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde, praktijk- en wijkverpleegkundigen, en ouderenwelzijnadviseurs. Die stelden proactieve zorgplannen op, kwamen zeswekelijks bijeen en bespraken iedere oudere minimaal tweemaal per jaar en zo nodig vaker in dit overleg, stelden een casemanager aan (meestal de wijkverpleegkundige) en deden jaarlijks een medicatiereview, om ongewenste medicatieschade te voorkomen. Dit programma werd gedurende twaalf maanden in zes huisartsenpraktijken toegepast; zes andere huisartsenpraktijken leverden ‘gebruikelijke zorg’ in de controlearm. Het zorgprogramma bleek niet effectief in het voorkomen van verdere functionele achteruitgang. Ook de draaglast en de kwaliteit van leven van de mantelzorgers verbeterde niet. En het programma leidde niet tot zorgkostenbesparing.

Deze resultaten komen overeen met die van de andere geïntegreerde zorgprogramma’s, die alle onderdeel waren van het Nationaal Programma Ouderenzorg (NPO). Weliswaar waren er hier en daar accentverschillen in de geboden zorg en waren er soms ook andere samenwerkingspartners, maar steeds bleek er geen effect op functionele achteruitgang.

En toch, meent Franca Ruikes, levert al dit onderzoek informatie op die heel bruikbaar is voor verdere aanpassing van de eerstelijnsouderenzorg. Ruikes: ‘We komen er meer en meer achter dat dé kwetsbare oudere niet bestaat. We moeten daarom veel beter bepalen op welke doelgroep we ons richten en met welk soort interventies. We weten dankzij dit onderzoek nu dat als er eenmaal (fysieke) beperkingen in het dagelijks functioneren bestaan, dat we verdere functionele achteruitgang niet afremmen door proactief, multidisciplinair te gaan samenwerken. Maar achteraf gezien was dat misschien ook niet de juiste uitkomstmaat. We gebruikten een screeningsinstrument waarin we keken naar fysieke, psychologische en sociale factoren die bijdragen aan kwetsbaarheid, maar we maten de uitkomsten van onze interventies die voortkwamen uit deze holistische screening met een fysiek georiënteerde uitkomstmaat. Ik denk dat we er met een geïntegreerde aanpak namelijk wel degelijk voor kunnen zorgen dat ouderen, ondanks hun fysieke beperkingen, zelfstandig thuis kunnen blijven wonen met een goede kwaliteit van leven. Dat vraagt er echter om dat we ons veel meer richten op uitkomsten die voor de ouderen zelf van belang zijn, zoals sociaal actief blijven ondanks fysieke beperkingen. Daarom is verder onderzoek met zogenaamde PROM’s – patient reported outcome measures – zeer interessant. Overigens, uit kwaliteitsonderzoek binnen het NPO blijkt ook dat zowel hulpverleners als ouderen en mantelzorgers de geïntegreerde zorgprogramma’s zeer waarderen.’

Ruikes zegt dat deze aanpak niet los is te zien van de actuele beweging naar value-based healthcare.

‘Ik denk dat we daartoe nog veel meer de samenwerking met professionals op het gebied van welzijn en wonen aan moeten gaan. We zullen meer moeten steunen en stutten, waarin we ook informele zorgverleners, waar deze aanwezig zijn, beter moeten betrekken, en moeten zoeken naar passende woonvormen.’

Ze heeft echter niet de illusie dat door anders te gaan werken in de eerste lijn alle ziekenhuisopnames zijn te voorkomen. ‘Acute medische situaties zullen zich blijven voordoen’, zegt Ruikes. ‘Maar door proactief zorg-, welzijns- en woonvragen te ondervangen die ontstaan door functionele achteruitgang, en door tijdig met ouderen te spreken over de vraag wat hun behandelwensen zijn, kunnen we crisisopnames omdat het thuis ineens niet meer gaat – dus opnames van niet-strikt medische aard – wel veel beter voorkomen.’

Integrated primary care for frail elderly; implementation, effects and costs of the CareWell primary care program, Franca Ruikes, dissertatie Radboud Universiteit, nov 2018.
lees ook

Wetenschap huisartsgeneeskunde ouderenzorg
  • Henk Maassen

    Henk Maassen (1958) is journalist bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.