Laatste nieuws
chirurgie

Geen gespreid bedje voor aios in Duitsland

Plaats een reactie


‘Het is heel hard werken zonder dat de opleiding erg opschiet’

In Nederland is het aantal opleidingsplekken voor specialisten schaars. In Duitsland niet. Veel jonge artsen wijken daarom uit naar ons buurland. Dat blijkt niet altijd een onverdeeld genoegen.

‘Wat de Chefarzt zegt is waar. Of het nu evidence-based is of niet. En het kan zomaar gebeuren dat een Chefarzt een Oberarzt publiekelijk afvalt, bijvoorbeeld bij de bespreking van een postoperatieve röntgenopname. Heel slecht! Klopt niks van! Waardeloos! Dat soort termen hoor je dan. En dat in de aanwezigheid van vijftig anderen. In Nederland zouden de een de ander even apart nemen.’

Het is duidelijk dat Olga Boomsma moeite heeft met de omgangsvormen in het Duitse ziekenhuis waar zij werkt. Daar is in de twee jaar dat zij in ons buurland verkeert geen verandering in gekomen. Boomsma rondde in 2007 haar basisopleiding af en probeerde in Nederland een opleidingsplek als plastisch chirurg te bemachtigen. Ondanks een bijna afgeronde promotie lukte het niet om een plaats te krijgen. Toen ook het alternatief – een opleidingsplaats in de dermatologie – niet lukte, besloot Boomsma uit te wijken naar Duitsland.

Lokkertje
‘Ik solliciteerde op verschillende plaatsen, werd overal uitgenodigd en op vijf plaatsen aangenomen.’ Boomsma koos voor een plek in een kleine kliniek die is gelieerd aan de universiteit van Hannover. ‘De keuze viel op dit ziekenhuis omdat ik er iemand kende.’

Al snel bleek het werk tegen te vallen. ‘Ik zou officieel in opleiding gaan als trauma- en orthopedisch chirurg, een typisch Duitse combinatie van disciplines. Maar vanwege het schrijnende tekort aan artsen deed ik bijna uitsluitend het werk dat in Nederland door artsen niet in opleiding tot specialist wordt gedaan, een artsensoort die in Duitsland niet voorkomt.’

‘Ik zou doorstromen naar plastische chirurgie,
maar dat is nooit gebeurd’

Boomsma besloot te verkassen naar een universiteitsziekenhuis elders in Duitsland. ‘Ik zag een advertentie voor een opleidingsplaats voor plastisch chirurg. Daar ben ik onmiddellijk op in gegaan, want ook in Duitsland zijn die plekken schaars. Helaas bleek het achteraf een lokkertje te zijn geweest. Ik zou na een jaar traumachirurgie doorstromen naar plastische chirurgie, maar dat is nooit gebeurd. De plek was al vergeven aan de vrouw van een vriend van de Oberartzt.’

Artsentekort
Het relaas van Boomsma is in menig opzicht tekenend voor de situatie in de Duitse ziekenhuizen. Er heerst bij de oosterburen een prangend artsentekort. De oorzaken zijn veelvoudig. Om te beginnen haken veel geneeskundestudenten voor het einde van de studie af; sommige studies spreken van 40 procent uitval. Ook na het afronden van de opleiding tot specialist (Facharzt) verlaten veel artsen alsnog het vak.

De Duitse artsen die wél aan de slag gaan, doen dat vaak in het buitenland. In vergelijking met veel buurlanden zijn de verdiensten voor Fachärzte aan de magere kant terwijl de arbeidstijden niet geringer zijn. Per jaar verlaten daarom 1500 à 2500 Duitse specialisten het land. Uit een enquête blijkt dat 20 procent van de Duitse artsen in opleiding emigratieplannen heeft.

Het artsentekort doet zich sterk gelden in de perifere regio’s van Duitsland. Het land kent een fijnmazig netwerk van kleine ziekenhuisjes. Het is al verschillende keren gebeurd dat een kleine kliniek haar deuren moest sluiten vanwege een onoplosbaar artsentekort.

Het verbaast dan ook niet dat Duitse ziekenhuizen bij hun zoektocht naar medisch personeel zelf ook over de grenzen kijken en in de Nederlandse basisartsen met opleidingsambitie een interessante pool van gegadigden zien. In de Arbeidsmarktmonitor (zie blz. 1048) is te zien dat Duitse ziekenhuizen sinds 2007 actief werven onder Nederlandse aiossen in spe. Sinds dat jaar zijn er bijna 200 vacatures geplaatst voor opleidingsplekken in Duitse ziekenhuizen, vooral in de grensregio’s.

Uitwijkmogelijkheid
Inmiddels zijn er verschillende commerciële bemiddelingsbureaus actief op de markt, waaronder een eenmansbedrijfje – ParvusMundus – en een onderneminkje van ervaringsdeskundige artsen – Inopleiding.de. Banenbemiddelaar BKV organiseert al enkele jaren een open dag voor Nederlandse basisartsen met interesse in een Duitse opleidingsplaats. Tijdens een gezamenlijke trip naar twee ziekenhuizen over de grens bij Nijmegen kunnen geïnteresseerden ter plaatse een kijkje nemen.

Anne Spaans nam vorig jaar mei deel aan de excursie naar de ziekenhuizen in Kevelaer en Goch. Zij was toen enkele maanden verwijderd van haar artsendiploma. De kennismaking met de Duitse ziekenhuizen beviel goed. Toch heeft ze de stap over de grens niet gezet. ‘Nog niet. Ik werk nu als anios chirurgie in een Nederlands ziekenhuis. Ik ben nog relatief jong en zie nog kansen om hier een opleidingplek te krijgen. Mocht dat onverhoopt niet lukken, dan is Duitsland een interessante uitwijkmogelijkheid.’

Volgens Corneel Honingh is Duitsland niet per se de ideale bestemming voor de Nederlandse basisarts zonder binnenlands opleidingsperspectief. Honingh werkt zelf sinds 2008 in het Marien-Hospital in Wesel, waar hij in opleiding is tot ‘visceral chirurg’, de Duitse benaming voor wat in Nederland gastro-enterologische chirurgie wordt genoemd.

Kale opleiding
In Nederland is vorm en inhoud van de opleiding minutieus vastgelegd. In Duitsland is daar geen sprake van, legt Honingh uit. ‘Alle Duitse ziekenhuizen hebben opleidingsbevoegdheid, maar vaak niet voor de volledige opleiding. Om een volledige opleiding te doen, moet je stukjes bij elkaar sprokkelen, vaak in verschillende ziekenhuizen. Je moet zelf uitvogelen waar je welk deel kunt doen.’

Belangrijker nog is de inhoud van de opleiding. Die is naar Nederlandse begrippen ‘kaal’ te noemen. ‘Er zijn wel cursussen, maar niet zo heel veel. Je moet ’s avonds zelf in de boeken en het internet op.’

Volgens Honingh is Duitsland ongeschikt voor aiossen die zonder veel gedoe een vast programma willen afwerken. ‘Je moet heel erg gemotiveerd zijn, je moet zelf verantwoordelijkheid nemen voor je opleiding, zelf initiatief nemen en in zekere zin jezelf grotendeels opleiden.’ Die motivatie heb je ook nodig om de evidente nadelen het hoofd te bieden, vindt Honingh. ‘Ik had er moeite mee om mijn sociale leven achter te laten. Al ben ik nu wel redelijk geaard.’ Daarnaast is het wennen aan de hiërarchische verhoudingen. ‘Er is hier één arts de baas en zijn nee is nee.’

Tot slot is het onzeker of de Duitse opleiding ook weer toegang geeft tot de Nederlandse arbeidsmarkt. Een specialistenopleiding in een ander EU-land wordt in Nederland erkend als de titel gelijkwaardig is. Nederland kent echter geen ‘visceral chirurg’. Honingh: ‘Om in Nederland als chirurg te kunnen werken, moet mijn opleiding overeenkomen met die van een Nederlandse algemeen chirurg. Daarvoor zal ik mij moeten bijscholen.’

Er zijn ook voordelen verbonden aan het werken in Duitsland, merkt Honingh op. ‘Het salaris voor de aios ligt hier een derde hoger dan in Nederland.’ Zelf is hij nog steeds tevreden over zijn keuze. ‘Ik was al bijna 30 toen ik in opleiding wilde. Ik had geen zin om vier jaar anios te zijn om dan alsnog nergens terecht te kunnen. En ik wilde snijden. Als je zo gemotiveerd bent als ik, is Duitsland een goede keuze.’ Met zijn bedrijfje Inopleiding.de helpt hij inmiddels Nederlandse basisartsen in Duitsland op weg.

Vriendjespolitiek
Ondanks haar problemen met de vijandige omgangsvormen heeft ook Assistentarzt Boomsma positieve ervaringen in Duitsland opgedaan.

‘Ik spreek de taal vloeiend en heb kennisgemaakt een heel ander zorgsysteem. Daarnaast zijn de arbeidsvoorwaarden uitstekend. Je krijgt goed betaald, inclusief overuren. En zwangeren mogen geen diensten doen, maar krijgen wel een toelage voor de uren die ze daardoor verliezen.’

Toch overheersen bij Boomsma de minder prettige ervaringen. ‘Je krijgt hier nauwelijks onderwijs en er is ook geen ruimte voor wetenschappelijk onderzoek. Ik zit in een universiteitsziekenhuis, maar als ik in een jaar vier presentaties krijg, is het veel. Het is officieel een opleidingsplek, maar in de praktijk heeft het meer weg van een anios-plek.’

Boomsma stoort zich aan de vriendjespolitiek in Duitse ziekenhuizen. ‘Je moet hier een lijst met vaardigheden en verrichtingen afwerken, de zogenaamde OP-catalog. Om die aantekeningen te krijgen, helpt het als je de juiste mensen kent’, meent Boomsma. ‘Als je in de smaak valt, mag je eerder de verrichtingen doen; dan word je snel door de opleiding heen getrokken. Val je niet in de smaak, dan is het een langdurig verhaal.’

‘Het salaris voor de aios ligt hier een derde hoger
dan in Nederland’

Boomsma heeft inmiddels besloten het bijltje erbij neer te gooien. ‘Ik wil geen chirurgie meer doen. De diensten en de werktijden zijn me te veel. Vooral ook omdat ze hier geen huisartsen en triageverpleegkundigen kennen. Je bent hier de hele nacht bezig met pruldingen. De werkdag loopt van zeven tot vijf en regelmatig heb ik 24-uursdiensten. Het is heel hard werken zonder dat de opleiding erg opschiet.’ Boomsma is in de tussentijd in Nederland gepromoveerd en gaat binnenkort met zwangerschapsverlof. ‘Daarna wil ik in Nederland opnieuw op zoek naar een opleidingsplek als dermatoloog.’

Of zij andere basisartsen aanraadt om de stap naar Duitsland te zetten? ‘Het hangt er wat mij betreft vanaf hoelang je al op zoek bent naar een opleidingsplek. En het scheelt als je in Nederland al als anios hebt gewerkt. Die jaren kun je hier als opleidingsjaren laten gelden. Dus na vier jaar als anios hoef je nog maar twee jaar in Duitsland aan de slag om Facharzt te worden. Dan is het wel te doen.’

Robert Crommentuyn

Olga Boomsma is niet de echte naam van de geïnterviewde aios.


<B>Aios in Duitsland</B>
<B>Pro</B>
• Elk ziekenhuis is opleidingsziekenhuis
• Er is een grote vraag naar artsen in tal van disciplines
• Nederlandse anios-jaren tellen mee in de Duitse opleiding
• De arbeidsvoorwaarden zijn uitstekend
<B>Contra</B>
• De opleiding is weinig gestructureerd en vergt veel eigen initiatief
• De collegiale verhoudingen zijn zeer hiërarchisch
• Erkenning van het diploma in Nederlandis niet vanzelfsprekend
• De taal kan een barrière zijn
Voor sommige aiossen is het wennen aan de hiërarchische verhoudingen in de Duitse ziekenhuizen. ‘Er is hier één arts de baas en zijn nee is nee.’ Beeld: Laif/Hollandse Hoogte
Voor sommige aiossen is het wennen aan de hiërarchische verhoudingen in de Duitse ziekenhuizen. ‘Er is hier één arts de baas en zijn nee is nee.’ Beeld: Laif/Hollandse Hoogte
<strong>Klik hier voor een PDF van dit artikel</strong>
inkomen chirurgie arbeidsmarkt ziekenhuizen aios anios artsentekort
  • Robert Crommentuyn

    Robert Crommentuyn is als adjunct-hoofdredacteur verantwoordelijk voor de totstandkoming van het weekblad Medisch Contact, de bijlagenreeks Thema, het lifestylemagazine Geniet en het studentenmagazine Arts in Spe.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.