Fysio- en ergotherapie op de ic

Fysio- en ergotherapie bij ic-patiënten verbetert het herstel, beperkt de duur van een mogelijk delirium en vermindert de behoefte aan mechanische beademing.

Deze resultaten zijn op 14 mei door William Schweickert c.s. in The Lancet gepubliceerd. De onderzoekers keken naar het effect van fysio- en ergotherapie tijdens een dagelijkse onderbreking van de sedatie bij patiënten die mechanisch werden beademd.

Schweickert c.s. includeerden 104 patiënten (18 jaar of ouder) die mechanisch werden beademd (ten minste 3 dagen en nog minimaal 1 dag beademing in het vooruitzicht), met een barthelindex (twee weken voor opname) van 70 of hoger. De duur van sedatie bedroeg gemiddeld 2,7 dagen in de interventiegroep en 4,3 dagen in de controlegroep.

Vrijwel alle patiënten werden gesedeerd met een combinatie van propofol, een opiaat en een benzodiazepine. Bij de interventiegroep (n=49) werd de sedatie dagelijks gemiddeld 2,7 uur opgeheven. Elke ochtend deden deze patiënten progressief belastende lichaamsoefeningen. In de controlegroep van 55 patiënten werd de sedatie gemiddeld 3,3 uur per dag onderbroken maar werd geen aanvullende therapie geboden. De therapie ging door tot ontslag of totdat de patiënt terug was op het oude niveau.

Het uiteindelijke doel was het zelfstandig uitvoeren van een scala ADL-activiteiten en zelfstandig kunnen lopen; 59 procent van de interventiegroep en 35 procent van de controlegroep slaagde daarin. Daarnaast keken Schweickert c.s. naar de duur van een delirium. Bij patiënten uit de interventiegroep duurde dat gemiddeld 2,0 dagen (range 0,0-6,0) en in de controlegroep 4,0 dagen (range 2,0-8,0). De beademingsvrije periode – in de eerste 28 dagen van ziekenhuisopname – bedroeg respectievelijk 23,5 dag ten opzichte van 21,1 dag (range 7,4-25,6-0,0-23,8).

Bij 4 procent van de sessies moest de therapie worden gestaakt vanwege instabiele ademhaling van de patiënt. De onderzoekers stellen dat deze studie het effect toont van een multidisciplinaire benadering bij ic-patienten die mechanisch worden beademd. Maartje Katzenbauer

The Lancet 2009, online 14 mei