Laatste nieuws
R. Crommentuyn
6 minuten leestijd
chirurgie

'Fouten zijn geen natuurverschijnsel'

Plaats een reactie

Elf jaar tuchtrechtspraak over heelkunde



Het aantal klachten over chirurgen bij de tuchtrechter blijft dalen. Dat is geen reden om op de lauweren te rusten, zeggen de onderzoekers.



De cijfers spreken voor zich: er worden steeds minder klachten tegen chirurgen ingediend bij de regionale tuchtcolleges. Deze trend is ingezet in de jaren tachtig van de vorige eeuw en zet zich ongewijzigd voort tot op heden (zie tabel 1). Nog verheugender is wellicht dat ook het percentage gegronde klachten afneemt. De gegevens komen uit het boek Chirurg en tuchtrecht 1996-2007 dat deze week verschijnt. Daarin analyseert de Groningse hoogleraar gezondheidsrecht en advocaat bij Nysingh Joep Hubben samen met de chirurgiehoogleraar Theo Wiggers (UMC Groningen) en Gerie Bulstra, onderzoekster in het UMC Groningen, elf jaar tuchtrechtspraak over deze beroepsgroep. Alle 132 gegronde klachten uit de periode 1996-2007 zijn daarvoor bestudeerd.


Daaronder zijn ook dertien klachten die in hoger beroep alsnog ongegrond werden verklaard.



Volgens Hubben is de daling van het aantal klachten tegen heelkundigen extra opvallend nu blijkt dat de tuchtcolleges het drukker hebben dan ooit. In het onlangs verschenen jaarverslag maakten ze melding van een recordaantal van 1441 nieuwe klachten in 2007. ‘Bij de chirurgen valt op dat vooral de klachten over medisch-technische aspecten van de zorg afnemen, terwijl de klachten over de organisatorische aspecten van zorg toenemen (zie tabel 2). Daarbij speelt volgens mij een rol dat patiëntveiligheid en het belang van protocollen de laatste jaren veel aandacht krijgen.



Er is bijvoorbeeld aandacht voor verwisselingsfouten en voor de veiligheid op de operatiekamer. Een verzekeraar als MediRisk zit er bovenop. Die aandacht heeft waarschijnlijk vooral gevolgen voor de klachten die betrekking hebben op medisch-technische kwesties. En die zijn weer vooral belangrijk bij de snijdende specialismen.’





Volgens chirurg Wiggers zijn z’n vakgenoten zich inderdaad meer bewust van mogelijke risico’s. ‘Daarnaast zijn er nog nauwelijks solistisch werkende chirurgen. Uit de analyses blijkt dat vooral solisten volharden in verkeerde werkwijzen. En verder worden we natuurlijk uit de wind gehouden door de klachtenfunctionarissen die nu in elk ziekenhuis werkzaam zijn.’



Hoogleraar Chirurgie prof. dr. Theo Wiggers: ‘Een assistent kan zijn verantwoordelijkheid niet zonder meer afschuiven op zijn baas.’ beeld: De Beeldredaktie, Vincent Boon



Complexe lichaamsdelen


Hoewel de medisch-technische vaardigheden van chirurgen kennelijk weinig aanleiding geven tot klagen, blijft volgens Hubben ook op dit vlak voldoende te leren uit de uitspraken. ‘Dat geldt vooral voor een aantal risicovolle ingrepen die specifieke deskundigheid vereisen.’ Wiggers: ‘Er zijn complexe lichaamsdelen en ingrepen waarmee bovendien niet alleen de chirurgen zich bezighouden. Denk aan hand- en polschirurgie.



Daarnaast zijn er de scopische ingrepen zoals die van de galblaas. Die endo­scopische operaties hebben we toch wat gemakkelijk omarmd. Terecht dat de inspectie daarop wijst en aandringt op protocollering. Ik denk dat ook andere bijzondere ingrepen certificering vereisen. Niet iedereen kan alles doen. Het “bekwaam” uit “bevoegd en bekwaam” is niet vanzelfsprekend. In de academische ziekenhuizen is het allang gebruikelijk dat de specialisten zich niet begeven op het terrein van de andere specialismen. In de periferie moeten we daar ook meer naartoe. Ziekenhuizen zouden ook goed moeten nadenken over wat ze wel en wat ze niet willen aanbieden.’



Bulstra vindt het jammer dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg in elf jaar tijd slechts drie keer een klacht tegen een chirurg heeft ingediend bij de tuchtrechter. ‘De inspectie gebruikt het tuchtrecht niet vaak om de bekwaamheid van de arts aan de orde te stellen en dat is toch een gemiste kans. Nu is het aan de patiënt om de bekwaamheid van de arts te toetsen via het tuchtrecht, maar in de regel is dat niet diens eerste belang. Klachten van patiënten zijn vaak emotioneel gemotiveerd. Ze streven naar erkenning en genoegdoening. De vaardigheden van de arts zijn secundair. Het ligt meer in de lijn als de inspectie daarop toeziet.’


Onderzoekster mr. Gerie Bultstra: ‘De inspectie gebruikt het tuchtrecht niet vaak om de bekwaamheid van de arts aan de orde te stellen.’ beeld: De Beeldredaktie,Bert Janssen

Ook Wiggers signaleert de terughoudendheid van de inspectie om te melden. ‘Maar daar staat tegenover dat de inspectie op een hoger niveau wel adequaat ingrijpt, zie bijvoorbeeld het verbod op slokdarmoperaties voor sommige ziekenhuizen.’



Weerbarstig


Volgens Hubben hebben de chirurgen in vergelijking met de gynaecologen meer grip gekregen op de medisch-technische aspecten van hun vak, maar is er achteruitgang op het gebied van organisatie, verslaglegging en samenwerking. ‘In 74 van de 132 gegronde klachten speelden organisatorische aspecten een rol. Daarbinnen zijn er vooral problemen met “registratie en verslaglegging” en “taakopvatting, verantwoordelijkheidsverdeling en samenwerking”. Met name in het postoperatieve traject doen zich incidenten voor. Je zou denken dat het een terrein is waar gemakke-lijk verbeteringen zijn aan te brengen, maar de praktijk is weerbarstig. De zorg wordt immers steeds complexer, het proces van verslaglegging en overdracht belangrijker en kwetsbaarder.’



Wiggers: ‘Dat vooral het postoperatieve traject tot klachten leidt, heeft volgens mij te maken met het belang van de overdrachten op dat moment. Na de operatie moet elk moment goed zijn, er zijn weinig correctiemomenten. Waar je vóór de ingreep nog een en ander kunt afwegen en afwachten, is dat na de ingreep niet meer zo. Nu onder andere de werktijden van de assistenten zijn gereguleerd, zijn er meer overdrachtmomenten en daarbij gaat het toch nog regelmatig fout.’



Door de zorg te organiseren in zorgpaden is er op organisatorisch gebied nog veel te winnen, denkt Wiggers. ‘Maar het blijft weerbarstige materie. Wat ook niet helpt, is dat er voortdurend tekorten zijn. Is het niet aan radiologen of maag-, darm- en leverartsen, dan wel aan OK-tijd. Er is altijd wel ergens in de keten een tekort aan iets en dat komt de kwaliteit niet ten goede.’



Jongste bediende


Hubben signaleert ook een kleine piek aan klachten die betrekking hebben op het werk van arts-assistenten op afdelingen voor spoedeisende hulp. ‘Die combinatie is een duidelijke risicofactor. En als het dan misgaat, is het nogal eens onduidelijk wie de verantwoordelijkheid moet dragen.’



Volgens Wiggers is de SEH de afdeling waar vaak de jongste bediende te werk wordt gesteld én waar wel accuraat en snel moet worden gewerkt. ‘Dat gaat niet altijd goed. Er is eigenlijk behoefte aan beter gekwalificeerd personeel, SEH-artsen en klare chirurgen bijvoorbeeld. Maar dat is ook een financiële kwestie. In elk geval denk ik dat de leermethode “vallen en opstaan” voor de SEH niet geschikt is.’



De Groningse hoogleraar vindt dat chirurgen zich moeten vergewissen van de bekwaamheid van de assistenten, maar realiseert zich dat dat soms lastig is. ‘In grote klinieken met veel specialisten en veel assistenten kom je elkaar in een specifieke werksituatie soms erg weinig tegen, zeker door de toename van het parttime werken en de Arbeidstijdenwet.’ Bovendien zijn de assistenten zelf ook een verantwoordelijkheid. ‘Een assistent kan zijn verantwoordelijkheid niet zonder meer afschuiven op zijn baas. Ik denk dat een zelfkritische houding van de assistent - wat kan ik wel en wat niet - iets is dat in de opleiding meer aandacht behoeft.’



Reprimande


Alle drie de auteurs signaleren dat de tuchtrechter moeite heeft met zaken waarin meerdere zorgverleners verantwoordelijkheid dragen. Hubben: ‘Je ziet dat het tuchtcollege dan worstelt met de vraag wie verantwoordelijk is. Is het de individuele arts of is het de maatschap of het ziekenhuis? Probleem is dat het tuchtrecht is ingericht voor de individuele beroepsbeoefenaar. Een tuchtrechter kan een zaak niet zomaar uitbreiden naar andere betrokkenen. Een reprimande uitdelen aan een ziekenhuis of aan een maatschap kan ook niet. Soms is het toeval dat een bepaalde arts in een bepaalde casus in beeld komt.



Dat is kunstmatig en onbevredigend. In 2002 heb ik met Gerrit van der Wal (toen VU-hoogleraar, nu inspecteur-generaal voor de gezondheidszorg) en anderen bij de evaluatie van de Wet BIG al aanbevolen om de tuchtrechtelijke mogelijkheden op dit gebied uit te breiden. Er is nog niets gebeurd, maar er schijnt een brief van de minister aan de Kamer onderweg te zijn over dit onderwerp.



Ook Wiggers en Bulstra is het opgevallen dat de uitspraken van de tuchtrechter niet altijd consistent zijn als het gaat om individuele versus collectieve aansprakelijkheid. ‘In kwesties waar de keten faalt, blijkt de onmacht van de individuele toetsing’, meent Bulstra. ‘De ene keer rekt de tuchtrechter het tuchtrecht op en verklaart een klacht gegrond en een andere keer hanteert een tuchtrechter een strikte interpretatie en is de klacht ongegrond.’


Hubben hoopt dat chirurgen lering uit het boek trekken voor de dagelijkse praktijk. ‘Het aantal gegronde klachten neemt gestaag af. Maar wat er overblijft, beschouw ik niet als een onvermijdelijk natuurverschijnsel. Als je er goed naar kijkt, is er wel degelijk iets aan te doen. Als is het maar vanwege de ernst van de kwesties die tot een tuchtzaak leiden. Bij een derde is immers sprake van overlijden.’



Om er daadwerkelijk van te leren wordt het de chirurgen gemakkelijk gemaakt. ‘MediRisk zal het boek verspreiden onder alle ziekenhuizen en chirurgenmaatschappen. Over een halfjaar kan geen enkele chirurg meer zeggen dat hij niet ervan wist.’ 



  




Robert Crommentuyn



PDF van dit artikel




MC-artikelen:


Twaalf jaar tuchtrecht gynaecologie: opvallend weinig klachten in Nederland.

Bart Meijer van Putten. MC 50 -16 december 2005


De psychiater in de medische tuchtrechtspraak: juristen analyseerden een kleine vijfhonderd klachten.

J. Lucieer. MC 24 - 12 juni 1998



Andere links


Jaarverslag 2007 tuchtcolleges


Evaluatie wet BIG 2002 VWS

chirurgie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.