Financiering umc’s verandert

Umc’s krijgen vanaf 2020 niet langer automatisch extra geld van de overheid voor het leveren van complexe medische zorg. Deze subsidie wordt dan voortaan verdeeld aan de hand van het aantal behandelde complexe patiënten. Dat is de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) overeengekomen met het ministerie van VWS.

De umc’s en het Antoni van Leeuwenhoek (AVL) hebben op dit moment recht op een jaarlijkse financiële bijdrage van de rijksoverheid. Met deze zogenaamde BBAZ (beschikbaarheidbijdrage academische zorg) kunnen zij voorzieningen in stand houden om zorg aan zeer complexe patiënten te leveren. Het gaat om meestal dure voorzieningen, die voor relatief weinig patiënten nodig zijn, bijvoorbeeld voor mensen met zeldzame aandoeningen, of voor de opvang van ebolapatiënten. De kosten hiervoor worden niet regulier via zorgverzekeraars gedekt. Het gaat jaarlijks om zo’n 670 miljoen euro die wordt verdeeld over de umc’s en het AVL.

De partijen hebben nu in een bestuurlijk akkoord afspraken gemaakt over hoe ze die financiering hervormen, laat demissionair VWS-minister Edith Schippers aan de Tweede Kamer weten. Zo moeten ziekenhuizen zo objectief mogelijk aantonen hoeveel complexe oftewel academische patiënten zij behandelen. Daarvoor zijn zogenaamde labels opgesteld: omschrijvingen van specifieke kenmerken van zulke patiënten. Het is de bedoeling dat vanaf 2020 aan de hand van die labels de Nederlandse Zorgautoriteit kan bepalen hoeveel complexe patiënten een umc behandelt, en hoe groot de BBAZ-bijdrage dan moet zijn.

Nu gaat het nog om een vast omschreven groep van ziekenhuizen die BBAZ-geld krijgen, maar vanaf 2020 zouden dus ook andere zorginstellingen deze bijdrage kunnen ontvangen, als zij een academische patiëntenpopulatie van bepaalde omvang hebben.

Gedacht wordt om de vergoeding op te knippen in een vast en een variabel deel. Het variabele deel hangt af van de hoeveelheid patiënten, het vaste deel is bedoeld om infrastructuur, kennis en innovatie te vergoeden die een ziekenhuis in huis moet hebben om de doelgroep te kunnen behandelen. De periode tot 2020 wordt nog gebruikt om een nieuw subsidiesysteem verder uit te werken en te testen. In de overeenkomst is vastgelegd dat er een overgangsperiode moet worden bepaald voor de umc’s en het Antoni van Leeuwenhoek, zodat ze zich kunnen aanpassen aan eventuele financiële consequenties die het nieuwe systeem mogelijk voor hen heeft.

De afspraken volgen op een eerder onderzoek uit 2012, naar de verdeling van geld voor umc’s. Daaruit kwam naar voren dat het niet duidelijk was waar het BBAZ-geld precies aan werd besteed, en dat er meer duidelijk was gewenst over de rechtvaardiging van de toekenning.