Fecestransplantatie bij colitis ulcerosa lijkt effectief 

Patiënten met mild tot matig actieve colitis ulcerosa (CU) lijken baat te kunnen hebben bij toediening van donorfeces. Dit blijkt uit gerandomiseerd onderzoek van Samuel Costello e.a. dat in JAMA verschijnt.

De Australische onderzoekers verdeelden 73 volwassenen met mild tot matig actieve CU in twee groepen. De helft kreeg in één week donorfeces toegediend via coloscopie en nog eens twee keer via een klysma. De andere helft, de controlegroep, onderging hetzelfde programma met een oplossing van de eigen feces.  

Na acht weken bereikte 32 procent van de donorgroep de primaire uitkomst (remissie zonder toediening van corticosteroïden) tegenover 9 procent van de controlegroep. Ook op andere uitkomstmaten scoorde de donorgroep beter. Op dat moment mocht de controlegroep alsnog een behandeling met donorfeces ondergaan (wat vrijwel iedereen deed), dus een vergelijking op langere termijn kon niet worden gemaakt.  

Na een jaar konden nog 69 deelnemers worden gecontacteerd. Op dat moment hadden 9 van hen een colectomie ondergaan, wat meteen duidelijk maakt dat fecestransplantatie zeker geen wondermiddel is. Er vonden drie ernstige ziektegevallen (adverse events) plaats in de donorgroep, waarvan één een verslechtering van de colitis, tegenover twee in de controlegroep (beide verergering). Het is niet zeker of dit bijwerkingen van de behandeling waren. 

In een commentaar halen Colleen Kelly en Ashwin Ananthakrishnan aan dat er met deze studie erbij nu vier gerandomiseerde onderzoeken zijn uitgevoerd naar donorfecestransplantatie bij CU. Al deze studies lieten remissieratio’s tussen 24 en 32 procent zien. Er zijn nog veel vragen: zo is bijvoorbeeld niet duidelijk hoe de behandeling het beste kan plaatsvinden, wat de optimale manier is om donoren te selecteren, hoe lang het effect aanhoudt en wat een goed interval is. Ook de veiligheid verdient meer aandacht.  

JAMA, 2019. Doi: 10.1001/jama.2018.20046