Europees Hof: doodgeboren kind geen afval

Ziekenhuizen in lidstaten van de Europese Unie mogen de lichamen van doodgeboren kinderen niet ongevraagd verwerken als medisch afval. Dat heeft het Europees Hof voor de Mensenrechten donderdag bepaald. De zaak was aangespannen door een Kroaat tegen een ziekenhuis in Split.

In 2003 beviel een Kroatische vrouw van een doodgeboren kind. Na de bevalling wilden de ouders het stoffelijk overschot niet meenemen en vroegen zij het ziekenhuis voor een lijkschouwing en begrafenis te zorgen. Toen de ouders later de begraafplaats van hun kind wilden weten, kon het ziekenhuis hun geen informatie verschaffen. Later bleek dat het lijkje zonder medeweten van de ouders als medisch afval was verwerkt.

Volgens het Hof heeft het ziekenhuis hiermee artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, het recht op de eerbiediging van privé-, familie- en gezinsleven, geschonden. Het ziekenhuis had niet het recht om een doodgeboren kind zonder medeweten of toestemming van de ouders bij het afval te doen.

In Nederland valt een kindje dat na ten minste 24 weken zwangerschap dood wordt geboren, onder de Wet op de lijkbezorging.

Voor foetussen jonger dan 24 weken bestaan er officieel geen regels en die kunnen dus als medisch restmateriaal worden verbrand, aldus voorzitter Hans Blaauwgeers van de Nederlandse Vereniging voor Pathologie (NVVP). ‘Maar we merken dat ouders steeds vaker behoefte hebben om iets met het lichaampje te doen en daarom worden daarvoor steeds meer mogelijkheden geboden. In mijn ziekenhuis, het OLVG, kunnen mensen er bijvoorbeeld voor kiezen om de foetus te laten cremeren en uitstrooien op een speciaal strooiveldje.’

Novum/Lieke de Kwant

Lees ook:

• Onnodig veel doodgeboren kinderen
• Doodgeboorte meestal door obstetrie