Epilepticus niet crimineel
Plaats een reactieEpilepsiepatiënten plegen niet meer geweldsdelicten dan gemiddeld. Patiënten met traumatisch hersenletsel plegen wel bovengemiddeld veel delicten. Dat blijkt uit een Zweeds onderzoek van Seena Fazel e.a., dat in PLoS Medicine is gepubliceerd.
Omdat er een verband lijkt te bestaan tussen ernstige geestelijke aandoeningen en gewelddadigheid, vermoeden experts dat patiënten met traumatisch hersenletsel en epilepsie vaker in aanraking komen met criminaliteit. Fazel e.a. hebben daarom het Zweedse bevolkingsregister van 1973 tot en met 2009 onderzocht. Ze koppelden elke epilepticus of patiënt met traumatisch hersenletsel aan tien controles. Vervolgens keken ze naar verbanden tussen epilepsie en/of traumatisch hersenletsel en criminele daden. Ze corrigeerden voor potentieel verstorende invloeden. Fazel e.a. keken ook naar de niet-aangedane broers en zussen van de studiegroep. Iedereen in Zweden die geboren is tussen 1958 en 1994 is geïncludeerd; dit kwam neer op 5.665.112 personen.
Van de bijna 23.000 epileptici zijn er 973 minstens eenmaal veroordeeld voor een gewelddadig delict (4,2%). Van de 224.006 controles is 2,5 procent minimaal eenmaal veroordeeld voor een geweldsdelict. Epilepsiepatiënten zijn dus 1,5 keer vaker als dader betrokken bij een geweldsdelict dan de rest van de populatie. Na correctie voor middelengebruik is de absolute risicoverhoging minder groot. Het verschil valt weg als er wordt vergeleken met hun broers en zussen. Van deze broers en zussen was 4,2 procent betrokken bij geweldsdelinquenten, vergeleken met 4 procent van de epileptici. Opvallend is dat patiënten bij wie epilepsie voor hun 16de is vastgesteld, significant minder vaak betrokken zijn bij geweldsdelicten dan degenen die na hun 16de zijn gediagnosticeerd.
Bij bijna 23.000 Zweden was sprake van traumatisch hersenletsel en 2011 van hen (8,8%) zijn betrokken geraakt bij een geweldsdelict na hun trauma. Dit is significant meer dan in de rest van de populatie; het absolute risico is met 5,8 procent verhoogd. Bij deze groep was het percentage criminele broers en zussen 4,2 procent. Hun aangedane broers en zussen hebben met 8,6 procent een duidelijk verhoogd absoluut risico.
De gebruikte data gelden voor patiënten die na hun diagnose een delict pleegden. Psychiater Jan Volavka zegt in een commentaar dat het interessant is om beter te kijken naar de familieomstandigheden, juist omdat de vergelijking met broers en zussen bij epilepsiepatiënten geen verhoogd risico op geweldaddigheid laat zien.
Shahnaaz Dostmohamed
Lees ook:
- Zelfmoordrisico bij anticonvulsiva
- Epilepsie en schizofrenie zijn familie
- Veel epilepsie-insulten, hoge mortaliteit
- Filmrecensie: Epilepsie als duivelswerk
Meer nieuws
- Er zijn nog geen reacties