Laatste nieuws
jeugdgezondheidszorg

Eerste en tweede lijn pakken samen ADHD aan

Succesvol project in de regio Midden-Brabant doordat alle partijen samenwerken en kennis delen,

Plaats een reactie
Getty Images. Wat het zorgprogramma ook aantrekkelijk maakte, was dat de projectleider zorgde voor een goede structuur en ondersteuning.
Getty Images. Wat het zorgprogramma ook aantrekkelijk maakte, was dat de projectleider zorgde voor een goede structuur en ondersteuning.

Door goede samenwerking tussen ziekenhuis, huisartsen, jgz en ggz is in Midden-Brabant de zorg voor kinderen met ADHD naar een hoger niveau getild. Dat ging echter niet vanzelf. Want hoe krijg je alle neuzen dezelfde kant op? En wie betaalt de rekening?

De zorg voor kinderen met attention deficit hyperactivity disorder (ADHD) is vaak versnipperd doordat niet altijd duidelijk is wie ervoor verantwoordelijk is. Is dit de huisarts, jeugdarts, kinderarts of kinderpsychiater? Zonder een gecoördineerde aanpak kan het onnodig lang duren om de juiste ondersteuning voor het kind te realiseren.

Door onjuiste verwijzingen groeien wachtlijsten. Kinderen krijgen te laat of onnodig lang medicatie. Kostbare tijd en zorggeld gaan verloren. Ondertussen vallen kind en ouders vaak tussen wal en schip en verliezen het overzicht. Kan dit niet anders en beter?

In Midden-Brabant startte in 2016 het innovatieve project ‘ADHD bij Jeugd’. Inmiddels is het een uniek en bestendig zorgprogramma. Er is gepionierd, gebouwd, geleerd en geoogst – tot profijt van iedereen. Kern van het succes: heldere samenwerkingsafspraken, goed overleg met de gemeente, voldoende scholing, financiële tegemoetkoming voor huis­artsen en duurzame ondersteuning via project­leiding.

Jeugdwet

Het ADHD-project kwam niet uit de lucht vallen. Verschillende ontwikkelingen versterkten elkaar. Door de Jeugdwet (2014) verschoof de financiering van de zorgverzekeraar naar de lokale overheid. In dat kader hadden huisartsen en jeugdartsen in Midden-Brabant al samen­werkings­afspraken gemaakt. Zij zagen ook dat het meerwaarde had om de implementatie van de NHG-Standaard ADHD en de jgz-richt­lijn ADHD in de regio af te stemmen met het Centrum ADHD van het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ).

Gezamenlijk zijn huisartsen, jeugdartsen en het ETZ met de gemeenten in Midden Brabant om de tafel gegaan om een ADHD-zorgprogramma vorm te geven. Ketenorganisatie PRO-RCH, waarin huisartsen en ggz-partners samenwerken, nam de coördinatie op zich en zorgde voor een projectleider. Ook GGz Breburg haakte aan, onder andere via een stuurgroep waar alle partners deel van uit­maken.

In twee jaar daalde het aantal kinderen onder behandeling van het ETZ met 550

Scholing en dossieronderzoek

Het ADHD-zorgprogramma start met scholing van huisartsenpraktijken (huisarts/POH-ggz) en jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen uit de wijk op dit thema. Deze scholing is ontwikkeld en wordt gegeven door huisartsen, kinderartsen, jeugdartsen en ggz die zich in ADHD hebben gespecialiseerd. Na de scholing bezoekt de projectleider van PRO-RCH de praktijk voor overleg met huisarts, POH-ggz en jeugdarts en maakt afspraken over de taakverdeling bij bijvoorbeeld het uitvoeren van controles, het geven van psycho-educatie en het vorm­geven van de onderlinge samenwerking.

Elke nieuw aangesloten huisartsenpraktijk voert een dossieronderzoek uit om alle kinderen met ADHD in kaart te brengen. Via het huisartseninformatiesysteem wordt deze informatie opgehaald door de huisarts of de POH-ggz. Van elk kind wordt bekeken wie verantwoordelijk is voor de ADHD-zorg: het ETZ, de ggz of de huisarts.

Snelle diagnose

Wijzen de symptomen op een ADHD-verdenking, dan volgt meestal een goed onderbouwde verwijzing door huisarts of jeugdarts naar het ADHD Centrum van het ETZ. Het ziekenhuis ziet hierdoor vrijwel altijd de ‘juiste’ kinderen. Dit bevordert een snelle diagnose en verkort de wachtlijst aanzienlijk. Zo mogelijk worden de kinderen binnen een jaar terugverwezen naar de eerste lijn. Vervolgens worden, na onderlinge afstemming, controles uitgevoerd door huisarts, POH-ggz (jeugd) en/of jeugdarts.

Sinds 2017 heeft ongeveer de helft van de huisartsenpraktijken – meer dan tachtig huisartsen – in de regio de geaccrediteerde scholing gevolgd. In twee jaar (2018-2020) daalde het aantal kinderen onder behandeling van het ETZ met 550. Enerzijds door minder instroom (196) doordat er gerichter en dus minder onnodig naar het ETZ wordt verwezen én doordat de huisarts vaker zelf de diagnose stelt en behandeling opstart. Anderzijds door meer terugverwijzingen (354) naar de eerste lijn.

Dit heeft veel voordelen. Voor kind en ouders is laagdrempelige nazorg dicht bij huis veel prettiger. Bovendien kennen huisarts en jeugdarts het kind en een gezin in een bredere context.

Er wordt alleen naar hooggespecialiseerde en multidisciplinaire ggz verwezen bij een vermoeden van complexe problematiek. In zo’n geval kan systeemtaxatie thuis en/of systeemtherapie worden aangeboden.

Concrete resultaten

De eenduidige aanpak, korte lijnen en heldere communicatie zorgen voor concrete, deels meetbare resultaten. Werd jaren geleden een kind met ADHD veelal langdurig in de tweede lijn behandeld, dat is nu anders. In Midden-Brabant steeg het percentage ‘huisarts als hoofdbehandelaar’ in vier jaar tijd van 33 naar 63 procent.

Uit enquêtes en mondelinge feedback blijkt dat alle zorgprofessionals en hun patiënten de kwaliteit van de ADHD-zorg hoger aanslaan. Een van de succesfactoren is het koppelen van een vaste jeugdarts aan elke huisartsenpraktijk en het vormgeven van structureel overleg tussen hen. Bij een vermoeden van ADHD stemmen huisarts en jeugdarts onderling af, waarbij de jeugdarts ook in gesprek gaat met school. Een kind kan immers symptomen van ADHD hebben door bijvoorbeeld overvraging of omstandigheden thuis. Soms is psychosociale hulp of opvoed­ondersteuning nodig, of begeleiding vanuit het sociaal wijkteam.

Jeugdartsen zijn veel positiever geworden over hun contact met huisartsen. Vóór het zorgprogramma had 33 procent structureel overleg en was het gemiddelde oordeel over de samenwerking ‘voldoende’. Na deelname is dat gestegen naar 67 procent en komt het gemiddelde oordeel uit op ‘goed’.

Nu al krijgen meer dan 1700 kinderen in de regio betere zorg en ondersteuning. Ouders en kind voelen zich serieus genomen. Zorgprofessionals merken dat hun inspanningen ertoe doen en worden opgevolgd. Hun werkplezier neemt toe. En de kinderen blijven allemaal in beeld. Kinderen met medicatie worden structureel gecontroleerd. Dat is belangrijk, want hun ontwikkeling verloopt snel. Tijdig inspelen op veranderingen in hun (school)leven kan een hoop ellende voorkomen. Tevens voorkomt dit onnodig lang medicijn­gebruik door ongecontroleerde medicatieverlenging, maar ook te vroeg stoppen met medicatie.

Financiering

Ingewikkeld waren de financiën. Sinds de invoering van de Jeugdwet zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugd-ggz, en daarmee voor de ADHD-zorg. De zorg voor kinderen tot 18 jaar met ADHD viel daarmee niet langer onder de Zorgverzekeringswet, waaruit kinderartsen en huisartsen worden gefinancierd. Dit betekende zowel voor het ziekenhuis als de huis­artsen dat hier andere afspraken over moesten worden gemaakt. Kinderartsen en de afdeling Zorg­inkoop van het ETZ onderhandelden met gemeenten over een passend contract. De gemeente moest ervan worden overtuigd dat de zorg pas naar de eerste lijn kon worden verschoven als daar voldoende expertise en goede samenwerkingsafspraken waren gemaakt. Daarom financierden de betrokken gemeenten in eerste instantie het zorgprogramma voor drie jaar en daarnaast ook de scholing en projectleiding. Deze eerste subsidie is vervolgens nog met twee jaar verlengd. Structurele financiering is er echter nog niet. Daarover worden op dit moment gesprekken gevoerd met de gemeenten.

De meeste huisartsen waren voldoende gemotiveerd om aan het zorgprogramma deel te nemen. Wat het ook aantrekkelijk maakte, was dat de projectleider zorgde voor een goede structuur en ondersteuning. Tevens is een praktisch dashboard ontwikkeld voor de huisarts om de kinderen goed in beeld te houden.

Daarnaast ontvangt elke deelnemende huisarts per normpraktijk 1300 euro voor het eerste jaar en 700 euro voor elk volgend jaar voor het extra werk zoals dossieronderzoek, registratie en multi­disciplinair overleg. Dit komt boven op de declaratie bij de zorgverzekeraar voor reguliere consulten. De gemeenten zijn tevreden want de zorg voor kinderen met ADHD wordt beter geregeld en de verschuiving van ziekenhuiszorg naar huisartsenzorg levert hun nu al netto 43 duizend euro per jaar op. Als alle huis­artsenpraktijken meedoen, wordt dit nog meer.

Het voorkomt onnodig lang medicijngebruik

Leien dakje?

Ging alles van een leien dakje? Dat niet. De voorbereiding kostte relatief veel tijd doordat elke ketenpartner vanuit een andere invalshoek naar kinderen met ADHD bleek te kijken. Verschillende professionele uitgangspunten mogen en moeten er zijn, maar ze maakten de weg om tot één visie en uniforme afspraken te komen niet eenvoudig.

Ook onderling vertrouwen speelde hierbij een rol. Zou het huisartsen lukken om terugverwezen kinderen goed in beeld te houden? Hadden jeugdartsen de ADHD-zorg hoog genoeg op hun agenda staan? Zorgden de kinderartsen ook voor terugkoppeling naar de jeugdartsen? Er is veel met elkaar gesproken en de verbindende projectleider, die onder andere de informatie-uitwisseling borgde, streek diverse belemmerende plooien glad.

Olievlek

De intensieve samenwerking tussen eerste en tweede lijn bij ADHD blijkt als een olievlek te werken. Partijen zijn zo naar elkaar toegegroeid dat vaker een gezamenlijke aanpak op gang komt. En dat is een goede zaak. Er zijn immers veel gebieden waar een breder perspectief op het kind gewenst is.

De pioniersfase zit erop. Het streven is dat binnen drie jaar in heel Midden-Brabant op deze manier wordt gewerkt. Het zorgprogramma ‘ADHD bij Jeugd’ moet dan als gouden standaard zijn verankerd in de regio, zowel inhoudelijk als financieel.

Elk kind met ADHD verdient goede en afgestemde zorg. In Midden-Brabant laten we zien dat dit lukt. Met dit zorgprogramma neemt het werkplezier toe, besparen we zorgkosten en vallen minder kinderen en hun ouders tussen wal en schip. 

auteurs

Carien Smeets, kinderarts Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ), Tilburg, Waalwijk, sociale pediatrie

Angela van Liempd, medisch directeur PRO-RCH Midden-Brabant (tot 1 januari 2021) en huisarts

Ine Anthonissen-Spapen, jeugdarts en arts M+G, GGD Hart voor Brabant

dr. Jan Erik Bunt, kinderarts ETZ

contact

p.geerts@prorch.nl

cc: redactie@medischcontact.nl

Lees ook

ggz jeugdgezondheidszorg adhd
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.