Laatste nieuws
Evert Pronk
Evert Pronk
6 minuten leestijd
Praktijkgeluiden

Een stethoscoop met olifantensticker

Meelopen met consultatiebureau-arts Willemien Boland te Uithoorn

Plaats een reactie

Hoe zien artsen hun vak? Wat trekt hen aan in het werk? Welke problemen komen zij tegen? Medisch Contact belicht deze en andere vragen in de serie 'Praktijkgeluiden'. Consultatiebureau-arts Willemien Boland vindt de preventieve zorg een ondergeschoven kindje.

Hoewel er van echt praten natuurlijk nog geen sprake kan zijn, wordt wel gevraagd of Stacy veel 'kletst'. 'Beweegt ze haar handjes veel? En lacht ze vaak?' Het zijn vragen van Willemien Boland aan de moeder van de drie maanden oude baby. Boland is consultatiebureau-arts te Uithoorn en reageerde positief op het verzoek van Medisch Contact om een dagje te mogen meelopen. Overduidelijk een klus voor de (ten tijde van de reportage nog) aanstaande vader op de redactie.


Het consultatiebureau in Uithoorn maakt deel uit van Thuiszorg Amstelland/Meerlanden. Deze ochtend ziet Boland de zuigelingen. Dertien in totaal. De middag is voor de peuters tot vier jaar.

Voorafgaand aan haar vragen over de brabbelkunst en de beweeglijkheid van Stacy, heeft zij de groei besproken. De consultatiebureau-assistente heeft het kind daarvoor gewogen en gemeten. Boland adviseert de moeder over de hoeveelheid voeding. Flesvoeding. 'Uiteraard proberen wij borstvoeding te promoten, maar eigenlijk zien wij het kind daarvoor te laat', zal Boland later opmerken. 'Het eerste contact tussen consultatiebureau-arts en het kind is na een maand. De keuze voor borst- of flesvoeding is dan al gemaakt.'

Boland zit in de begeleidingscommissie van het onderzoeksproject 'Promotion and Support by Breastfeeding' waarmee de Universiteit van Maastricht dit jaar van start gaat. 'Het project beoogt het percentage borstvoeding gevende moeders te verhogen, door de begeleiding vanuit de gezondheidszorg te verbeteren. Dit percentage is in Nederland erg laag. Uit gegevens van de vierde landelijke groeistudie van 1997 blijkt dat 70 procent van de moeders begint met borstvoeding, maar na drie maanden is dat nog maar 17 en na een half jaar nog maar 5,5 procent. Ter vergelijking: in Noorwegen krijgt 80 tot 90 procent van de zuigelingen borstvoeding. Overigens lijken de cijfers van het nog niet gepubliceerde Landelijk Onderzoek Voedingswisselingen bij Zuigelingen iets gunstiger.'

Krijsend kind

Na het voedingsadvies volgen onderzoek naar de ontwikkeling van het kind en een lichamelijk onderzoek. Aan bod komen onder andere het hart, de longen, de buikorganen, de lenigheid, afwijkingen van de voetstand, de heupen en de beenlengte. Ook wordt de rug onderzocht en kijkt Boland of het kind goed reageert op een lampje dat zij van onder naar boven en van links naar rechts beweegt. Dit laatste gebeurt om visuele stoornissen in een vroeg stadium te onderkennen. Alles wordt in orde bevonden. Het gehoor van het kind test Boland niet: bij Thuiszorg Amstelland/Meerlanden past een speciaal team daartoe de Ewing-methode toe, wanneer het kind negen maanden is.

Dan volgt het onderdeel van het bezoek aan het consultatiebureau dat voor het kind zelf het minst prettig is: de vaccinaties. Het kindje krijgt in beide bovenbenen een injectie. Eén voor DKTP en één voor HiB. De moeder probeert het krijsende kind te troosten, wat snel lukt.

Boland: 'Het Rijksvaccinatieprogramma wordt door de consultatiebureaus uitgevoerd. Momenteel omvat het programma inentingen tegen difterie, kinkhoest, tetanus, en poliomyelitis (DKTP), Haemophilus influenzae type B (HiB), en bof, mazelen en rode hond (BMR). Op indicatie wordt tevens gevaccineerd tegen hepatitis B.'

Het consult eindigt met de vraag of de moeder nog vragen heeft met betrekking tot Stacy. Die zijn er niet. 'Dat is wel eens anders', zegt Boland nadat Stacy en haar moeder zijn vertrokken. 'Vooral over erfelijkheid worden steeds vaker vragen gesteld. En die ontwikkelingen gaan zo snel dat de vakliteratuur door de enorme hoeveelheid bijna niet meer is bij te houden.' Dat erfelijkheid ook bij ouders een 'hot item' is, bewijst de volgende moeder, die vraagt naar de overerving van hartritmestoornissen.

Veiligheidskaart

De ouders van de twaalf andere zuigelingen ondergaan globaal hetzelfde vragen- en onderzoekstraject als Stacy, met kleine verschillen, afhankelijk van de leeftijd en het ontwikkelingsstadium van de zuigelingen. Jacqueline blijkt verkouden te zijn, de moeder van Thea heeft een borstontsteking en de vader van Thomas maakt zich zorgen over het hoesten van zijn zoontje. Evelientje heeft een ontstoken talgklier op haar neus. De moeder van de negen maanden oude Robin krijgt een veiligheidskaart voor kinderen 'vanaf 1 jaar' mee, omdat Robin al zo ondernemend is. Joyce heeft een klein verschil in beenlengte, maar dat baart geen zorgen. Ernstige afwijkingen worden niet geconstateerd.

Erg spannende zaken kent deze ochtend niet. Is dat niet kenmerkend voor het imago van de consultatiebureau-arts? 'Dat klopt wel ja', erkent Boland. 'Maar dat betekent niet dat dit vak niet belangrijk is. Misschien is het niet zo spannend, maar er is veel ellende te voorkomen door tijdig vast te stellen dat een kind bijvoorbeeld heupdysplasie heeft. En dan moet je beseffen dat maar 1 tot 2 procent van de kinderen deze aandoening heeft. Je moet dus heel alert zijn. Helaas is moeilijk aan te tonen wat je door tijdig ingrijpen allemaal voorkomt. Dat helpt natuurlijk niet mee in deze imagomaatschappij.'

Boland vindt de preventieve zorg een ondergeschoven kindje. 'Momenteel zijn de middelen veel te schaars. Kleinere thuiszorgvestigingen worden gesloten, wat een grotere reisafstand tot gevolg heeft. Mensen zonder eigen vervoer haken daardoor eerder af. Dat zijn vaak juist mensen uit de kwetsbare groepen.'

Asielzoeker

Zoals gezegd, is de middag voor peuters van 1 tot 4 jaar. De wijkverpleegkundige heeft het kind al gemeten en gewogen en de groeicurve en voedingsaspecten met de ouder of verzorger besproken, zodat de arts hier niet te lang bij hoeft stil te staan.

Het eerste koppel van ouder en kind komt niet opdagen. Het betreft een Afghaanse asielzoeker die met zijn kind naar Nederland is gevlucht. 'Dat betekent weer speurwerk voor ons', zegt Boland. 'Wellicht is hij verhuisd, maar je wilt wel weten of er niks ernstigers aan de hand is. Als consultatiebureau-arts probeer je de ontwikkeling van een kind in de gaten te houden. Daarvoor is het wel zaak dat je een kind regelmatig ziet. In het geval van een asielzoeker is dat lastig, maar bijvoorbeeld in Diemen, waar ik ook werk, gaat dat soms ook moeilijk. De mensen verhuizen vaak of blijven soms zomaar weg. Het gebrek aan continuïteit maakt het onderkennen en signaleren van kindermishandeling moeilijk. Ook het bepalen van de schoolrijpheid is lastig als je een kind niet regelmatig ziet.'

De volgende ouder komt wel opdagen. Haar bijna tweejarige dochter Sarah moet de rammelaar even opzij leggen voor wat oefeningen. Uit het boekje met de dierenplaatjes wijst ze op verzoek de koe, de eend en het paard aan. Ook het bouwen van een toren van blokjes gaat haar goed af. Het kind weet haar oortjes en voeten goed te vinden. De moeder kijkt trots. Het gooien van en schoppen tegen een bal gaat Sarah minder goed af. 'Maar dat gaat thuis heel goed hoor', verdedigt haar moeder haar.

Na de opdrachten wordt Sarah lichamelijk onderzocht op voetstands- en rugafwijkingen. Er wordt geluisterd naar de longen en het hart. Een olifantensticker op de stethoscoop moet het instrument wat minder eng maken. Ook hier blijkt alles in orde.

'We houden de ontwikkeling van het kind in de gaten. Het stapelen van de blokjes dient om de fijne motoriek te onderzoeken, het gooien van de bal om de grove motoriek te observeren. Daarnaast letten we op de communicatie. Zegt het kind één, twee of drie woordjes met begrip? Weet het kind hoe het heet? Stelt het vragen met wie, wat, waar en hoe?

We letten ook specifiek op spraakstoornissen, testen het gezichtsvermogen en onderzoeken scheelzien.'

Sociale problemen

De kinderen na Sarah hebben geen noemenswaardige problematiek. Het daaropvolgende ouderpaar heeft bezwaar tegen de aanwezigheid van een journalist bij het bezoek aan het consultatiebureau. Pas op de plaats maken dus. 'Er is sprake van behoorlijk ernstige sociale problematiek', licht Boland later toe. Meer wil ze er niet over zeggen.

De dertiende en laatste peuter is de driejarige Bart. Hij wordt begeleid door zijn moeder. Ook Bart ontwikkelt zich goed. Bij de ogentest lijkt in eerste instantie het linkeroog minder goed dan het rechteroog, maar hij heeft er ook weinig zin in. Dan eerst maar even met de bal aan de gang. Enthousiast jaagt Bart de bal door de kamer. Een voetballer dus.

Bart wordt nogmaals aan de ogentest onderworpen. Ditmaal is er geen twijfel. Hij doet hard zijn best, maar hij herkent met zijn linkeroog de figuurtjes op de vierde van de zes rijen van de Amsterdamse Plaatjeskaart niet meer. Er wordt een verwijsbrief voor de oogarts meegegeven. 'Dat haal je er toch maar even uit. Nu kan snel worden onderzocht wat de oorzaak van het gezichtsverlies is, en dat is niet onbelangrijk', aldus een zichtbaar tevreden Boland.

En het kind van de MC-journalist? Dat werd medio juli geboren en het gaat prima. De mooiste zoon van de wereld. Hij heeft via het consultatiebureau het hielprikje inmiddels gekregen en gaf maar een heel klein kikje. Kind van zijn vader.

thuiszorg
  • Evert Pronk

    Evert Pronk is een van de twee adjunct-hoofdredacteuren bij Medisch Contact. Hij houdt zich bezig met de online ontwikkeling van Medisch Contact, nascholingen, evenementen, boeken en andere uitgeefkansen. Het perspectief van de artsen staat hierbij centraal. Uitgeven vanuit de inhoud, is zijn devies.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.