Een onverwacht trio

Een kleine dertig jaar geleden werd ik door een boer in de omgeving gebeld om hulp bij het niet vorderen van het aflammeren. De ooi was al de halve dag aan het persen. In de buitenpraktijk van de veterinaire faculteit had de boer niet veel vertrouwen.

De ooi bleek nog in goede conditie. Er waren twee poten geboren, volgens de boer was dat al de hele morgen zo. Het geboortekanaal was niet toegankelijk voor zijn handen. Mijn rechterhand, de dominante, kon evenmin passeren. Mijn linkerhand, nat en ingezeept, kreeg ik uiteindelijk, buiten een wee, wel naar binnen.

De twee poten bleken toe te behoren aan twee verschillende individuen. Na terugdrukken van nummer twee kon het opgeslagen pootje van nummer één worden ontwikkeld en kwam nummer één vlot naar buiten.

Na onderdompeling in koud water en slingeren aan de achterpoten kwam er leven in. Vervolgens afgedroogd en op stro onder de biggenlamp. Dezelfde procedure met nummer twee. Bij natasten bleek er ook nog een nummer drie, in dwarsligging. Met mijn linkerhand de voorpootjes geleid en een vlotte geboorte.

Een week later liep het viertal in goede conditie in de wei.

J.J.F. Steijling, chirurg n.p.