Laatste nieuws
Evert Pronk
Evert Pronk
4 minuten leestijd
interview

Een dokter met de zwarte band

Plaats een reactie

Jessica Gal ruilt het judopak voor de witte jas


Een afgescheurde knieband leek een mooie afsluiting van haar judocarrière in de weg te staan. Toch ziet Jessica Gal nog kansen voor zichzelf op de Olympische Spelen. ‘Als ik een superdag heb, kan ik een medaille pakken’, zegt zij zeven weken na haar operatie en drie dagen voor haar vertrek naar Sydney.



Haar grote interesse voor het lichaam was een belangrijke reden om geneeskunde te gaan studeren. Die interesse is onlosmakelijk verbonden met het judoën, de sport die Jessica Gal al van jongs af aan beoefent. In 1987 werd ze voor het eerst Europees kampioen bij de junioren. Daarna volgde nog vele medailles, waaronder vier eerste plaatsen op Europese kampioenschappen en drie derde plaatsen op WK’s. Sydney wordt de vierde keer dat Gal meedoet aan de Spelen. Het is de laatste kans op een olympische medaille.


De tijdens haar studie opgedane kennis over de anatomie van het lichaam helpt Gal niet speciaal bij het judoën. ‘Je hoeft geen geneeskunde te hebben gestudeerd om te weten tot hoever een arm kan overstrekken. Dat leer je wel op de mat. Ik ben echter wel iemand die graag weet waarom ik iets doe. Waarom bepaalde voeding of training ervoor zorgt dat ik beter word. Daar komt mijn kennis over fysiologie goed bij van pas.’

Revalidatie


Door Gals medische kennis besefte zij goed hoe ernstig zij zich zeven weken geleden blesseerde toen zij ongelukkig neerkwam na een worp. ‘De mediale collaterale band van mijn linkerknie scheurde af tijdens een training. Toen ik besefte dat ik mijn onderbeen in een reflex ondersteunde tegen de pijn, wist ik dat het echt mis was. Weten wat er aan de hand, is maakt het echter ook hanteerbaarder. Je weet wat de herstelmogelijkheden zijn. Dat maakt het, al is het maar voor het gevoel, beter controleerbaar.’


De dag na de blessure is Gal geopereerd. Vijf dagen later is haar knie uit het gips gehaald en is ze voorzichtig weer gaan trainen. ‘Om spieratrofie tegen te gaan, wilde ik zo snel mogelijk weer beginnen. In overleg met de fysiotherapeuten van het sportrevalidatiecentrum Kennemerland en mijn krachttrainer zijn de trainingsintensiteit en belasting langzaam opgevoerd. Omdat je zeer fit bent, herstel je natuurlijk sneller, maar het blijft een gok of ik voldoende fit zal zijn voor een goed resultaat op de Spelen.’

Blessureleed


Inmiddels heeft Gal al weer op de mat gestaan. ‘Ik denk dat ik nu, drie weken voor mijn eerste wedstrijd, voor tachtig à negentig procent hersteld ben. Het is beetje bij beetje uitproberen tot hoever je kunt gaan.’


Haar eerste wedstrijd in Sydney vindt 18 september plaats. Gal weet dat het een ‘geweldig verhaal’ oplevert als ze ondanks het blessureleed een medaille zou pakken. De hersteltijd van negen weken is immers wel heel kort. ‘Als het niet goed gaat, is dat begrijpelijk. Als het wel goed gaat een sensatie. Het is voor een deel afhankelijk van de loting. Voor goud moet ik een superdag hebben. En mijn tegenstander een slechte’, lacht ze.


Deze Olympische Spelen vormen hoe dan ook Gals afscheid van de topsport als judoka. Ze is nu 29 jaar. ‘Het is mooi geweest. Fysiek zou ik het nog wel aankunnen, maar na twintig jaar fanatiek sporten, is het tijd voor mijn maatschappelijke carrière.’ Gal verlaat de sportwereld niet. In januari begint ze in Utrecht aan de opleiding sportgeneeskunde. Het judopak wordt geruild voor een witte jas.


‘Ik heb er lang over nagedacht iets anders te gaan doen. Interne geneeskunde, chirurgie en kindergeneeskunde spreken me ook aan. Allemaal vakken waarbij het gehele lichaam een rol speelt. Maar ik voel me toch het meest thuis in de sportwereld. De wereld van de topsport is “mijn” wereld geworden.’

Doorzakken
Als sportarts zal Gal zich graag met topsporters bezighouden. ‘Op dat gebied heb ik een hoop extra te bieden. Ik ken niet alleen de theorie, maar ook de praktijk. Ik weet wat het is om geblesseerd te zijn. Ik weet veel van trainingsmethoden. Ik weet wat het is om op voldoende rust te letten. Maar ik weet ook dat je soms een keertje met vrienden moet kunnen doorzakken omdat je ook mens bent. Uit ervaring weet ik dat dat een positieve uitwerking kan hebben.’

Spiergroei


Dat Gal ook veel van voeding weet, mag geen verrassing zijn. Voedingssupplementen gebruikt ze zelf nauwelijks. ‘Soms wat vitaminepreparaten. En ik heb een keer een kuur met creatine gedaan. Ik ben echter van mening dat je alles uit je eten kunt halen. Bovendien kosten voedingssupplementen klauwen met geld.’


De link van voedingssupplementen naar doping legt Gal zelf. ‘Spierkracht is wel belangrijk bij judo, maar het is vooral een technische sport. Hoe sterk een ander ook is, op techniek kun je altijd winnen. Daarom speelt doping waarschijnlijk geen grote rol in het judo. Daar komt bij dat bijna iedereen, op de superzwaargewichten na, in een gewichtsklasse onder het “natuurlijke” gewicht judoot. Dat betekent dat je op je gewicht moet letten en te veel spiergroei dus niet wenselijk is. Veel woorden wil ik overigens niet aan het onderwerp vuilmaken. Alles wat je als sporter over doping zegt, wordt toch in twijfel getrokken.’


Topsporters adviseren over voeding, training en revalidatie is niet het enige dat Gal als sportgeneeskundige wil gaan doen. ‘Ik wil het graag combineren met de breedtesport. Veel inzicht in bewegen heb ik nu al. Daar wil ik wat mee doen. Ik weet nu nog niet precies hoe ik mijn werk als sportarts straks kan invullen, maar ik zie het als een uitdaging om te kijken wat mensen met een bepaalde aandoening nog kunnen op sportief gebied. Aan alleen de opmerking “Ga maar wat aan sport doen” heeft een patiënt niet veel. Dat moet je begeleiden.’


Ook buiten de sportgeneeskunde om zal Gal zich met topsport blijven bezighouden. Op voordracht van Anton Geesink zal ze een rol vervullen bij het bestuur van de Judobond Nederland. Op de vraag of ze in de toekomst ook op bestuurlijk niveau in de sportgeneeskunde zou willen acteren, moet Gal het antwoord schuldig blijven. ‘Ik zie mezelf niet als bestuurder. Als het over inhoudelijke zaken gaat, ben ik echter wel iemand met een mening. Maar daar houd ik me momenteel niet mee bezig. Dat is allemaal nog ver weg.’ Inderdaad, Sydney, dat is nu dichtbij. <<

interview revalidatie anatomie & fysiologie
  • Evert Pronk

    Evert Pronk is een van de twee adjunct-hoofdredacteuren bij Medisch Contact. Hij houdt zich bezig met de online ontwikkeling van Medisch Contact, nascholingen, evenementen, boeken en andere uitgeefkansen. Het perspectief van de artsen staat hierbij centraal. Uitgeven vanuit de inhoud, is zijn devies.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.