Laatste nieuws
Toine Lagro-Janssen
7 minuten leestijd
arts & patiënt

Een arts is een aparte patiënt

Met deze aanpak schept u vertrouwen als uw patiënt een collega-dokter is

10 reacties
Getty Images
Getty Images

Ook artsen kunnen ziek worden. Maar voor de behandeld arts is het soms ongemakkelijk als hun patiënt een collega is. Negeren dat de patiënt ook arts is, is onverstandig en doet beiden tekort. Erken het en maak het bespreekbaar.

In 2019 waarschuwt de KNMG in Medisch Contact voor de valkuilen die kunnen optreden als een arts een collega als patiënt krijgt.1 Het advies luidt: ‘Doe wat je normaal ook doet.’ Afwijken van de normale werkwijze zou een serieus risico vormen voor de gezondheid van artsen.

Afgelopen jaar kreeg ik te maken met een aantal verhalen van zieke artsen. Daaruit blijkt dat het juist belangrijk is om aandacht te hebben voor de niet-‘normale’ positie van de zieke dokter. Het miskennen daarvan leidde tot schade aan hun herstelproces. Het bracht mij ertoe om het fenomeen van de arts als patiënt opnieuw te belichten met hun ervaringen als bron.

Miskenning

Het grootste gemis dat arts-patiënten voelen is dat de behandelend arts geen voeling houdt met hun arts-zijn: ‘Sporadisch laat iemand me voelen dat ik ook een collega ben.’ De arts-patiënten ervaren dit als een miskenning van een deel van hun zijn, want het dokteren speelt voor veel praktiserende artsen een dominante rol in hun gevoel van eigenwaarde. Het advies ‘Doe wat je normaal ook doet’ gaat hieraan voorbij en ziet over het hoofd dat het voor de meeste artsen moeilijk is om plotseling tegelijk arts én patiënt te zijn. De posities en de rollen van arts en patiënt bestaan bij de gratie van elkaar en zijn met elkaar verweven.2 De arts-patiënt verliest als patiënt de vanzelfsprekende controle en auto­nomie van de artsenrol. Het arts-zijn laat zich niet zomaar wegsnijden uit het patiënt-zijn. De arts die ziek wordt, komt daarmee in een onzekere rol terecht. Die onzekerheid wordt versterkt als de diagnose niet direct helder is en diagnostische onzekerheid blijft bestaan. Zo vertelt een arts-patiënt die later bleek te lijden aan het guillain-barrésyndroom: ‘Ik ben niet alleen patiënt, ik denk mee over mijn klachten. Zo denk ook ik bij links-rechtsreflexverschillen aan hersenpathologie.’ Die medische kennis van de arts-patiënt zorgt voor eigen interpretaties. Behandelaars reageren weinig enthousiast op voorgestelde opties. Soms wuift men een voorstel direct van de hand: ‘Die artsen denken het allemaal beter te weten’, werd gezegd over een collega die in het begin van haar ziekte lyme als oorzaak suggereerde. Weken later werd na een eerste lumbaalpunctie (LP) alsnog de diagnose encefalitis op basis van een neuroborreliose gesteld.

Soms volgt er geen antwoord en negeert de arts de suggestie om een urinekweek in te zetten met aandacht voor een wel heel lage tensie. ‘Een dag later werd een urosepsis gediagnosticeerd, ik voelde me absoluut niet gehoord.’ Veelzeggend is de opmerking van de arts die na het beeld­vormend onderzoek zei dat hij deze afwijking ‘gezien het vage verhaal helemaal niet verwacht had’, terwijl de symptomen voor de arts-patiënt bijna pathognomonisch waren.

Natuurlijk kan de arts-patiënt ook niet-kloppende gedachten aandragen. Ook die zijn belangrijk, zodat met een eenvoudige vraag – ‘Hoezo denkt u dat?’ – meer inzicht wordt verkregen in iemands denkproces.

‘Ik ben niet alleen patiënt, ik denk mee over mijn klachten’

Vertrouwen

Negeren dat de patiënt ook arts is, blijkt een veelgebruikte strategie van behandelaars.3 Terwijl de arts-patiënt een bejegening als collega ervaart als vertrouwenwekkend en ondersteunend. Een zieke dokter wil als patiënt benaderd worden, maar zonder afstand te hoeven doen van het dokter zijn. Van Danzig verwoordt het als volgt: ‘Te veel als dokter behandelen leidt makkelijk tot verwaar­lozing, te veel als patiënt behandelen leidt makkelijk tot krenking.’4 Vertrouwen in de behandelaar wordt als cruciaal ervaren. Dat vertrouwen staat onder druk als afspraken niet worden nagekomen, tegenstrijdige boodschappen worden gegeven, er geen onderling specialistisch overleg is, het dossier slordig wordt geraadpleegd, bij een gebrek aan privacy.5 Dat geldt voor alle patiënten. Het onvermogen om zich te verplaatsen in het denkproces van de patiënt die ook dokter is, zorgt voor nog een extra deuk in dat vertrouwen. Pregnant komt een blijkbaar normale werkwijze naar voren bij het ontslaggesprek van de arts-patiënt naar revalidatie­kliniek, naar huis, of naar een psycholoog. Er volgt namelijk geen gesprek. ‘Hij vroeg bij binnenkomst of ik naar huis wilde. Natuurlijk wilde ik in al mijn ellende naar huis. Later las ik dat ik was ontslagen omdat ik dat zelf wilde.’ Of er wordt een gesprek gepland met alleen de aios. Ook een second opinion wordt uitgevoerd door een aios, waarna de verwachtte expert-supervisor zeer vluchtig onderzoekt en vertrekt zonder uitleg. ‘Als dokter wil ik graag een eind­gesprek met een deskundige met ervaring, en dan verwacht je geen aios of zaalarts.’

Goede patiënt

Deze arts-patiënten willen niet arrogant, bemoeiziek, klagerig, angstig of aanstellerig zijn. Ze willen constructief meewerken om beter te worden. Ze willen gezien worden als een ‘goede’ patiënt, althans zich gedragen hoe artsen graag willen dat patiënten zich gedragen.6 Artsen prijzen de patiënt die zonder een spier te vertrekken een biopsie ondergaat of die zonder een klacht te uiten strijdend tegen kanker de chemokuren tegemoet treedt.7 ‘Toen ik een aantal dagen na opname heftige pijn op de borst kreeg (hometrainer naast het bed), was ik bang voor een infarct. Er gebeurde niets, zelfs geen ecg. Het riep een gevoel van onmacht op. Ik besefte dat ik door de ogen van de behandelaar gezien werd. Ik dacht: als ze dit maar niet als theatraal angstig gedrag bestempelen, als ze me maar geen aansteller vinden.’ Meestal is er geen ruimte om dit soort gedachten uit te spreken of men betwijfelt of de arts er wel in is geïnteresseerd. Wie je bent, je identiteit, wordt mede gevormd door de blik van de ander en de anderen om je heen. De positie als patiënt is voor de zieke arts een onzekere. Als daar ongeloof en niet luisteren van de behandelaar bij komt, tast dat hun zelfgevoel en eigenwaarde aan. Ze merken dat de behandelaar moeite heeft met een arts als patiënt. Ze ervaren afstand en wantrouwen van hun behandelaars. Onderzoek bevestigt dit fenomeen.3, 8

Een arts-patiënt kan bij een behandelaar angst oproepen en twijfel aan zijn kunnen. De behandelend arts voelt zich bekeken, beoordeeld en kwetsbaar in het functioneren als arts. Als reactie en ter bescherming van zichzelf neemt deze afstand van de patiënt.8 Omdat de arts-patiënt zich afhankelijk voelt van de behandelaar past deze zich aan ‘omdat je ze nodig hebt, je bent bang om goodwill te verspelen; bij wie en met welk label kom je dan terecht?’ Een patiënt vertelt dat ze sindsdien, als ze met ouders of partner een arts bezoekt, nooit meer zegt dat ze arts is, beducht om bij voorbaat als hinderlijk ervaren te worden.

De behandelend arts voelt zich bekeken, beoordeeld en kwetsbaar

Gezamenlijke besluitvorming

‘Doe wat je normaal ook doet’ gaat – zo neem ik aan – over normaal handelen bij goede zorg. Goede zorg streeft naar een persoonsgerichte arts-patiëntrelatie, naar een menselijke relatie, gebaseerd op wederzijds respect en vertrouwen.9 Die persoonlijke relatie kenmerkt zich door aandacht en oprechte belangstelling voor de patiënt, niet alleen voor klachten, maar ook voor de psychosociale context. In de dagelijkse praktijk gaat werkelijke belangstelling voor de patiënt vaak teloor door drukte en wordt betrokkenheid vervangen door afstandelijkheid.10 Een van de kernwaarden van goede zorg is het leveren van persoons­gerichte zorg om tot een gezamenlijke besluit­vorming te komen. Meerdere publicaties van dokters die ziek worden bepleiten een gezamen­lijke besluitvorming en het delen van informatie vanaf het begin van het ziekteproces.3, 11, 12 Aan de basis van een dergelijke beslissing ligt overeenstemming tussen arts en patiënt over diagnose en wat er aan de hand is – zeker als er sprake is van (diagnostische) onzekerheid. Zo vergrootte een plotselinge verergering van klachten de twijfel over de oorspronkelijk diagnose. Uitleg over wat er dan wél aan de hand is, werd niet gegeven. ‘Ik had het ongemakkelijke gevoel dat iets niet werd gezegd.’ Later las deze arts-patiënt de diagnose in het patiëntendossier: verdenking op een conversie­stoornis. ‘Ik weet hoe voor dokters – mezelf incluis – conversie gelijkstaat aan onecht, theatraal gedrag. Ik voelde me miskend en misleid.’ Over de diagnose conversie was niet gecommuniceerd.

Ook bij de patiënt met borreliose was niet over de diagnose en over een verwijzing naar de psycho­loog gecommuniceerd. Na weken ernstige hoofdpijn zei de behandelaar ‘wat lacherig (na de LP) dat hij gelukkig de brief naar de huisarts nog niet had weggedaan waarin stond dat het een disfunctionele klacht was met een verwijzing naar de psycholoog’. Het vertrouwen in de behandelaar en in de eigen veerkracht van de arts-patiënten daalt hierdoor aanzienlijk.

Persoonsgericht

De behandelaren in de verhalen van deze arts-patiënten blijken niet in staat om voldoende stil te staan bij de behoeften van hun collega-patiënt. De meeste arts-patiënten hebben behoefte aan een behandelaar die in het gesprek naar gedachten, meningen en vragen luistert, onzekerheden bespreekbaar weet te maken, hen op tijd correct informeert, zodat gezamenlijk beslissingen genomen kunnen worden. Gezamenlijke beslissingen vragen om maatwerk. Daar is wederzijds vertrouwen voor nodig. Aandacht voor persoonsgerichte en contextuele zorg is voor alle patiënten belangrijk. Bij die zorg aan een collega is het zaak om de gedeelde positie van dokters onder elkaar in alle openheid af te grenzen van de positie als behandelaar. Vanwege de bijzondere context als beroepsgenoot is in die betekenis een arts als patiënt een apart geval. 

auteur

Toine Lagro-Janssen, emeritus hoogleraar vrouwenstudies medische wetenschappen, huisarts niet-praktiserend

contact

toine.lagro@radboudumc.nl

cc: redactie@medischcontact.nl

Voetnoten

1. Rode A, Kuppens J, Prud’homme M. Komt een dokter bij de dokter - Gaan artsen anders om met patiënten die ook arts zijn? Medisch Contact. 2019; 10 januari

2. Lagro-Janssen T. Als dokter ziek wordt. In: Zieke dokters. Red Peter Lens. Utrecht, van der Wees, 1999: 209-17.

3. Domeyer-Klenske A, Rosenbaum M. When doctor becomes patient: challenges and strategies in caring for physician-patients. Fam Med 2012; 44: 471-7.

4. Dantzig A van. De dokter als patiënt: een dialoog voor een persoon. In: Zieke dokters. Red Peter Lens. Utrecht, van der Wees, 1999: 79-89.

5. Anoniem. Ook wij kunnen ziek worden. Medisch Contact. 2018; 43: 32.

6. Berg DB van den. Een dokter met niet te verklaren klachten. Medisch Contact. 2022; 23: 18-20.

7. Spiro HW, Mandell HN. On being a patient. When doctors get sick. Ann Intern Med 1998; 128: 152-4.

8. Teng KA, Butler RS; Schramm S, Isaacson H, Nielsen C, Paradis C. Physicians caring for physicians: the perspective of the primary care physician. South Med J 2014; 105: 301-5.

9. Derksen F, Olde Hartman T, Lagro-Janssen T. Ontmoeting, aandacht en gelijkwaardigheid; de waarde van het arts-patiënt contact. NTvG. 2019; 163: 40-4.

10. Smulders I. De zieke dokter. NTvG. 2013; 157: B929

11. Prevoo W, Overmars K. Echte dokters huilen ook. Amsterdam Ambo/Anthos 2019.

12. Nyst E. Bespreek wensen al voor diagnostische ingrepen. Medisch Contact 2019; 44: 14-8.

Lees ook:
arts-patiëntrelatie arts & patiënt
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • W.M. Liebregts - Vreeswijk

    neuroloog niet meer praktiserend , delft

    ik ben van mening, dat juist het luisteren naar de mening van een arts-patiënt erg veel info oplevert. Maar helaas ik heb ervaren dat het meedenken, dat je door je ervaring en opleiding automatisch doet, juist het tegenover gestelde effect heeft. Je ...hoort goed op te letten als de coassistent nonsens vertelt en beleefd te luisteren als de doktersassistenten de geneeskunde uitoefenen. Verbaasd reageren of zelfs tegenspreken leveren een etiket op in de zin van lastig of eigenwijs en draagt zeker niet bij tot een juiste diagnose of behandeling. Het tegendeel. En het vervelende is, dat je vrijwel nergens terecht kunt met deze frustraties. In een ziekenhuis in Delft werkt een heel wijze psychiater, die je troost met de woorden: U zult niet de eerste medisch specialist zijn, die hier stapelgek wordt. Ik wou dat er meer van die psychiaters waren. Want het is werkelijk intens verdrietig als je lijdende aan ernstige pathologie machteloos wordt gemaakt door je kennis en ervaring.












  • J.M.C. van Dam

    psychiater, Amsterdam

    Mooi artikel. Maar mag ik pleiten voor gezamenlijke besluitvorming bij alle patiënten?
    Anne-Marie van Dam

  • A. Jonkman

    adviseur, Apeldoorn

    de vraag is of de voorbeelden van waar het mis ging echt alleen te maken hebben met het gegeven dat de patiënt tevens arts is, of dat de behandelaar met al zijn/(haar?) patiënten niet erg patiënt-gericht is..?

  • J.M. Keppel Hesselink

    pijnarts, Bosch en Duin

    Ik heb een aantal malen collega's behandeld, waaronder een oud geneesheer directeur van een groot ziekenhuis, enkele emeriti en hier en daar een psychiater en internist. Ik sprak allen altijd aan met beste collega, of de collega's nu wel of niet meer... werkten. En vroeg hun naar hun opvattingen, welke ik dan totaal serieus nam.

    Ikzelf daarentegen ben in het traject van arts=patient no nooit aangesproken als collega. Ik had dan ook het gevoel niet serieus genomen te worden, mijn arts-zijn werd ook genegeerd, of gewoon niet gehoord. Je voelt je dan geanonimiseerd en gemarginaliseerd, Als leek weggezet.

    Ik stel daarom voor om collega's altijd als 'collega' of 'amice/ amica' aan te spreken, dat geeft een prettigere en warmere inbedding.

  • A.T. Veenema

    Verslavingsarts , Sneek

    Hoewel ik niet twijfel aan dit onderzoek, is mijn eigen ervaring toch iets anders. Wel bemerk ik vrijwel altijd enig ongemak bij de artsen, maar voor mijn gevoel heb ik met regelmaat een voorkeursbehandeling gekregen. Iets waar ik me overigens buite...ngewoon ongemakkelijk bij voelde.
    Op die ene keer na, dat ik een co-assistent (in haar semi-arts stage) kreeg als zaalarts. Destijds dacht ik er niet over na, ze deed het prima, maar nu ik dit gelezen heb, zet het mij wel aan tot nadenken,

  • L.H. Sie

    Internist niet praktiserend , Purmerend

    Zeg zelf altijd duidelijk arts (niet internist, dat pas als men ernaar vraagt) te zijn geweest. Dit voorkomt misverstanden later. Nooit enig probleem ondervonden, maar de meeste behandelaars kende ik reeds professioneel, of waren universitaire second... opinion consulten waar wsch dit reeds id verwijzing was vermeld. Ligt wsch aan de slechte houding vd betreffend arts tov elke patient, of het onzeker zijn vd behandelend arts (1 maal meegemaakt bij een waarnemend huisarts).

  • W.X.M. Geraets

    Psychiater niet-praktiserend, Kinder-en jeugdpsychiater niet-praktiserend , Düsseldorf

    Dit is het artikel, waar ik jaren als arts-patiënt op heb gewacht. Woonachtig in Duitsland heb ik meerdere ervaringen met de omgang met mij als patiënt, ook ik werd beoordeeld door aio’s met name in de neurologie en neurochirurgie , die mij als patië...nt slechter neurologisch onderzochte als ik in mijn praktijk mijn patiënten. Ook bij mij werden dan door de opleiders een functionele storing gediagnosticeerd. Eerst later werd die dan gecorrigeerd als hnp of een verengd wervelkanaal en was operatie noodwendig. Zelfs in brieven werden functionele storingen of zelfs:” patiënt associeert de klachten met een postoperatieve complicatie (als gevolg van een medische fout ),
    Ik voelde me vaak behandeld als een querulant en een idioot. Dus graag dit artikel in een Engelse of Duitse vertaling, zodat ik die hier in Duitsland kan doorsturen. Mij heeft dit artikel in ieder geval geholpen.

  • sportarts n.p., Haarlem

    Misschien is het matige presteren niets bijzonders, eigenlijk gewoon presteren, maar de patiënt-arts is veel beter in staat om de kwaliteit in te schatten. Het kan ook zijn dat de behandelend arts onderpresteert, doordat zij/hij zich onaangenaam beke...ken voelt. Het is veel gemakkelijker een penalty in te schieten tijdens de training, als er niets op het spel staat, dan bij de finale van een groot toernooi....

    • A. Oostindiër

      Psychiater, Wormer

      Heel mooi artikel, waarvoor dank!
      In onze specialistische ggz instelling waar wij uitsluitend collega’s behandelen is dit aan de orde van de dag. Zeker ook bij niet zo duidelijk te duiden psychische problematiek is het stigma enorm en is men bang om... weggezet te worden met bv. een persoonlijkhiedsstoornis. Dit levert geregeld onder en over diagnostiek op. Wat ook uit de somatiek bekend is bij deze doelgroep. Laten we onderkennen dat het erg moeilijk is voor dokters om patient te worden. Alle psychische mechanismen die dit proberen weg te maken treden in werking (Lochenen- vermijden-rationaliseren) . Hierdoor is sprake van patients en docters delay! Durf je kwetsbaar op te stellen, ook echt patient te zijn, en uit te spreken wat daarin de belemmeringen zijn. Gelijkwaardigheid in het behandelcontact is wat mij betreft daarin het sleutelwoord.

      Antoinet Oostindier, AERREA zorg voor zorgprofessionals

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.