Laatste nieuws

Doorwerken met sarcoïdose

Plaats een reactie

Een administratief medewerker van 45 jaar is sinds vijftien jaar bij de longarts bekend met (pulmonale) sarcoïdose. Zijn klachten bestaan uit een droge hoest. In rust en tijdens inspanning is hij niet kortademig. Hij wandelt en fietst een behoorlijke afstand, hoewel minder dan enkele jaren geleden. Vooral ‘s ochtends voelt hij zich moe en komt hij moeilijk op gang. Hij gaat echter graag naar zijn werk en heeft een zeer laag ziekteverzuim.



De longarts constateerde al een jaar geleden dat de röntgenologische afwijkingen toenamen. Vanwege de progressieve afwijkingen werd de patiënt behandeld met prednison, waaraan later methotrexaat werd toegevoegd, echter zonder duidelijk effect. De thoraxfoto toont inmiddels consolidatie van de rechterbovenkwab en verspreid fibrose en bulleuze afwijkingen. Er zijn geen tekenen van alveolitis als uiting van een actieve sarcoïdose (stadium IV). De longfunctie is echter ongewijzigd normaal, evenals de diffusiecapaciteit.



De patiënt vroeg zich af wat hij zelf nog kon doen voor zijn gezondheid. De longarts oordeelde dat vanwege het ongunstige beloop de patiënt niet in staat mocht worden geacht te werken en dat fysieke belasting beter kon worden vermeden. Omdat therapeutische opties ontbraken, werd geen inspanningsonderzoek verricht.

Training


De bedrijfsarts stond achter de wens van patiënt om te blijven werken, maar betwijfelde of dit verantwoord was. Wel onderkende hij de afgenomen inspanningstolerantie en vroeg hij zich af of deze door training kon worden verbeterd. Daarop vroeg hij het kenniscentrum om advies en verwees hij de patiënt naar de polikliniek ‘Opgelucht Werken’.


Daar werd eerst aanvullend onderzoek verricht om de factoren in beeld te brengen die het fysieke functioneren beperken. Meting van de elasticiteit (compliance) toonde stugge longen, passend bij fibrose. Voor het beoordelen van de belastbaarheid werd een maximale inspanningstest op de fietsergometer (fietsergometrie) uitgevoerd. De patiënt behaalde een piekbelasting (Wmax) van 265 Watts, de zuurstofconsumptie (VO2max) bedroeg op dat moment 32 ml/min/kg. Belangrijk was dat er geen ventilatoire beperking (stijging van de koolzuurspanning in het bloed als uiting van het falen van de longpomp) of een probleem in het zuurstoftransport (daling van de zuurstofspanning) kon worden aangetoond.



De conclusie was dat de conditie redelijk is, en de respons op inspanning vergelijkbaar met die bij gezonde proefpersonen. Uit de literatuur is bekend dat de relatie tussen fysiologische en röntgenologische kenmerken bij sarcoïdose slecht is.



Het advies na overleg luidde dat, ondanks de ernst van de röntgenologische afwijkingen, de belastbaarheid van patiënt redelijk is. Gelet op de belasting van zijn werk betekent dit dat hij voorlopig kan blijven werken. Er is ook geen bezwaar tegen het volgen van een aangepast trainingsprogramma, maar de toegenomen stijfheid van de longen en de moeilijk objectiveerbare moeheid die zich bij sarcoïdose vaak voordoet, kunnen belemmerend werken. De effecten van training bij patiënten met sarcoïdose vallen daarom meestal tegen. Omdat het beeld progressief verloopt, werd met de longarts en bedrijfsarts afgesproken de situatie na een jaar opnieuw te evalueren.

Afstemming


De gevolgen op lichamelijk, psychisch en sociaal-maatschappelijk functioneren zijn kenmerkend voor de multidimensionele problematiek die bij chronische aandoeningen wordt gezien. Dit vereist overleg en afstemming tussen verschillende disciplines en levert zelfstandige indicaties voor (vraaggericht) onderzoek op. De betekenis die het beroep voor velen heeft, benadrukt de rol van de bedrijfsarts in de ketenzorg.



Het kenniscentrum is in staat specifieke vragen omtrent de aandoening in relatie tot het werk te beantwoorden. De omschreven werkwijze heeft als voordeel dat een onderbouwd advies kan worden voorgelegd dat door alle partijen wordt gedragen.

Het Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen ‘Opgelucht Werken’ wordt gedragen door het Universitair Long Centrum Dekkerswald (ULC) en de afdeling Sociale Geneeskunde van het UMC St. Radboud in Nijmegen. Correspondentieadres: Postbus 9001, 6560 GB Groesbeek, tel. 024 68 59 257, e-mail: opgeluchtwerken@kenniscentra.nl

Brieven

1. prof. dr. R.O.B. Gans, internist, hoofd Interne Geneeskunde, Academisch Ziekenhuis Groningen

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.